Vries, de | 1567-1568

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 606

Achternamenindex

Geertruid de Vries gehuwd met Pieter van Brugge, die tevens gemachtigde is van Claes Adriaansz van Meerdervoort en Adriaen de Vries, als erfgenamen van Machteld Adriaen van Meerdervoorts natuurlijke dochter; aan haar was een legaat toegezegd dat echter van 1538-1551 niet uitbetaald was; in 1552 proces voor het gerecht dat zij en haar broer wonnen. Daarna voor het Hof van Holland, en appèl voor de Grote Raad

1502-02-11 (1501) |

G.A. Haarlem Inv I no 1995 Lade X/Arch Klooster der Vrouwen Broederissen Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dattet gewijst is mit vonnisse der scepenen dat mr Frans Roeper, priester, wesen sal in den eygendom ende besitte van alle des cloesters ende convents goeden van den Vrouwen Broederissen die tselve cloester heeft binnen Haerlem, alsoe dieselve goederen den voorn. mr Frans Roeper geeygent ende verstaen zijn na den rechte van der stede ende na inhout zijn wonnen dage die hij dairof heeft menen mochtet weeren mit recht

Dirck Spijcker (zegel: een keper beladen met 3 rosen [?], rechts boven een 6 puntige ster), Frans Gerijtsz en Jan Foppenz, schepenen

1502-02-18 (1501) |

G.A. Haarlem Inv I no 1995 Lade X/Arch Klooster der Vrouwen Broederissen Haarlem

Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dattet gewijst is mit vonnisse der scepene dat die schout of zijn gewairde bode sculdich is alle des cloesters van den Vrouwen Broederissen tilbaer goederen in behouden hant te doen tot behoef van mr Frans Roeper, priester, ende dat de zusteren van der Vrouwenbroederissen sculdich zijn hair cloester ende huysinge te ruymen binnen 14 dagen, alsoe t de voers. mr Frans geeygent ende verstaen is na den recht van der stede, ende na inhout zyn wonnen clage, die hij dair of heeft men en mochtet weeren mit recht

Willem Engbrechtsz Ramp, Geryt van Warmondt ende Claes Jansz Kantart, schepenen

1400-04-04 |

Bissch Arch Haarlem 11 kl A no 4

Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat voir ons quam her Hughe Woutersz, priester, ende coes Bartout van Assendelf tot enen medemombaer mit hem te wesen voir Ghijsbrecht Jansz daer God die ziel of hebben moet, van den huse metten erve dat Wonnen Symon Galen weduwe plach te wesen ende gheleghen in Dirc Gheretsz steghe, belend an die een zide: Fije Jan Pijlszoensdochter, an die ander zide: die husinghe mitten erve daer her Willem Jansz en her Philips Aerntsz priesters mombaers of syn, afterwaerts streckende an die husinge ende erve die Symoen van Zaenden Gherytsz plach te wesen, in allen scijn ende in alre manieren als die scepenbrief inhout die daerof is, roerende van den huse voirn. (vgl 1396-06-24)

Ysbrant van Sparenwoude en Jan van Spaernwoude (zegel van beiden: klimmende leeuw), schepenen

1533-03-30 |

Kroniek Hist Gen jg 1851 p 78/Arch Mathenesse

Jaartallenindex

testament van Ernst van Ysenderen van Sterkenburch, schildknaap. Voert zoe sal oick alle jaer op ons lijeffs Heren Hemelvaertsdach die pastoer en de coster van Nederlangebroick doen ende houden een schonen singen den dienst in de cappelle van Starckenborch van St Gangulphus, patroon van Starckenborch, mit die memorie van de broederschap van Starckenborch, ende bidden voer al diegenen die in de voors. broederscahp zijn, nemptelicken voer mij ende vrunden, huijsvrouw, beider ouders, vriende en magen voorn, ende die in de Vyf en twintig hoeven ende oeck in den gerechte van Starkenborch wonnen ofte bouwen, daervan een memoriboek wesen sal. Ende waert zaicke dat die voirn pastoer mijt den coster nijet en quam tenzelven daghe om den voorn. dienst te doen, zoe sal die cappellaen van Starckenborch den dienst doen. ende alle die broders van de voorn. broederschap die opten voern. dach comen to Sterckenborch ende aldaer misse horen ende offeren ende aldaer bij Starckenborch blijven eten, zullen elck van hem hebben een vaen biers. Oick sullen alle manspersonen die in de voorn. broederschap syn, geven na hoer overlijden 12 Phil st insgelick die vrouwen van de voorn. broederschap 6 Phil st tot behoef van de voern. capelle

