10 resultaten

1542-07-07 | Maerssen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 28v
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Aelbrecht Heynderijcxz van der Meer hem heeft opgedragen 2 ½ morgen lants gelegen tot Maerssen in Bisschopsgerecht van Vuytrecht, belend boven: dat convent van Oudtwyck, beneden: heer Dirick Jansz, priester, met zijn lantgenoten, en dat hij vervolgens Aernt Dirijcxz hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen

Jan Franchoeijs, Geryt Keij Zegersz, leenmannen van de grafelijkheid

1555-11-22 | Lopik

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 54
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz beleent Margriete Willem Jacobszdochter van Snellenburch met 6 morgen lands gelegen in Lopick mit St Maertensoutaer in die Witte Vrouwen kercke tot Vuytrecht gemeen, belend boven: heer Heyndrick Souwenbalch met 10 morgen, beneden: Adriaen van Plaes met 9 morgen, haer aangekomen bij dode van haar vader Willem Jacobsz van Snellenburch. Tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar Claes van Oesterom als haar momber en voogd (vgl 1544-10-03)

Nicolaes van Mathenes, Jan Hobijn, procureur in den Hove van Holland, leenmannen van de grafelijkheid

Halmale, van | 1630-03-02

G.A. Amsterdam DTB 764 fol 76
Achternamenindex

huwelijkscommissie Amsterdam: op akte ingetekend Abraham van Halmael; in margine: "bestaet de bruydt in affiniteyt oversulcx wort niet aengenomen bij comm overmits de swagerschap over sulcx renvoyeeren de selven aen de heeren schepenen deser stede"; 1630-03-09: Abraham van Halmael bij schepenen geconsenteert de intekening van zijn geboden met Elisabeth Santbergh, weduwe, beide woonachtig te Utrecht, "acte verleent den 25. Meert om tot Vuytrecht te trouwen"

1533-05-27 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 88
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor de stadhouder van lenen Dirck Heyn Thou opdroeg tbv Lysbeth Willemsdochter, huisvrouw van Jan Aertsz, ¼ deel van ½ van den bedycten lande genaamd den Streuijt, nu genaemd den ouwen- ende nieuwen Streuijt, met tienden en anders alle toebehoren, uytgenomen ¼ deel van het gehele bedycte landeken met al zijn toebehoren. Droeg nog op ¼ deel van de uytgorsen en aenwassen van de Streuijt, buyten an den voors. dyck gelegen. Leen van Voorne. Vervolgens wordt Elisabeth Willemsdochter hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen, met de last van erfpacht. Haar man Jan Aertsz doet de eed. Op 1534-11-25 soe es Lysbeth Willemsdochter gelycke signature gedaen als hier boven gedaen is mr Jan van Vuytrecht

heer Jan van Duvenvoorde, heer Willem van Alckemade, ridders, Gerrit van Poelgeest, heer van Hoochmade, schiltknape, mr Joost Sasbout, mr Reynier Brundt, Raden v.d. Camer v.d. Rade, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1530-10-23 |

R.A.H. Coll Aanw 244 fol 49v-53/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

request aan het Hof, inhoudende dat de indieners "waren arme scamele luyden woende in den ambacht van Soeterwoude buyten de Hoogewoertspoort der stede van Leyden aen den dyck, daar zij in die laetste oorloge dien die van Geldere ende Vuytrecht geweest hadden in den Hage verbrant zyn geweest" en zij hun verbrande huizen niet weer mochten opbouwen volgens het placcaat van 1528-03-10 (1527). Zij verzoeken nu hun erven weer te mogen bebouwen. Het Hof hoort Henrick Florisz, burgemeester van Leiden en Willem Aggelis hun pensionaris. Leiden zegt dat allerlei poortersnering in die huizen bedreven werd. Zij boden supplianten een woonplaats aan binnen Leiden. Mr Vincent Cornelisz, eerste meester van de rekening in den Hage, nam met de procureur generaal de toestand in ogenschouw. Het Hof vergunt hun de erven weer te herbouwen, doch zonder daar ooit te mogen tappen, backen, bouwen, draperij etc

indieners: Meynaert korfmaker heer Meynaertsz, Luytgen Aert Doeszoons weduwe, Heinrick Wolfsz, Anel Jansz Lyclaesz, Claes Reyersz, Huych Joosten, Jacob Aertsz van Alckema, Huych Huygenz Crain, Claes Bouwenz weduwe, Aert Claesz, Claes Dammasz, Quiryn Claesz, Alewyn de Bloot, Jan Dammasz

