20 resultaten
Dalem, van | 1414-06-24
Oorkonden Norbertinessenklooster St Catharinendal Breda no 219
Achternamenindex
voor Florys van Ryswyck en Peter Bille, schepenen te Hertele onder Terheyden, getuigen juffrouw Sophie van Dalem, vrouw van Zebrecht Tierloet, en de kinderen van Zebrecht Tierloet met hun voogd, geschonken te hebben aan het klooster StCatharinadal een erfcijns naar een schepenbrief van 1399-12-16
Gillis Zebrechtsz | 1342
Rek Rentmeester Zuidholland p 253
Voornamenindex
uitgegeven van mijns heren mannen: Zebrecht Zebrechtsz van het leen van zijn broer, "dat bi Gillys Zebrechtssoens, sijns broeders, levende live verschenen was te Bamisse int jaer 1341, 8 £", maakt 6 £ 17sc 2d
Dalem, van | 1554-02-19
Arch Nassau Domeinraad regest 3305
Achternamenindex
Zebrecht Jansz en Adryaen Jan Petersz, schepenen van Dongen oorkonden dat Cornelis, Jan, Adryaen en Christoffel, Jan Cornelisz kinderen, hebben getransporteerd aan de rentmeester van de prins van Oranje voor Dongen hun aanspraken op een erf bij de hoeve geheten de Waeijser aldaar en beloofd hebben hun broer Roelof en hun zuster Margriet hetzelfde te zullen laten doen
Dalem, van | 1438-06-26
Arch Nassau Domeinraad regest 1375/ notaris Petrus Gerardusz Block de Fine; Nieuw Biogr Woordenboek VIII p 359/Necrologium Breda
Achternamenindex
Wilhelmus van Donghen, man van wapenen, heer van Donghen, maakt zijn testament waarin hij Lysbet natuurlijke dochter van hem en Lijsbet Zebrecht Feijtersdochter een beemd, geheten de Molenvloet, met 2 hoeven moer naast het riool en 2 ½ sestertie rogge jaarlijks uit de Lichtenberch vermaakt, en de hoge heerlijkheid van Donghen aan zijn broer Johan, om na diens dood te komen aan Johanna gravin van Nassau; 1438-06-25: obiit Willem van Dalem heer van Dongen
executeurs: Johannes van Nassouw, Nicolaas uten Campe, Wolterus van Wisschel en Wilhelmus Stephanusz Walen
1412-07-12 | Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 91v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
scepenen in Oesterhout oorkonden dat Jan Sier alse voocht en momber Henrics zyns broeders kinderen erkent namens deze kinderen verkocht te hebben aan het Sartroysen convent te St Gheerdenberge, 300 roeden beemde lants gelyck dat zij gelegen tussen die Dongha en den Gronendyck oist ende west en tussen des convents erve an beiden ziden zut en noort. Ende vrij met heren thynse. In welken voors. erve brueder Hughe van s Gravensande, procurator des convents voirs. gevest en geerfd is met vonnis en met recht tot behoef van den convent voirs. Ende Note Godevaertsz is waarborge als van der voirs. kinders vaders syde, ende Zebrecht Zebrechtsz als van der voirs. kinderen moederzyde. Oic hebben Jan Sier voirs. en Jan Petersz alse van der zyde der kinderen voirs. Gherit Stepensz en Arnt Stephensz alse van der moder zyde ten heyligen gezworen ende op haeren eedt genomen dat zij op desen tyt gheen beter orbaer en weten met desen erve voirs. tot der kinderen behoef. In kennisse etc bezegeld met onsen zegelen
Gheldolf Haec en Roelof Staessenz, schepenen
1475-08-25 | Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 92v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Breda oorkonden dat here Nyclaeus Hoesden, prior en here Dirck Visscher, procurator van het godshuis van de Sartroysen bij den Berghe met horen voocht Zebrecht Marcelisz, aan die ene zyde, en Bartelmeus Jan Brouwersz, Raes Jan Vranckenz, Jan van der Spout, als schepenen van Oesterhout, ende Henrick Jansz van Ghilse, Adriaen Heyn Oemenz en Gheryt van Ophoven bedesetters namens het dorp, ter ander zyde, zich onderwerpen aan de uitspraak van de heren mr Willem van Alphen, persoen van der kerke van Breda, en Gheryt Cristus en die voirs. Bartelmeus en zijn mede parthien in [?] Cornelis van Bruhezen, rentmeester slants van Breda en Adriaen van Lier, scout en rentmeester van Oosterhout, in het geschil tussen de beide genoemde partyen over de aanslag in de quote die tbv de hertog door party 2 aan party 1 opgelegd. Bezegeld met onzen zegelen 29 (!) Aug. 1475. Op 1475-09-15 doen de zegslieden hun uitspraak die geoorkond wordt door beide bovengenoemde schepenen van Breda. De uitspraak luidt "dat als die somme van der bede die helft meer of hoger sal wesen dan zij was in den jare 1464, do dit voors. overdracht gemaakt werde (waarbij de bijdrage van de Carth. bepaald werd op 25st), so sal dit voirs. convent jaerlyks geven ½ meer van allen hueren goeden die zij nu hebben, te weten 50st, ende desgelyken als die bede voors. 