Bedoelde u soms?
waerts | weent | weents | weerde | weerdt | weerse | weert | wemerus | woert | woerte | woerts | wyerts

10 resultaten

Kyfhoek, van | 1414-01-14

R.A.H. Coll Aanw 53 fol 177
Achternamenindex

Florijs van Kyfhoek beleend in het Land van Arkel: 1) 11 morgen in Lederbroek die Mourissen waren; 2) 13 hont op Bruijninxdille voor den Hage ter Lee; 3) 6 morgen in Nyelant op Burgelen; 4) 6 morgen tot Oesterwijc in die Smaelstripen, samen met Teijling; 5) 2 hont in Evert die Kueijters land; 6) eijndeken weerts in de Merwede boven Scelluynresloot

1461-04-07 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 51v/Reg Charolais fol 27v
Jaartallenindex

Anthonis Michielsz beleent q.q. Anthonis van Hoichtwoude met sulke perchelen van goede lenen als hierna volgen, lenen van Arkel: 1) die ambachtsheerlijkheid van Over Blocklandt, gelegen in den lande van Arkel, mit den alinghen thyenden daertoe behorende, mit der giften van der kercken, uytgenomen dat ⅓ deel van der thiende gelegen in den Beemte, gelyk die heeren Splinter van Loenresloet toe te behoren plagen, te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 11 morgen lands gelegen in Lederbroeck die Mourissen waren; 3) 6 morgen lands int nyeuwe landt op tie Burghelen; 4) 6 morgen lands gelegen tot Oisterwijck in die Smalstrijpen; 5) 2 hont lands in Evert die Kuyters land ende een eyndeken weerts in der Marwede boven Schaluynresloot, te houden tot een recht leen

leenmannen van Arkel: Florys van Kyffhoecx, Jan Duyck Gillisz

1516-11-26 | Leerbroek

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 80v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij volgens appoinctement van de rekenkamer tbv Zegelyn van Alveringen, clerck, houdende rekeningen van de rentmeester generaal van Zuid Holland Nicolaes Cobel, den voorn. Zeger beleend heeft: 1) 11 morgen lands in Lederbrouck, die Mourissen waren, 2) 6 morgen op te Borgelen, 3) 6 morgen tot Oisterwyck in die Smaelstripe, die met Floris van Kyfhoek erven en met Teylingen onderdeelt zijn, 4) 2 hont lands in Evert de Kuiters lant, 5) een eindeke weerts in der Merwede boven Schaluynresloot, streckende met den nedersten eynde aen des voirs. Florys van Kyfhoecks erven. Makende 23 morgen en 2 hont. Die Zegelyn verkregen heeft bij overgifte van Geryt van Hoochtwouds die ze hield als leen van Arkel. Tot een recht quaed leen

jhr Jan van der Aa heere tot Bochoven, Daniel van Zijl, mr Aernt Spierinck, leenmannen

Kyfhoek, van | 1449-05-23

R.A.H. Coll Aanw 102 Arkel fol 6v
Achternamenindex

hertog Philips beleent Anthonijs van Hoochtwoude zoon van heer Eduwaert bastaard van Holland, na de dood van zijn moeder Jutte, met: 1) de ambachtsheerlijkheid van Overbloclant in het land van Arkel, behalve ⅓ deel vande tiende in de Beemte, die heer Splinter van Loenresloet behoren; 2) 11 morgen in Lederbroek die Mourissen waren; 3) 6 morgen in Nyelant op Burgelen; 4) 6 morgen tot Oesterwijc in die Smaelstripen,die met Florijs van Kyfhoeck, zijn oudevader en samen met Teijlingen zijn; 5) 2 hont in Evert die Kueijters land; 6) eijndeken weerts in de Merwede boven Scelluynresloot

1516-11-26 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 80v
Jaartallenindex

op de requeste onse alregenadichste heere den koning overgegeven bij Zeger van Alveringen, clerck, houdende de reeckeningen van zynder genaden rentmeester van Zuithollandt, met het verzoek hem te willen belenen met: 1) 11 morgen lands gelegen in Leerbrouck, 2) 6 morgen op Oisterwyck in de Smalestripe, waardich jaarlijks tussen de 4 en 5£ gr, 3) 6 morgen op de Borghelden, 4) 2 hont lants in Evert de Kuyperslant, en een eyndeken weerts in de Merwede boven Schaluynen. Alle welke partyen hy onlancx gekocht heeft jegens eenen genoemt Gerrit van Hoochtwoude, die dit leen hield als leen van Arkel, tot een recht en quaed erfleen "op de qualite van denselven Geryt van Hoochtwoude ende synre huisvrouw ende oock op de waerde van deselve goeden" wordt besloten om Zeger van Alveringen hiermede te belenen tot een recht en versterfelijk [!] leen tegen betalinge van 36£ gr. Aldus gedaan in de camer van de reeckeninge in den Hage. Opschrift: Zegelyn van Halveringen Jacobsz

1475-05-16 | Sandoel

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 120v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

schepenen in St Gheerdenberge oorkonden dat voor den rechter en voor ons in een gebannen vierscaer gecomen zijn: heer Claes Ariaen Petersz en heer Adriaen, zyn broeder, met hun gecoren voogden. Ende Jan Ariaensz, Godscalc Henricsz, Michiel Jan Vinckenz, Jan Gottaert Jansz, Jan die Royde Jansz en Dirck Ariaensz, ende gaven op met eenre vryer giften heer Claes van Hoesden, prior van de Carth. bij St Geerdenberg, ¼ deel onbedeeld. Ende met enen stuk lants dat Aernt Boudensz plach te zijn, gelegen tesamen op ten Zandoel, op die een side: Peter Weerts dyck en die banwetering, op die ander side: Goijtken Heynenzoens land, streckende van der Hairsloet totter groeter wateringe toe. Voorts is gekomen mr Berys Ariaensz en Claes Henricsz en gaven op in een vrije gifte den voors. prior tot des convents behoef ¼ deel onbedeelt van den lande voors. Voorts is gecomen Jan Noeye Jacobsz en gaf op den prior voorn. ½ onbedeelt van den lande voors. Met belofte van vrijwaring, ieder voor zijn deel, behoudelicken ½ Vrancr schilt testaments zyns rechts die den altaer tot Raemsdonc toebehoort (vgl 1475-05-16, 1456-12-07, 1476-06-05)

Peter Gielisz en Jan Claesz, schepenen

1491-03-08 (1490) |

R.A.H. 109 Caput N.H. fol 189-190/Reg Max. Philips fol 57v
Jaartallenindex

koning Max. en Philips oorkonden dat Willem van Hoichtwoude, terstond nadat hij op heden beleend was na dode zyns vaders met diens leenen, hun heeft opgedragen tbv Geryt van Hoichtwoude, zyn tweede of jongere broer: 1) de ambachtsheerlijkheid van Overblocklant, gelegen in het land van Arckel met tienden en kerkgift en toebehooren, uitgezonderd ⅓ deel van de tienden gelegen in die Beemte, gelyk heer Splinter van Loenresloot die toe te behooren plagen; 2) 11 morgen lands in Lederbrouck, die Mourissen waren; 3) 6 morgen lants op die Borgelen; 4) 6 morgen lants gelegen tot Oesterwyck in die Smaelstrijpen die mit Florys van Kijfhoecks zyns oudevaders erfgenamen ende mit Teylingen onderdeelt zijn; 5) 2 koeven lants in Evert die Kueijters lant, ende een eyndeken woerts in der Merwede boven Scalluynenresloot, streckende mitten nederster eynde an des voors. Florys van Kyfhoecs erfgenamen weert, makende tesamen 23 morgen 2 hont lants mit dat eyndeken weerts als voors. is. De hertogen beleenen Gheryt er vervolgens mede. Onder conditie dat indien de heerlijkheid en goederen van Hoochwoude en Aartswoude ooit van Willem voorn. op Gerrit voorn. zouden versterven, dat deze laatste dan de leenen waarmede hij nu beleend is, zal overdragen op Cornelis van Hoichtwoude, hun beider jongste broeder of bij diens dood aan zijn getrouwde kinderen etc

Basius |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 40 1921 p 123/ H.H.B. Binnewiertz: Heemstede 1854 p 60 (lijst met pastores)
Achternamenindex

onder pastoor Basius was het aantal katholieken te Berkenrode zodanig toegenomen dat zij in het oratorium van het slot Berkenrode niet meer konden samenkomen, vandaar dat met toestemming van de schout een afzonderlijk bedehuis werd gesticht; onder zijn nazaat pastoor Hugla (gestorven 1705-09) werd de pastoorswoning gebouwd en hersteld, waarvoor buiten medeweten van kerkmeesters nog 3000 gld geleend werd van het Haarlemse kapittel; 1705-12-02: geschil over de betaling, schuld moet betaald worden door zijn opvolger Philippus Cavellier, die al de rente betaalde; zijn opvolger pastoor Weerts deed idem: 1732-10-07: rente verminderd tot 3 % onder pastoor Oem; opvolger pastoor Cramer weigert zonder bewijsstukken de rente te betalen. Er zou een schulkerk geweest zijn aan het eind van de Manpadslaan bij de brug over de Leidsevaart, nog lang heette een huis aldaar "de Kapel"|