1533-05-27 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 85v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor onse stadhouder van lenen Dirck Heyn Thou opdroeg tbv Marie Jansdochter, huisvrouw van mr Jan van Vuytrecht, onse baljuw van Delfland, ¼ deel van ½ van den bedyckten landeken genaamd de Streuijt, nu genoemd den ouwen en nieuwen Struijt, met thienden en andere toebehoren, uytgenomen ¼ deel van de voors. geheelen bedycten landeken, met alle toebehoren. En droeg nog op ¼ deel van de uytgorssen en aanwassen van de voors. Streuijt buyten an den voors. dyck gelegen. Leen van Voorne. Vervolgens wordt Marie Jansdochter ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen, met last van erfpacht daaruit gaande. Haar man mr Jan van Uytrecht doet de eed voor haar. Op den 20e december 1533 soo is tot verzoek en vervolge van Dirck Heyn Thou bij de Keiz. Maj. verklaard dat de landen van de Streuijt, bedyct en onbedyct, wesen sullen vrij eygen erve, sulx als die in de brieven van gifte hier voormaals gedaen Aernt Vranckenz, schout der stede van Delft, gegonnet en gegeven zijn geweest bij wijlen keizer Maximiliaen, geconfirmeert bij brieven, mits dat men van de heerlijkheid Voorne ten onversterfelijke erfleen blijft houden de ½ van de voors. tienden. Opnieuw bevestigt op 1524-09-21

heer Jan van Duvenvoorde, heer Willem van Alckemade, ridders, Gerrit van Poelgeest, heer van Hoochmade, schiltknape, mr Joost Sasbout, mr Reynier Brundt, Raden v.d. Camer v.d. Rade, Cornelis Barthoud Jansz, leenmannen

1494-1495 | Velsen, Schoorl, Bergen, Oostzaan, Wormer

Rek Rentmeester Kennemerland 23
Jaartallenindex

(vervolg) van de Vlastiende tot Velzen, toebehorende Symon vuyten Hage, wonende te Haerlem, die hij beleent heeft van de grafelijkheid. Beslag gelegd, doch door het Hof is Symon bij provisie in het bezit gehandhaafd. Van de vlasthienden in de Beverwyk, die vuyter graeflicheyt gecomen is, ende houdt die vyf delen die dochter van Jan van der Haven, wonende te Haerlem, ende t ander deel die pastoor van Beverwijk van der kerken wegen. Uit een marginale aantekening blijkt dat jvr Clemense Jansdochter van der Haven met haar ⅚ deel op 1477-08-31 na dode haars vaders hiermede beleend was. Ook hierop beslag gelegd wegens het oproer, doch is opgeheven daar bleek dat jvr Clemense met haar man Joost Willemsz woonachtig was ende nog is alhier in den Hage. Van den coerntienden van Scoerle ende van Bergen. Ook deze zouden aan de grafelijkheid gekomen zijn van wege het Kaas- en Broodoproer. De gemeene buren appelleerden tegen de verkoping van deze tienden by den Hoogen Rade "vuijt macht van zekere oude brieven van coepe die zij hadden van Sinte Marien t Vuytrecht wel over de III/C jairen geleden, die zij in hueren nootsaicken vercoft hadden, wairomme daer mede gesurceert is die te vercopen daerom hier niet". Dirick Feije tot Oostzanen heeft vuyter sluijse tot Oestzanen die de kerck aldair in een erfpacht heeft van myn genad. here tot sijnen lijve 25 R gld sjaars. Beslag gelegd, doch ook hij bij provisie gehandhaaft. Jacob Reyersz en Claes Symonsz, wonende tot Wormer, hebben zeker gecoft vuijt die thienden aldaer, ook bij provisie gehandhaafd

1606-02-02 (1) | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1152
Jaartallenindex