1476-11-21 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 69v/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

van onse lekebroeders. Broeder Symon Jansz van Monckedam. Dese goede broeder was professyt in der derder oirde ende was zeer cranckelike van lichaem waer om dat hem dat convent niet gaern ontfanghen woude, want si mosten hoer broetgen winnen mit groten arbeit. Mer om bede willen van veel goede eerbare mannen nae inhouden van den brieve die wi daerof hebben soe is hi anghenomen op alsulcker condicie dat het convent soude hebben dat lantgen dat leit naest onse convente, die derde acker van die dijccamp ende soude oec daer bliven nae syn doot. Daer nae is hi oec ghegaen voer een notaris ende tughen ende heeft dat lantgen voers. syn convent ghemaect in een testament, ende daer hebben wij of een instrument. Ende wi hebben 25 jaer nae syn doot anspraeck ghehat mit een seventuuch van sijn erfnamen, ende wi wonnen die seventuuch, mer het heeft ons wel ghecost t Utrecht ende in den Haech te wesen boven 3£ groot. Ende hi is ghesturven int jaer ons Heren 1476 op St Cecilien des maechden avont, nae dat hi bi ons ghewoent had 25 jaer

1355-04-30 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 39 fol 100/Reg E.L. 23 fol 65v

Jaartallenindex

schout, schepenen en raedsmannen der stede van Delft oorkonden dat wi quit geschulden hebben bi rade en goetduncken onsen goeden luden van onser stede gemeenlyck, alle brieve ende hantvesten die wi hadden of gehad hebben, bezegeld met onse L.Vr der gravinne van Henegouwen en hertoge Willems, haar zoons, ons liefs heren zegelen tot deser tyd, roerende der gemeenre stede voors. ons nimmermeer dairmede te hulp en in gheenre manieren ende schelden alle beloften ende verbande quite, die onse heer gegeven heeft, sonder dat onse onse lieve heer geloeft en gesworen heeft te houden ende te doen al dat een goet heer sinen luden sculdich is te doene, soe waer die stede van Delf borge is, voor onsen lieven heer ofte voir sinen voirvaders sel onse lieve heer voors. of sine nacomelingen die stede quiten na dien dattet die stede betogen mag, ende geloven ons nimmermeer te verbinden met yemande buten ons liefs heren wille ende goetduncken of synre nacomelingen, ende geloven geen landpoorters buten onser stede vrihede te houden, sy en sullen wonnen met haren woenste binnen der stede vrihede, behoudelic onser stede alle hare brieve en hantvesten die wi hebben van den grave die te Vryesen bleef, ende van sine vorvorderrs. Ende omme dat wi alle dese voirs punten vaste en stade houden sullen, voor ons ende onse nacomelingen, soe hebben wy desen brief open bezegeld mid onser stede zegel

Voorne, van | 1340-07-09

R.A.H. Coll Aanw 35 fol 180/Reg EL 32 fol 27v

Achternamenindex

graaf Willem oorkondt "dat wi bi onsen bailju van Rynland ende Woirden, ende bi Gheret Heynenz onsen rentmeiser van Noirthollant ende van Woirdenlandt geloven dien van Coenecoop alse van den 100 morgen lants die si coften jegens onser nichten der Vrouwe van Voirn, die coep gestade te houden", "voirt soe hebben wi hun gratie gedaen, dat alle diegene die wonnen in ons selves ambacht in Waddincxveen land mogen hebben in Coenencoep ende dat oirbaren geliken dien van Coenencoop. Voirt ist voirwaerde soe wie van hun luden een hond landts van Wittenveen opbouwt te corenlande, die heeft oirlof te delven t synen goeddencken 20 hond turfs, ende diet daerboven, ende na dien dat si veel opbouwen ist meer ist min, dairna mogen si turf delven alst voirs is"; daarvan moeten zij 60£ afdragen

1542-10-28 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang fol 39v; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 170/Reg Nassau fol 115

