15 resultaten

1404-03-09 |

R.A.H. Coll Aanw 48 fol 68v/Reg 1401-1404 fol 49
Jaartallenindex

droech Costyn van Renisse heren Jansz van Renisse minen here den hertoge op al ende alinge sulke goide tot sinen rechten erfnamen behoef ende horen nacomelingen als hum aenbestorven syn of aengecomen of besterven mogen

mannen: die Burchgrave van Leyden, heer Hughe van Heenvliet, heer Floris van Borsselen, heer Jan van Heenvliet

1572-09-09 |

drs P.C.J. van der Krogt: Testamenten verleden voor schepenen van Delft p 81 regest 301
Haarlem Algemeen

jvr Marye, dochter van Huybrecht van Woerden van Vliet, wonend te Haarlem, bepaalt bij testament dat al het leengoed dat zij van wijlen haar moeder Anna van Zuylen van Nyevelt geerfd heeft, genaamd laech Akendam streckende van de Cruyswech tot in het Spaarne, en dat in leen gehouden wordt van den huize van Naaldwyk, zal besterven op haar oudste broer jonker Johan van Woerden van Vliet etc. Exerpt uit haar testament

1348-10-16 |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 2/Reg B. Bloys Cas D fol 1~
Jaartallenindex

copia litterae Pieter Kervincsz. Jan van Henegouwen beleent Pieter Kervincsz, Willem Oem, Huge ende Hallinc, sinen broeders, alsulc ambacht als ons ane bestorven is in Duvelant, van Scorin hueren brueder, van ons te houden ten rechten leen. Voert so hebben wi gegeven en geven den vieren voors. 56 gemeten ambachts, die ons alre eerst anecomen sullen en besterven in Duvelant, hem en hueren nacomelingen van ons te houden ten rechten leen. Welc amacht wi hem gelovet hebben en geloven in versettinge van den ambachte dat men hem van onser wegen bewijst soude hebben in Duijflant, ende des nyet also vele ghevonden en weert (?) alse wij 's hem wouden doen beursen

presentibus: Johannis Blonde, Aloude Johannis

1558-06-14 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 56
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Jannitgen Wouter Bogertsdochter met haar man en wettelijke voogd Jan van Zwol hem heeft opgedragen 4 morgen lands te Maersen, belend boven: dat cloester van Brigitten, beneden: Claes van Oestrom, tbv Guert Jan Bogertsz, die er vervolgens mede wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen. Dit alles niettegenstaande het feit dat zij comparante op den 1533-02-19 stilo Trajectensi versocht heeft ende verschijnt gewilt te hebben dattet voors. leen naer haer doot besterven ende erven soude op haer suster Heyltgen, welke dispositie zij mits desen royeert. Onder staat: wederomme versocht den 20e Marty 1565 stilo... [rest ontbreekt] (vgl 1533-02-19, 1567-03-20)

Jan van Almonde, Reynier Moons, licentiaat in de rechten, leenmannen van de grafelijkheid

1491-11

folio 126 CXXIII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Claes Gerytsz is sculdig zijns wijfs vader Wolfaert Claesz van geleend geld 6 £ gr Vls. Claes belooft dat hij niet vervreemden of bezwaren zal de goederen die hem bij zijn vrouw Margriet Wolfaertsdochter of hore vrienden ancomen of op besterven mogen, tenzij bij haar wil of die van haar naeste vrienden

1439-04-09 |

Cartul St Jan Haarlem no 334
Haarlem Algemeen

broeder Dirc Claesz, priester, conventuaal van St Jan te Haerlem, erkent met zijn voogd Boudijn Jansz verkocht te hebben aan zijn broeder Claes Claesz, alle erfenis hem aan te besterven van Ymme, onser beyder moeder. Sterf Claes Claesz vóór Ymme, dan zal zijn vrouw Sophie de helft van genoemde erfenis ontvangen. Sterft deze kinderloos dan zal de erfenis aan Dirk voorn. terugkomen, behalve dat Sophie zal ontvangen 6 gouden Philipp. Holl sc, die men clinkerts hiet, sjaers. Daar broeder Dirc zelf geen zegel heeft, zegelen broeder Gherijt van Schoten, commandeur, en broeder Claes van Schoenhoven, prior van St Jan te Haarlem, voor hem