gesien bij den Hove van Holland de acten etc. overgegeven bij ofte van wegen jhr Joriaen van Lennep als man van jvr Maria van Duvenvoorde impetrant van willig decreet op en tegen Herman Bouma, secretaris van Warmont, curator van Agatha van Ruyven en haar goederen, Jan Lansz Laeckenier, brouwer in het Houffyser tot Delft, heer Johan van Duvenvoorde ende Woude, ridder, heer tot Warmond voor hem zelve en vervangende jhr Cornelis van der Gendt heer tot Loenen en Meynerswyck, burggraaf en rechter tot Nimwegen, zijn schoonbroeder, mitsgaders jvr Philippa van Duvenvoorde weduwe van jhr Pieter van der Does, in zijn leven baljuw en dijkgraaf van Rijnland, ende Jaspar van der Linden, Duytscher ordre commanderijr tot Leyden ende Catwijck, mitsgaders Cornelis van Mierop heer van Hoochtwoude ende Aertswoude, die meesters van St Anthonisgilde in de Beverwyck. Heuijer Heuijersz wonende tot Vuytrecht als erfgenaam van jvr Anna van Muyssenburch en Claes Heermans, coopman tot Amsterdam, gedaagden ende opposanten, mitsgaders alle anderen die eenich recht of toeseggen souden zullen pretenderen op t huys tot Oisterwyck, staende in de ban van Wyck aen Duyn met 30 morgen land daertoe behorende. Proponerende de impetrant bij de middelen van zijn voors. intendit dat hij onlancx door zijn gemachtigde mr Cornelis Voegen tot Leyden aen Nicolaes Seijs, coopman tot Amsterdam, verkocht heeft ofte doen vercopen hadde "t huys te Oisterwyck", in de ban van Wyck aen Duyn met 30 morgen lants, Hontsbosse mate, voor de som van 14000 gld (tot 20st den gulden), te betalen binnen 3 jaar nadat willig decreet op de verkop zal zijn vercregen. Welverstaande dat de huismanswoninge daarop door de huurder gebouwd was met steen van de impetrant. De cooper zal nog 3 jaar huur van de huurder ontvangen, over 1605, 1606 en 1607, bederder blykende bi jde koopcedulle dd 1605-06-27

1534-02-20 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland fol 38
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen Claes van Adrichem opdroeg tbv Pieter Simonsz Kanther alsulke 15 £ Holl per jaar als hij hield uit onze gruijt en tollen van Haerlem, en dat hij Pieter daarmee heeft beleend tot een erfleen

Pieter Bol, auditeur v.d. rekenkamer, mr Jan van Vuytrecht, onse baljuw van Delfland, Cornelis Barthout Jansz, Adriaen de Milde, leenmannen

1534-12-12 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 124v
Jaartallenindex

Karel beleent Willem Heerman na dode en maeckinge van zijn vader Jacob Heerman Gysbrechtsz, met deze lenen van Voorne: 1) ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid c.a. van Roxnisse, te weten van aldaer te mogen setten schout, schepenen, dycgrave, heemraden, de gifte van der kercken, costerie, benefitien en andere geestelijke provenen, maelrie, visserij, veeren, bedyct en onbedyct, gelegen in onsen lande van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen; 2) ¼ van corentienden en smaltienden in het landeken van Roxnisse, bedyct of onbedyct. Onversterfelijk erfleen. Behoudens de heerlijkheid Voorne de erfpacht van 378£ van 40 gr Vls op geheel Rouxnisse ende den Rugenhill. Ende dit al nae t inhouden van den eersten brieven daermede het landeken uytgegeven is uyten soute in t versche te bedycken tot een corenlande, mits conditie soe wanneer dit leen verandert hetsy bij besterfte, coop of anders, so sal dit ¼ deel met een gelyk ¼ deel hier voormaals verlydt Heyndrick Butkin maar één leen wesen ende voor sulcx versocht worde; 3) ⅙ deel van de ambachtsheerlijkheid en ambachtsgevolg, gorssen, slycken, aenwassen, mitsgaders mede de tienden van Pancrasgors, liggende ende bedyckt oostwaert aen t landeken genoemt Nieuwe Natairs, gelegen in onsen lande van Voorne. Tot een onversterfelijk erfleen; 4) een hofstede c.a. gelegen te Zwarte Wale achter de kercke. Tot een erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven; 5) een Middeldyck gelegen in Zwarte Wale, streckende van den Hoofdyck tot aen den Middeldyck bij der Welle, tot een recht erfleen; 6) 9 gemeten vry lants gelegen in den Nyeuwen Hoerne op Hallincxlant, daerof de 5 gemeten liggen in t Horstland, dat wij met onsen vrijen lande belegen hebben, ende Hadde Bouwenz mit syner cavelinge aan de zuidzijde, ende de 4 gemeten gelegen in Volgerlant op Hallincxlant van der oostzyde, ende opten houck van den wegen. Tot een recht erfleen

Jan Cornelisz van Kerckwerve, onse rentmeester van onsen lande van Voorne, Jan Jacobsz van Vuytrecht, onse baljuw van Delfland, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen