7 resultaten
Wittens |
Batavia Illustrata bl 974, 878, 1027
Achternamenindex
genoemd: Jacob Wittens x Jacomina Weitsen, hieruit: Jacob de Witte x Clara van Raaphorst; mr Witte Wittens x Machtild Booth; Benedictus Wittens x Henrietta van Nispen
Wittens |
Navorscher jg 1880 p 387, 1881 p 108, 1882 p 29, 30, 1886 p 200, 283, 1894 p 393, 1916 p 427, 442
Achternamenindex
informatie over de familie Wittens
Weitsen |
Batavia Illustrata bl 1018, 974
Achternamenindex
genoemd: Jacomina Weitsen x Jacob Wittens, zoon Jacob de Witte baljuw van Goes, stierf in 1613 x Elisabeth van der Myle
1565-04-09 |
R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 130v, fol 185, oud 51v
Jaartallenindex
de koning beleent Harper van Raephorst Heynricsz na dode van zijn vader Henrick van Raephorst met die hofstede van Raephorste ende alle dat land leggende westwaarts van den Papenwege ende binnen den banne, daer die voors. woninghe in staet, gemerckt an die een syde metter wateringe, an die ander syde metter broucklande. Soo groot als zijn vader die beseten heeft gehadt, behalve 36 morgen 2 hond 92 roeden land gelegen in de voors. hofstede van Raephorst, door zijn vader aan mr Witte Wittensz, Raad in onsen Hove van Holland, overgedragen en nu door mr Witte in leen gehouden wordt. Te houden tot een erfleen. Op 1565-08-09 oorkondt koning Philips dat jhr Harper van Raephorst, schiltknape, hem opdroeg tbv mr Witte Wittensz, Raedt extra ordinaris in den Hove van Holland, 16 morgen 436 roeden land, west: de Horstlaen, zuid: de veenwatering, oost: jhr Harper van Raephorst, noord: jhr Harper van Raephorst met sijn Suijrevelt, en dat hij mr Witte Wittens vervolgens hiermede heeft beleend
Willem van Berendrecht, Johan Huwaert, Claes van Duyn, Adriaen le Seur, Dirck Adriaensz, Pieter Herwyer, leenmannen; 1565-08-09: Willem van Berendrecht, Pieter Herwijer
1519-03-03 (1518) |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 15v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat aan ….. Frederick van Renesse van Wulven heer van Malle ….. gebleken is bij brief van 17 Febr. j.l. bezegeld door Crispyn Jansz van Boschuysen, ontfanger van onsen espargne, dat deze in het openbaar verkocht heeft aan Engel Dircsz 9 ½ gemeten lands in de ban van Oostvoorne, die wijlen Merten Claesz in zijn leven van de heerlijkheid van Voorne in rechten leen gehouden had. Karel beleent vervolgens Engel Dircsz met deze 9½ gemeten in de ban van Oostvoorne, waarvan 11 lynen gelegen zijn in den Goudthouck, 2 lynen gemeen met Jacob Yemantsz c.s. in een stuk land van 10 lynen binnen deze landmerken, noord: die Heerwech, zuid: die brootsusteren v.d. Briel, oost: Papenhoeck. De 4 lynen binnen deze lantmercken, zuid: die deken van St pancrascapelle te Oistvoirne, west: wijselve als heer van Voorne, oost: het jaergetydelant van mr Jacob Yemansz, noord: onse wech. De 5 lynen: zuidwest: de H. Geest van Oostvoorne, noord: mr Jacob Haddenzoons capelrielant, oost: de H. Geest v.d. Briel. De 4 gemeten liggende in t Middelant, waarvan 3 gemeten belend zuidwest: die joncvrouwe van Oosteynde met heer Ariaen Gysbrechtsz capelrielant, west: die Heerweg, zuidoost: Adriaen Jan Maertsz, noordoost: die lange meet. Ende t vierde gemet liggende met heer Adriaen Gysbrechtsz en de jvr van Oosteinde gemeen in een stuk land van 4 gemeten, west: de heerwech, zuidwest: Willemken Wittens jaergetyde land, noordoost: de lange meet, en 2 gemeten min een ¼ gelegen in scijteweeck, zuidwest: het kapittel van Oostvoorne met Pieter volkincszoon, oost: St Katherine susterhuis in den Briel, noordoost: de grafelijkheid. Te houden tot een recht leen
Jacob de Voicht, pensionaris der stad Antwerpen, mr Cornelis Anthuenisz, secrtaris van de camer van onsen Rade in Holland, Cornelis Barthouts, Simon van der Goude, leenmannen
1569-09-19 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 15, 14v
Jaartallenindex
Jan vrijbaenreheere van Merode, grave van Oolen, baenrehere van Petershem, Perweys, Duffel, Walhem etc, ambachtsheere van Ridderkerk en Yselmonde, here tot Diepenbeke, Herlaer, Ghestel, Ympde, Wolverthem etc, en de heere van den lande van Geele, westerloo, Hersselt, oorkondt dat hem competeren 600£ Arthoys erfelijke rente van 1000£ sjaars, als wijlen Margriete van Heurne, wettige dochter heren Aerts van Heurne in zynder tydt heere van Gaesbeeck voor stadhouder en mannen van lene van Brabant op de heerlijkheden van Gaasbeek, Heeze en Leende bezet zijn geweest. De graaf van Egmond begeerde Heeze en Leende uit deze band te ontslaan en te vervangen door het graafschap Egmond en de heerlijkheid Beyerland. De hypothequering op deze was vervolgens gevraagd voor leenmannen van Holland op 157-08-01. Hij machtigt nu Frederick Ottensz om de rente onder hypothequair verband als boven, in leen te ontvangen voor de stadhouder van leenen. Gedaen op onsen sloete van Petershem; 1569-11-04: koning Philips oorkondt dat Frederick Ottensz als gemachtigde van heer Jan van Merode heer van Petershem hem verzocht beleend te worden met een rente van 600 gld, verzekerd op het graafschap Egmond en de heerlijkheid van Beyerland, ten laste van onze heer Lamoraal grave van Egmond. De koning beleent hem ermee
mr Aernt Verhoeck, Cornelis de Jonge here van Baertwyck, heer Splinter van Argen here van Oesterwyk, ridder, Reynier van der Duyn, Witte Wittens, Raden in onsen leenhove, mr Cornelis Oem, Pieter Herweyer, Jan Beuckevort, leenmannen
1571-11-29 |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 654-673
Jaartallenindex
sententie v.h. Hof v. Holland tussen jvr Wilhelmina van Haeften, vrouwe douagère van Assendelft, de exec. test. van het testament van wijlen jhr Nicolaes heer van Assendelft en de voogden over jhr Floris van Assendelft, enige erfgenaam van wijlen jhr Nicolaes, contra jvr Catharina van Assendelft, vrouwe douagiere van Helmont en jhr Johan van Assendelft. Jhr Nicolaes stelt dat hoewel hij gezworen had tot voor de Grote Raad toe, dat hij zijn lenen en goederen niet zou vervreemden, en zijn vader here Gheryt heer van Assendelft beloofd had hem niet te onterven, zijn vader hem in het jaar 1541 december gedwongen had de geestelijke stand te omhelzen, mede onder voorwendsel dat hij na zijns vaders dood nog geen 100 Kar gld uit zijn goederen zou kunnen ontvangen. Vooral zijn tante Catharina van Helmont achtervolgde hem met deze plannen. Hij was toen nog jonc van jaren en nog geen 24 jaren oud. Hij werd vervolgens proost van Arnhem. Daar zijn enige zoon geestelijke geworden was, vroeg en verkreeg heer Gheryt van de keizer octrooi om over zijn leengoederen te beschikken, hetgeen hij deed ten bate van here Otto van Assendelft, zoon van heer Floris van Goudriaen, gehuwd met de jvr van Cruyningen, terwijl here Dirck van Besoyen het huis te Honingen e.a. goederen zou erven, juffr. Catharina v. Assendelft 5 à 600 Kar gld en het huis waar Willem van Sevender in woonde. Alles blijkende het testament dd 1547-04-14 en jvr Beatrix van Assendelft een gouden ketting ter waarde van 600 Kar gld. Na het overlijden van jhr Dirc en heer Floris van Assendelft vulde heer Gerard in 1555 zijn testament aan. Na een ernstige ziekte overleed heer Gerard in december 1558. Des anderen dages na diens overlijden had de heer van Goudriaen zich naar Heemskerc begeven om t huys van Assenburch te invaderen. Terstond daarop had Nicolaes bij den koning het door deze aan zijn vader verleende octrooi aangevochten, als verleend op valse gronden (dat hij vrijwillig geestelijke geworden was). Het Hof verklaart het aan wijlen heer Gerard verleende octrooi tot testeren nietig, en diensvolgens ook alle daarna door heer Gerard gemaakte disposities, en verklaart jhr Nicolaes te zijn geweest diens naaste leenvolger. Gedaagden worden veroordeeld in de helft van de kosten, compenserende de andere helft. Vincent van Wieringen, procureur van gedaagden, appelleert van dit vonnis op de Grote Raad te Mechelen
gedaen in den Hage bij mr Dominicus Boot, mr Adriaen van der Houf, mr Johan van Lesanen, mr Willem van Criep, mr Willem van Coornhuysen, mr Cornelis Oem, mr Witte Wittens, mr Charles de Smijtere, mr Jaecques du Quesnoy, mr Reynier van der Duyn