14 resultaten
1533-10-29 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 57v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van leenen heer Willem Oom van Wyngaerden, heer van Albrantswaard, ridder, ons opdroeg tbv Jan van Schagen heer tot Burchoorn, 24 R gld per jaar uit die visserij van Schagercogge. En dat hij Jan van Schagen hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen
Joost van Wyngaerden, ambachtsheer van Ysselmonde, Cornelis Barthoud Jansz, leenmannen
Riede, van | 1285-10-13
De Fremery no 235/v.d. Bergh II no 569
Achternamenindex
graaf Floris V oorkondt een overeenkomst tussen de abdij ter Does en Hendrik Splinter zoon [van Gelmen ?] heer Antonie van Riede die de pacht (10 £) van Albrantswaard niet tijdig betaald had
Splinter | 1285-10-13
De Fremery no 235/v.d. Bergh II no 569
Achternamenindex
graaf Floris V oorkondt een overeenkomst tussen Jan Mariasz, meester van Groede, optredende voor de abdij ter Does, en Hendrik Splinter zoon [van Gelmen ?] heer Antonie van Riede die de pacht (10 £) van Albrantswaard niet tijdig betaald had
1520-11-06 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 48
Jaartallenindex
Karel beleent Gysbrecht van Brederoede Jorisz na dode van zijn moeder vrou Marie van den Werve Philips Ruychrocsdochter met 24 R gld per jaar uit die visserij van Schagercogge, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Gysbrecht dit leen over tbv heer Willem Oom van Wyngaarden: 1) de rente van 24 R gld op Schagercogge, 2) ⅙ deel van alle ambachtsheerlijkheden met toebehoren en gevolg van Melissant, Noorderscorre en Wellestripe, te wetene van aldaer te mogen setten scout, schepenen, dykgraaf mitter gifte van der kercken, costerie en andere geestelijke provenen, desgelijks maelrie, visserien, vogelrien, veeren en alle andere profyten der ambachtsheerlijkheid toebehorende, mitsgaders 1 gr Vls van elk gemet land tot erfscote ende oock mede van elk vat biers dat men binnen des voirs. landeken drincken en slyten mach 2 gr Vls erflick. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen. Vervolgens wordt heer Willem Oom van Wyngaerden, ridder, heer tot Albrantswaard, met deze lenen beleend
leenmannen: Jan van Vliet, heer tot Aerntsberge, Frederick van Suylen van Nyvelt, Cornelis Anthuenisz, secretaris van onsen Hove van Holland, Cornelis Barthoudsz
Does, van der | 1481-12-06 (10)
Holl Leenkamer no 119 Caput NH fol 20, 23, no 124 Caput Arkel etc. fol 31v/R.A.H. Coll Aanw 106 fol 52v
Achternamenindex
Adriaen van der Does verklaart gekocht te hebben van Katherine Simon Fredericksdochter met haar oom Willem Stoop haar hofstede en land in Noordwijk, Woutersland geheten; 1481-09-16: overdracht; 1481-12-06: belening. Hij betaalt met een drietal lijfrentebrieven; 1480-09-23: lijftocht van Dirck van Zwieten Willemsz aan zijn vrouw jvr Machtelt Simon Vredericsdochter van de helft van 6£ per jaar uit de heerlijkheid van Albrantswaard; 1521-05-30: jvr Machteld van der Does weduwe van wijlen Dirck van Zwieten met haar neef Gillis van Valkesteijn verkoopt aan Chrispijn Jansz van Boshuijsen de helft van 6 blok tienden in het land van Putten waarvan hij de resterende helft reeds bezat; 1521-07-06: confirmatie van de leenheer
1e zijtak
Gherard Alewijnsz | 1340~
Bijdr Hist Gen jg 1901 p 277, 278/Reg EL 5 fol 106r
Voornamenindex
graaf Willem oorkondt dat zijn klerk Gheret Alewinsz uit Leiden, hem opgedragen heeft zijn huis en hofstede te Leiden, tussen "der Dyetsier heren hofstede ende der Beghinenhofstede te Leyden", en onser hoeven binnen de vrijheid van Leyden, behalve het huis en hofstede van Trude Dirc veren Bavenzs weduwe; ook heeft Gheret opgedragen ten vrij eigen geheel Albrantswaert, tussen de Oude Maas, Poortegale en Rode; vervolgens beleent graaf Willem hem met al deze goederen,het huis te Leiden te komen op zijn dochter Aechte Gheretsdochter en Albrantswaard op zijn dochter Volqui, bovendien zijn die van Albrandswaard tolvrij
1517-02-26 (1516) |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 116, 117
Jaartallenindex
