1516-03-12 (1515) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 86, 86v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Jan Cornelisz opdroeg 2 morgen land in Noordeloos, streckende van der Thiender watering zuidwaert tot den dweerssloot. Leen van Arkel. Ten behoeve van Adriaen Cornelisz, behouden zijn vader Cornelis Pietersz zijn lijftocht daaraan. Met het verzoek om Adriaen Cornelisz hiermede te belenen. Op 1517-01-31 (1516) wordt Adriaen Cornelisz met dit leen beleend tot een recht erfleen, leen van Arkel

Anthuenis van Zuilen van Nivelt, Karel Grenier, procureur-generaal, en Claes Heindricsz, leenmannen. Daar Karel geen zegel heeft, verzoekt hij mr Claes Essche, Raad en rekenmeester, voor hem te zegelen

1493-07-19 | Bergen

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 14v (fol 8)

Jaartallenindex

koning Max. en Philips beleenen Ermgairt Aerndtsdochter van Dam bij dode van haar vader Aernt van Dam met een stuk lands gelegen in de heerlijkheid Bergen in Kennemerland, ende is groot drie coeweijden, ende belent hebben mit eygen ende met erve oost: Claes Symonszoons erfgenamen, west: Dirck Allaertsz, noord: Willem Tamisz, zuidwaert streckende aen die Bandyck. Binnen achtersusterkindt niet te versterven. Hulde doet voor haar haar man Jan Gerytsz

present: Tielman Oom van Wingaerden, Dirk van Boneem, Floris van Wyfvliet

1505-01-03 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 134v

Jaartallenindex

Philips etc oorkondt dat jonge Hendrik Cnobbout ons opdroeg tbv zijn zuster Margriete Hendrik Cnobboutsdochter een camp land van 4 ½ morgen uit een weer van 18 morgen gelegen in onsen lande van Arckel in het Lange Nieuwe Landt, neffens eenen gelijcken camp lants, ook groot 4½ morgen lants zuidwaert of, die de voors Margriete van ons te leene hout ende wij haer t'anderen tyden beleend hebben bij overgifte van den voors. Hendrik Cnobbout, haar broeder. Vervolgens wordt Margriete ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen, leen van Arkel. Heergewade: een paar wapen handschoen of een oude schild daarvoor. Ende voorts mit sulcken vryheden als onsen lieven over oud oom Hertoge Willem van Beyeren zal. ged. brief, die wijlen heer Willem van Gent an den voors. 18 morgen lants hadde, dat inhoudt ende begrypt. Hulde doet Huge Gysbrechtsz als haar gecoren voogd in deze zake

present: Dirck van Boneem, Reynier Willemsz, clene Jan Bruyn

1487-03-24 | Langdonk

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 57/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

schepenen in St Geerdenberghe oorkonden dat Lysmoet Jans Borchgravendochter, met haar gecoren voogd, erkende dat zij verkocht heeft aan het Carthuizer convent bij dezer stede "een weer lants gelegen in des voors. cloesters lant, van die brantwateringe streckende tot des Gasthuyslant toe der stede voors.". Nota: de ista terra scripsit pater Nicolaes Huesden in suo registro anni 1481: ic heb gecocht des Maendages voer Pinxteren tegen Heyn Omen die helft van den lande dat leghet bij t Zandoel ende hij gemeen heeft met Lysmoet synre nichte, streckende van der brantwateringe zuidwaert tot des gasthuislande van den Berghe toe, voor 325 schild (14 st voor den schilt). Met aantekening over de betaling. Item ad laudem Dei hoc anno scilicet 1488 cum consensu conventus emi de Lysmoet Borchgraef het lant dat leyt by t Sandoel, streckende van der wateringe zuutwart tot het gasthuislande to van den Bergh, ende is groet 4 morgen grote marge., ende leyt ons lande an d'een zide en Goijge Heyne an d'ander side ende heb of betaelt in gelde bij mr Goedevaerte presente vicario et domino Adriano Tac 200 R gld etc

Adriaen Brievonck Jansz [Brievoric] en Jan Adriaensz, schepenen

1476-06-05 | Sandoel

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 121/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

ick Willem die Mombaer Maesz, rechter in den ambacht van Raemsdonc, en heemraden in denselven ambacht oorkonden dat Jan Noeij Jacobsz overgaf met eender vryen gifte ½ van een stuck erfs, ombedeelt, [aan] heer Claes van Hoesden, prior der Sartrusen en den huyse van St Marie bij St Geertrudenberg in den ambacht van Raemsdonc tot des gemeens convents. Noch hebben heer Claes Ariaen Petersz en zijn broeder heer Arian, met hun gecoren voogden, en Jan Ariaensz, Godschalc Henricsz, Michiel Jan Vinckenz, Jan Grottart (!) Jansz, Jan die Roey en Dirck Ariaensz elk voor ¼ deel in een stuk erf, onbedeelt aan heer Claes van Hoesden, prior van het voors. convent. Noch zyn gecomen mr Barys Ariaensz en Claes Henricsz zynre zuster man en gaven over aan heer Claes dat ander ¼ deel in een stuk erfs ombedeelt in den ambacht van Raemsdonck voirs, streckende dit erve van der vryheyt van den Berghe voirs. aen t noirdeynde voort zuidwaert opstreckende totter halver brantwatering toe. Ende gelegen dit voors. erve tussen an die westzijde: Godevaert Henricsz met zyn erven, oost: die Sartroysen. Daar wij heemraders geen gemeen zegel hebben, zegelt Willem Momber Maesz, onse rechter, voor ons (vgl 1502-04-04, 1475-05-16)