2 of 3 maal of daer boven hoger is en meer dan in den jare 1464, so sal dit voirs. convent gehouden wesen, eens, twee- of driemaal te hoogen". Wordt de aanslag verminderd dan zal de minimum-betaling toch niet lager zyn dan 25st. Bezegeld mit onzen zegelen
Peter van Buijten en Willem die Bije, schepenen van Breda
1416-05-28 | Steloe
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 97v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"Desen brief is doorgestoken den brief voirs. ende is die 4e brief van dezen 3 sesteren rogs voors, ende daer Jacob myns heren zoen desen rogge ons mede gewonnen heeft". Schepenen in Oesterhout oorkonden dat Jacob myns herenzone als voocht en momber van het Carthuizer convent bij St Geerdenberg, voir ons ghewonnen heeft mit vonnisse en met recht 3 zesteren rogs erfelyke pacht, die welke onse lieve here heer Willem here tot Oesterhout was in voorleden tyt beset en gegeven heeft in salicheyde zyner ziele en in rechter testament, aan der Godshuse en convent voirs. te heffen jaerlyks en erflyc op huysinge hoeveninge en erve tot Steloe, daer Gheryt Gherytsz nu op woent, houdende 16 morgen, zoals de doorgestoken brief dat inhout
Zebrecht Zebrechtsz en Roelof Staesenz, schepenen
1431-01-20 | Steloe sub Oesterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 126v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"den brief van Arnt Haghens lant et Resignatio Godekyn ende t is leengoet". Schepenen in Oesterhout oorkonden dat Godewart Aernt Haghensz kende en lyde dat hij overgedragen en quitgescouden heeft bij zynre ghemeenre vrienden rade, den prior v.d. Sartroysen bij St Geerdenberge, al alsulke erve en have als hem bleven en bestorven zijn van dode zynre moeder Lysbeth, en doede zynre vader Aernt Haghenz tot wat steden zij gelegen zijn binnen Oesterhout tot Steloe, daer zyn vader te wonen placht in t laatste van zinen live, gelegen op die noordzijde van der hoven, met alzulker voirwaerden dat zij betalen zullen zijns vaders wettige schult, testament ende vlede [= verleden ?] dies zullen zy hem utreyken een zester rogge jaarlyks alzo lange als hij leeft etc. Bezegeld met onsen zegelen. Gegeven anno dusent vierhondert en derich ende een. twintich daghe in Januario (vgl 1431-01-20)
Zebrecht Zebrechtsz en Roelof Staesen, schepenen
1411-08-03 | Vraechel sub Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 100v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"den brief van 8 lopen rogs die Jacob myns heren zoen ons gaf". Schepenen in Oesterhout doen cond dat Cleijs Aernt Cocsz erkende schuldig te zijn Jan den brouwer Meusz 8 lopen rogs erfpachts. Onderpand: zijn huysinge en hoeveninge, houdende een bunder gelijk als t gelegen is tussen Aernt Goedevaertsz erve ende dat Valveken tot Vraechel. Vrij met sheren chyns en met 11 lopen rogs jaerlics. Item noch 2 lopen saetlants bij der Aelst gelegen neffen Godevaerts kinderen van Dorst (vgl 1412-12-23)
Gheldolf Haeck en Zebrecht Zebrechtsz, schepenen
1412-12-23 | Vraechel sub Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 100v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"den anderen brief transfix van denselven 8 lopen rogs". Scepenen in Oesterhout oorkonden dat Jan die brouwer Meusz erkende verkocht te hebben aan Kathernie Jan Mastendochter tot St Gheerdenberg 8 lopen rogs erfpachts. Onderpand: de doorgestoken brief
Zebrecht Zebrechtsz en Roelof Staesenz, schepenen