Berkenrode; zie voor pastoors diverse delen Bijdrage Bisdom Haarlem

1491-03-08 (1490) |

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Vriesland fol 22/Reg Max. Philips fol 7v
Jaartallenindex

koning Max. en Philips beleenen Willem van Hoichtwoude met de leenen hem aenbestorven bij doode van zijn vader Heeren Anthuenis Heere tot Hoichtwoude, te houden van de graven van Holland als heeren van Arckel: 1) de hooge en lage heerlijkheid van Hoichtwoude ban ende van Ederswoudersban, alsoe verre als dat schoutambacht ende schependom strecket te water ende te lande, gelegen in West Friesland, met renten, tienden etc. En die thienden van Wognem. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een roode valk of 2 Vrancr sc; 2) al de thienden tot Airlenderveen met 18 morgen lants gelegen in Lisserbrouck tot een recht leen. Te verheergewaden met een zeel winde of 40 schell dairvoor; 3) die ambachtsheerlijkheid van Overblocklant gelegen in onsen lande van Arkel met alle tienden en de gifte van der kercke en alle toebehooren, uitgenomen dat ⅓ deel van der thiende gelegen in de Beemte ghelijck Heeren Splinter van Loenresloot toe te behooren plagen tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paer witte hantschoen; 4) 11 morgen lants in Lederbrouck die Mourissen waren; 5) 6 morgen lants int Nieuwelant optie Burgelen; 6) 6 morgen lants gelegen tot Oisterwijck in die Smailstrijpen die mit Floris van Kyfhouck des voirs. Willems overoudevaders erfgenamen ende mit Teylingen onderdeelt zijn; 7) 2 hont lants in Evert die Kueijterslant, ende een eyndeken weerts in der Merwede boven Scelluynresloot, streckende mit den nedersten eynde an des voirs. Floris van Kyfhoucs erfgenamen weert tot een recht leen. Te verheergewaden met een roode sperwer of 10 schell

1545-07-01 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. (?) fol 383
Jaartallenindex

Josue van Halveringe wordt na dode van zijn vader heer Zegelyn van Halveringen, Raad en meester v.d. reeckeninge in den Hage, beleend met: 1) het dorp van Hofwegen met tienden en toebehoren, achter de wemeninge, onversterfelijk erfleen; 2) een tiendeken in t oosteynde van Molensgrave [Molenaarsgrave ?], opten Uijlendam in ZH, recht leen; 3) 3 morgen in den lande van Wateringe, oost: de heere van der Wateringe, west: die heren van St Jan te Haarlem, recht leen; 4) een rente van 20 Kar gld, uit een woninge met 7 morgen 3 hont lants, en een smaltiende daartoe behorende, gelegen in den ambacht van Wateringe, erfleen; 5) 11 morgen lands gelegen in Lederbroeck die morassen waren; 6) 6 morgen op Borgelen; 7) 6 morgen gelegen tot Oost[er]wyck in de smalle strijpe, dit met Floris van Kyfhoeks erfgenamen ende mit Teylingen onderdeelt zijn; 8) 2 hont in Evert de Ruyters lant; 9) een eyndeke weerts in de Merwede boven Schaluynresloot, streckende van de weert van Floris van Kyfhoecs erfnamen, tesamen 23 morgen 2 hont, recht leen, leen van Arkel; 10) ½ weer lants van 4 morgen gelegen op Scheydelwyck an de westerse zyde van de gehele weer, ongedeylt, belend west: de erfgenamen van Jacob Snouck, oost: Aert Claesz, streckende totte Scheydelwyck wateringe, leen van Arkel, recht erfleen; 11) 11 morgen lands in den ambacht van Maaslant, belend tevoren heer Gysken van Diepenburch en Gerrit van Alckemade, en nu oost: de middelwateringe, zuid: Cornelis Dirck Smoirsz met zijn kinderen en Jacob Jansz, tot Delft, west: de Middellantse wech, noord: Machteld Dirck Smoirsz weduwe, leen van Voorne; 12) ¼ deel van de tienden in Schakerloo, geheten den Dalemschen polre, dat nieuwe lant daerna gelegen ende Hendrik Kempezoons hoeck, gelegen achter Claes Lanckdoelen met syn toebehoren, het andere ¼ deel behoort den heer van Bergen opten Zoom, onversterfelijk erfleen; 13) die Vestmeet mitter graft ende mitten wech daertoe behorend, gelegen in Spykenisse met een duyfhuys daerop te setten, en 10 sch per jaar uit onsen schote tot Biervliet, leen van Putten. Daar Josue onmondig is, doet Claes van Damme de eed; 1562-09: doet hij zelf de eed, in handen van mr Cornelis Zuys, stadhouder van de lenen in Holland

present: Jacob van der Does, Adriaen van Damme, Adriaen Le seur [er staat: Lepeur], Pieter van Berthouts [!]