Jan Buys Jacopsz, Wouter Gheryt Schaertsz, Jan die Borchgraef Petersz, Godevaert Henricsz, Zegher Ariaensz, Willem Andriesz, Willem Voutszoen [Woutersz ?], heemraden

1506-07-02 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 4v, 5v

Jaartallenindex

Karel beleent Jan Numan met die ambachtsheerlijkheid met den ambachtsgevolg, als maelrye, visserye, vogelrye, jaerschot, veeren ende allen anderen saecken der voors. ambachtsheerlijkheid volgende, van den nieuwen aenwassen, uitgorssen, slycken, rietbroeken etc, gelegen bij Stryen, streckende van der West Mase tot aen t diepte van Stryenmonde, langes den Group, w.w. tot Cromstryen toe, zuidwaert tot Wynckeen toe, oostwaert tot aen 't nieuwe landt van Essche, zoals dit tevoren bij brief gegeven was aan wijlen onsen 1e secretaris en audiencier mr Gheryt Numan, vader van de voors. Jan, aan wie deze erfpacht (leen) aangekomen bij partage gemaakt tussen zyns vaders weduwe en de erfgenamen, en ook bij consent van Jans oudste broer mr Pieter Numan. Te houden tot een onversterfelijk leen, te verheergewaden met een stoop rynwijn Haechser mate (in margine: 2 stoopen Rynwijn naar inhoud van de erfpachtbrief). Voor Jan Numan doet hulde zijn oom en voogd Jan van Outhuesden. Volgt een verklaring van Pieter Numan, licentiaat in beide rechten, dat zijn broer Jan Numan in het voorn. leen zal succederen. Hij verzoekt zijn oom Jan van Outhuesden en Dirk van Boneem, leenmannen van Holland, om voor hem te zegelen. Tot meerder zekerheid plaatst Pieter zijn handteycken hieronder (1506-10-19)

present: Dirck van Boneem, Jorden van Raemsdonck, cleene Jan Bruyn

1483-04-10 |

Carthuizers Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 56a/Carthuizers Sint Geerdenberg

Jaartallenindex

ick Zegher Ariaensz, rechter in den ambacht van Raemsdonck en heemraders in denselven ambacht oorkonden dat Goedevaert Henricsz overgaf met een vrije gifte een stuk erfs in die Langdonck, aan here Claes van Huesden, prior van het Sartroysenklooster bij St Geerdenberge tbv het gemeen convent. Streckende van des voirs. cloesters erve an die noordzijde, ende zuidwaarts streckende totter halver brantwatering toe mit Wouter Jansz ghemeen. Noch is voor ons gecomen Wouter Jansz en gaf over met een vrye gift in datselve stuk een stuk erfs met Godevaert Henricsz ghemeen, aan heer Claes van Huesden, prior voirs. Streckende van t voors cloesters erve aent noordeynd, zuydwaert op streckende totter halver brantwateringe toe, oost en west: de Chartroysen voirs. Ende datselve erve dat Wouter Jansz voirs overgegeven heeft met Govaert Henricsz ghemeen, ⅓ en 1/16 deel in t ander ⅓ deel streckende van der halver brantwatering aen t noordeynde zuidwaert opstreckende totten halven dwerssloet toe die buten den dyck leyt tegen Pieter Snecken erfnamen heyning gelegen, west: Godevaert Henricsz met zijn erven, oost: Pieter Snecken erfnamen mit haren erve. Ende dese voirs. personen als Goedevaert Henricsz en Wouter Jansz beloofden den voors. prior vrijwaring. Daar rechter en heemraders geen gemeen zegel hebben, zegelt Zegher Ariaensz als rechter voor hen

1507-02-05 (1506) |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 25v

Jaartallenindex

Karel beleent jvr Marie, enige dochter van Phillips Ruychrock van de Werve, huisvrou van Willem Oom van Wingaerden, na dode van haar vader Philips Ruychrock van de Werve met: 1) ⅙ deel van alsulke gorssen, landen, slycken, geheten Grisoirde, dunenwairde, die Tonge, Hugenvliet, hellebremsgat ende Battenoirt, gelegen binnen desen mercken "als Hontsloo N.O. waert aff, dat Heydiep van Bomer zuidwaert af, dat Heydiep van Greveninge Z.W. waert aff. Wellenvliet, Herkingen, ende dit Riert (Vriert ?), N.W. waerts. Met ⅙ deel van der moerneringe en brand daartoe behorende; 2) ⅙ deel van den ambachte, ambachtsgevolg, tienden, molen, visserijen, vogelrijen, giften van kerken, boeten en forfeiten van de voors. gorsen en slyken. Leen van Voorne. Behoudens ons onze gelegen en penn uyt onsen rechte van moerneringe, boeten; 3) noch 24 R gld sjaers uit de visserije van Schagercogge. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een nieuw swaart of 10 schell groten daarvoor. Met conditie dat deze 24 R gld sjaars na dode van jvr Marie succederen zullen op Ghysbrecht van Brederode, haer tweeste zoon. Behoudens haar man Willem Oom van Wingaerden zijn lijftocht hieraan; 4) 4 morgen in het ambacht van Ryswijk geheten die Middelmade, oost: Jan Herpersz, zuid: Dirck Gerytsz van Beesde en Caterine Henrick Arentsz, west: dat clooster van Coningsvelt, noord: Jacob Muijs, Jan Paert en t capittel in den Hage. Tot een onversterfelijk erfleen. Voor haar doet haar man hulde