leenmannen van Holland en Zeeland oorkonden dat Jan van Bloijs van Treslong, schildknape, hem opdroeg tbv zijn oudste zoon Lodewyck van Treslong, alle alsulcke thienden als hij leggende heeft in den lande van Schakerloo, ende geheten zijn den Dalemschen polre dat nieuwe landt daeraen gelegen ende Heynrick Kempenzoons hoeck gelegen achter Claes Lancoelen met zijn toebehoren, die Jan van Treslong voors. nu te leen houdt. Hij verzoekt zijn zoon Lodewijk ermede te belenen met dien verstande dat hij zijn leven lang het leen blijft gebruiken. Op 1517-08-16 wordt Lodewijk met dit leen beleend tot een onversterfelijk erfleen. Nota: dat ¼ deel van de thiende van Schakerloo is verlyt den here van Bergen op Zoom bij overgifte van de voors. Jan van Treslong (anno 1497 ut patet Libro A... Archiduc, Caput Zeeland fol 1)
Willem Oom van Wyngaerden, heer tot Albrantswaard, ridder, Jan van Almonde, Jan Willemsz Soete, leenmannen
1533-05-26 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 278
Jaartallenindex
Karel beleent Joost van Wyngaerde na dode van zijn vader heer Floris van Wyngaerden, ridder, onse Raet ordinaris, met een huys en hofstede in den Hage bij den poorte van den bossche, mit boomgaerde, boomen, lant, erven etc. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met 2 paar conynen en voor het zegelgeld ende schrijfgeld 6 paar conynen. Vervolgens draagt Joost ½ van dit leen op tbv Cornelis van Borselen, onse castelijn en baljuw van Muyden, die vervolgens met deze helft beleend wordt
heer Willem Oom van Wyngaerden heer van Albrantswaard, ridder, Arent van Duyvenvoorde, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen
1520-03-24 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 30v
Jaartallenindex
Karel oorkondt: dat voor …... mr Nicolaes Everardi …..., Lodewyk van Beloys van Treslong Jansz met zijn vader Jan van Treslong opdroegen tbv Zegelijn van Alveringen: ¼ deel van alsulcke thienden als gelegen sijn in onsen lande van Scakerloo, ende sijn geheten den Dalemschen polre dat Nuwelant daer an gelegen ende Heindrick Kempenzoonshouck gelegen achter Claes Lancoelen met synen toebehoren, daer t ander ¼ deel of toebehoort den here van Bergen op ten Zoom ende hij verkreeg van Jan van Treslong in den jare 1497. Ende de voors. Lodewijk van ons te leen hield, ende Jan van Treslong renuncieerde van de lijftocht , die hij bij het overzetten van het leen op zijn zoon aan zich behouden had. En dat hij Zegelyn van Alveringhen met deze tiende beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen
leenmannen: heer Willem Oom van Wyngaerden heer van Albrantswaard, ridder, Adriaen van Egmondt, Jan van Nederveen, schiltknapen, Cornelis Barthouts
1520-12-13 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 14v
Jaartallenindex
Karel etc oorkondt: dat voor onse lieve en getrouwe Raad Frederick van Renisse van Wulven heer tot Malle, stadhouder van de lenen in absentie van de graaf van Nassau, gecomen is onse lieve en getrouwe neve, raedt en camerling en ridder van onser orde heere Johan grave tot Egmond here tot Bair, die ons opdroeg tbv zijn broer jhr Joris van Egmond: 1) de heerlijkheden, hoge en lage van Hoochtwouderban en Ederswouderban, also verre als dat schoutambacht en scependom strecket te water en te lande, alsoo als die gelegen zyn in onsen lande van West Vrieslant, met allen renten, tienden, profyten, opcomingen, vervallen rechten. Ende oock daertoe de thiende van Wognum samenlyck met allen hueren toebehoren, also vry en groot en cleyn als dieselve heerlicheden, renten, goeden en thienden in voorleden tyden onsen voorvaderen, graven te Holland, daer sij of gecomen sijn, toebehoord hebben. Mitsgaders dat huys van Hoochwoude en 3 morgen lands daertoe behorende, tot een onversterfelijk erfleen; 2) ½ van de ambachtsheerlijkheid van Spanbroec met alle boeten, tienden, renten, visserijen, vogelrijen, prouffiten, opcomingen en al wat daer toe behoort, tot een onversterfelijk erfleen; 3) ½ van de voorn. ambachtsheerlijkheid. En dat hij vervolgens jhr Joris van Egmond hiermede heeft beleend. Behoudelic de lijftocht van zijn moeder vrou Magdalena van Wardenburch aan deze lenen. Daar jhr Joris onmondig is, doet heer Floris Oom van Wyngaerden heer tot Ysselmonde, ridder, onse Raet, de eed voor hem
leenmannen: heer Willem Oom van Wyngaerden heer van Albrantswaard, ridder, Adriaen van Dorp, Augustyn van Teylingen, Cornelis Barthouts, mr Cornelis Anthuenisz