Jaartallenindex

Antheunis van Amstel van Mynden wordt na dode van zijn vader Antheunis van Amstel van Mynden beleend met: 1) die heerlijkheden en goeden van Mynden, Loosdrecht, Mienevelt, Loonrevene bij der Vechte gelegen, met thienden, renten etc, tot een erfleen; 2) een saete lants, 24 morgen, gelegen in Lonerkerspel, west: die Anxter, noord: Claes Kerstensz, Dirck Bermz, Heyn Loefsz en Lysken Boetermans, zuid: Roever Aernt Loefsz, Dirck Berm ende Claes Willem van Cleijn zoon, tot een recht leen; 3) 8 morgen lants in den ambacht van Mynden in een hoeve onderdeelt van 16 morgen, belend boven, zuid: Willem Wommen [of Wonnen = Wouman ?], beneden: hij zelf met 6 morgen gelegen in den Loosdrecht, opstreckende van die Vecht tussen die Drecht en die Blocklane, tot een recht leen; 4) het slot en huys tot Mynden met 6 morgen land in de Loosdrecht, opstreckende van de Vecht, tussen die Drecht ende die Blocklane, erfleen; 5) 14 morgen lants geheten die Nesse; 6) dat slot ende huys tot Croonenburch mit den boomgaerden, cingelen, landen, renten, tot een recht leen. Dit slot zal altijd ons open huis wezen. Behoudens ook ons en onse erven het recht van lossing; 1576-04-12: in 1572 is zijn enige zoon overleden, na in Leuven en Douai gestudeerd te hebben en licentiaat in de rechten geworden. Hij verzoekt nu zijn lenen te mogen doen komen op één van zijn 7 dochters; door de koning omgezet in onversterfelijk lenen (1578-03-15, 1578-07-14)

leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer tot Hofwegen, Raad Ord en meester van onse reeckeninge, mr Cornelis Jansz, advocaat aldaar, Cornelis Barthouts, Willem van der Criep, Jacob van Boschuysen, Anthonne Lebucq

1578-07-14 |

R.A.H. Coll Aanw 141 fol 181-184/Reg Nassau fol 120

Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat Antonis van Amstel van Mynden heer van Cronenburg, schildknaap, hem heeft opgedragen tbv zijn dochter Clementia van Amstel van Mynden: 1) alle de heerlijkheden en goeden van Mynden, Loosdregt, Nieuwerveld ende Loendervene bij der Vegte gelegen, met tienden, renten etc, erfleen, 2) dat slot ende huijs tot Mynden met 6 morgen land leggende in der Loosdregt, opstrekkende van de Veght tusschen die Dregt ende Bloklane, erfleen, 3) het huis ende slot van Cronenburg, metten landen, cingelen, boomgaerden en wallen omme denselven huize ende slote gelegen, tesamen 5 morgen land, 4) 8 saten lants, tesamen 106 morgen, 5) de thienden, thiensen ende staande renten op landen en huisen, die wage ende windmolen, de swanerye in de riviere van de Vegt aldaar, visscherye in de grafte van den huize van Cronenburg. Mitsgaders de gifte van de pastrye ende costerye, de hoge heerlijkheid op den voors. huise en slote van Cronenburg en op de 5 mergen daarop gelegen, 6) t verheffen van twee agter erflenen, de ene gelegen tot Hoogwoude in Westvriesland, d'ander in Capelleland omtrent de Beverwijck, 7) het schoutambacht van Cronenburg, onversterfelijk erfleen, 8) een gesate lands, 24 morgen, daaronder de voors 5 morgen mede begrepen zijn, blijft 19 morgen die bevonden worden meest onland te wesen, gelegen in Loenrekerspel. Streckende met den westeinde van der Anxter, belend noord: Claes Kersgens, Dirk Berns, Hein Loef en Lijsbeth Bottermans, zuid: Roemer, Aernt Loef, Dirk Bern en Claes Willem van Cleinsoon, 9) 14 morgen land geheten die Nesse, 10) 8 morgen in het ambacht van Mynden in een houve onderdeelt van 16 morgen land, belend boven: Willem Wonnen, beneden: de voors. heer van Cronenburg met 6 morgen land gelegen in der Loesdregt, opstrekkende van de Vechte tussen die Dregte ende Bloklane. Onversterfelijke erfleen. Hulde doet voor haar Steven van Linden als haar gecoren voogd (vgl 1578-03-15)