present: Joost van Brederode Jorysz, Bartholt van Assendelft, Lodewyk van Treslong Raessenz, Dirck van Boneem, Tielman van Dullekem, clene Jan Bruin

1516-04-01 |

Carth Raamsdonk anno 1518 no b 10 fol 12/Carth Sint Geerdenberg

Jaartallenindex

schepenen van St Geertruidenberghe oorkonden dat Adriaen Petersz, Godevaert Petersz en Jan die bode, lants gasthuismeesteren ende regenten des gasthuis binnen onser stede, en hebben ingevolge arbitrale uitspraak gedaan door mr Jheronimus Busleden, proost van Ariaen en Peter Lapostelle, commissarissen uten hoghen hoeve van burgemrs, in de ghescillen van sekeren landen en aenwassen gelegen op t Zandoel tussen den clooster v.d. Carthusers gelegen bij onser stede voors, ende onze gasthuse gedeputeert te neder leggen ende voirt na der laudatie des priors ende convents des cloisters voors. metten gasthuismeesteren voirn. aen beyden syden anno 1514 gedaen dieselve sententie te achtervolgen en te obedieren, overgeven met een vryer ghifte met consent des deken en gemeen capittels met derselver stede ende des gemenen gerechts here Willem Bibau van Tielt tbv zijn convent en clooster voir. alle sulke landen en aenwassen als gelegen zijn op Sandoel, zuidwaert aff alre naest Goijken Heynen weer, ende voirt aen gelegen teynden Lysmoet Jans Borchgravendochter der magersweer, Peter Borghgraven weeren ende des beyden weers, welk Jan ende Mergriet van der Heyde darnae Danielle Schairts was, ende nu alle des cloesters van den Cartuseren zijn achtervolge.... den ouden sloot bij onser stede rechterlycken tandren tyden geopent ten halven water to etc. Volgt de brief van de composite voorn dd 1514-10-02 voor de Grote Raad van Mechelen, gemaakt bij mr Geraert Boghaert, lic. in de rechten en pensionaris van Dordrecht, mr Pouwels van Ghilse en mr Gheraert van Drongelen, rentmeester van Oosterhout

1386-03-21 (1385) |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv 68/37/St Elisabethsgasthuis

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Claes Hose, Vrancke Hose, hoer suster Fije met haar momber Andrees jonghe Andreesz, gelieden dat zij verkocht hebben aan het nieuwe gasthuis ⅔ deel van al de nabescreven renten: 1) 6sc sjaers op Ghise Boijden huis en erf gelegen opt Heylighe Lant, twischen Andrees Gheriit Bootszoen an die een zide, Gheertruut Florensdochter aen die ander zyde, 2) 5sc sjaers daer an zuudwaert op Dirc Sto.erciaens huis en erf, 3) 5 (?) sc en 8 penn sjaers zuidwaert daeran op Willaem Colen huis en erf, 4) 8 sc en 4 penn sjaers op Garbrant Hanne Outgersz.z, Jan Claes Aechtenz.z, ende op dat huis en erf dat Griete Claes des Witten rumende metter doot, op dese 3 huizen metten erven voorscr onderdeel, gelegen oec opt Heylighe Lant alc an ander, twisken Symon Jansz an die een zide, Dirc Willaemsz van Scalcwijc an die ander zide, 5) 8 sc en 3½ penn sjaers op Dirc Willaemsz van Scalcwycs huis ende erf voorscr, 6) 12 sc 8 penn en een hallinc sjaars op Reyner Portersz huis ende erf ende op Pelen erstmolen metten erve gelegen twisschen Symon Houscope an die ene zijde, Gheriid van Riedwijc an die ander zide, 7) 5sc 10 penn sjaars op Amelberghe huis ende erf twisken Wouter [?] Baertoudsz en Pieter Gheerlofsz, 8) 2sc 6 penn op Gheertruid Baernts weduwe huis en erf tusschen Claes Jansz van Ghente ende den huis ende erf dat Jan Volkenzoon rumede metter doot, 9) 4sc sjaars op het huis en erve voorscr dat Jan Volkenzoen rumede metter dood

Baertout Hone (3 barenstelen boven elkaar van resp 5, 4 en 3 hangers), Claes Dircxz (een klimmende leeuw), schepenen