1563-07-22 | Akendam

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 21
Haarlem Algemeen

Huych Willemsz, buyrman tot Spernwoude, als zone en enige erfgenaam van Willem Jansz, achtervolgende zekere testamentelyke makinge voor notaris bij denzelven zijn vader gepasseerd, draagt op tbv Cornelis Willemsz, zyn natuyrlyke broeder, een huis en erf op Akendam binnen der vryheid, tusschen Hendrick Jansz en Pieter Aelbertsz, achter streckende an Hubrecht van Vlieten land. Met conditien dat het voors. huis en erf behalve t hooyhuys bij den voorn. Cornelis Willemsz daerop getimmert, zal erven en besterven aen de zyde van daer dat gecomen is, indien Cornelis zonder echtelyke dexendenten van zijnen lijve gecomen, kwam te sterven; "om nyet te geeve"

1564-06-28 |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 118v/Leenregister Brederode fol 79
Jaartallenindex

Henrick van Brederode oorkondt dat de broers Jacob, Reynier en Adam van der Duijn, kinderen van wijlen Adam van der Duyn, in het cavelen van hun goederen overeengekomen zjin, dat zo wie die hofstede v.d. Duyn, gelegen te Sevenhuijsen, leen van Brederode, in zijn cavel ontvangt, deze hofstede nimmermeer uit het geslacht van der Duijn zal mogen vervreemden. Bij de caveling is de hofstede aan Jacob van der Duijn ten deel gevallen, die belooft de hofstede niet te zullen vervreemden zonder consent van drie naeste aen wien tselve leen van d'een op d'ander zoude moge besterven. Bij wanprestatie vervalt het leen aan de heer van Brederode, echter zal de naaste erfgenaam of leenvolger van die van der Duijn de hofstede alsdan mogen lossen ofte redimeren voor 1000 £ van 40 gr Vls, waarna de heer van Brederode hem weer met de hofstede zal belenen. Welke belofte van Jacob door Reynier en Adam van der Duyn voor zich zelve geaccepteerd wordt en uijt die name van Willem van der Duijn en die kinderen van Nicolaes van der Duyn, verzoekende op 1564-02-12 de heer van Brederode deze overeenkomst te ratificeren. De heer van Brederode confirmeert nu dit contract (vgl 1538-12-20)

1572-09-09 | Haarlem

drs P.C.J. v.d. Krogt: Testamenten verleden te Delft p 81 regest 301
Jaartallenindex

testamenten verleden voor schepenen van Delft, 1536-1691: juffr. Marye van Woerden van Vliet, dochter van Huybrecht van Vliet, wonende te Haarlem, bepaalt dat al het leengoed, dat zij van haar moeder, wijlen Anna van Zuylen van Nyevelt geerfd heeft, genaamd Laech Aeckendam, strekkende van de Cruijswech tot in de Spaerne, en dat in leen gehouden wordt van het huis van Naaldwijk, zal besterven op haar oudste broer jonker Johan van Woerden van Vliet. Zij benoemt voorts tot haar erfgenaam haar jongste broer jonker Anthoenis van Vliet voor al haar goederen zowel landen als renten die haar vermaakt zijn door haar moeder juffr Anna van Zuijlen van Nyevelt en haar grootmoeder juffr. Jozyne van Ruyven, als ook door haar moeye juffr. Clara van Zuylen van Nyevelt. Jonker Anthonis van Vliet moet daarentegen uitreiken aan haar oudste zuster juffr Emerentiana van Woerden van Vliet, weduwe van Gysbrecht van Bronchorst heer van Bleyswijk, een lijfrente van 1£ Vls, en aan haar zuster juffr. Jozyne van Vliet, professide zuster tot Maryendaal buiten Utrecht, een lijfrente van 3£ Vls per jaar. En nog aan haa rmoeye juffr. Cornelia van Zuylen van Nyevelt, professide juffrouw tot Coeninxvelt, een lijfrente van 1£ Vls per jaar. Eigenhandig ondertekend

1533 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 311, 313, 314
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij ter ootmoediger bede van Johan van der Dussen Florisz, daer moeder af was jvr Barbara van Bochem, denselven suppliant geoctroyeert heeft uyt onser sonderlinge gratie om over al zijn goederen by uiterste wil te mogen disponeren. Vervolg akte op fol 313: hij heeft geen wettige geboorte. De akte eindigt: hebben wij onsen zegel hieraan doen hangen in t jaer ons Heren 1533. Op fol 314 volgt een extract uit het testament dd 1536-01-20: hij vermaakt aan zijn zuster Cornelia x Goyaert van Brecht: - dat huys en slot van den Dussen met een hoeff lants teynden den voors. slote gelegen, synde groot 21 morgen, - die ambachtsheerlijkheid mitten mannen ende manschappen van leengoeden, gruyten, visscherijen, kerckgifte, hem althans toebehorende, - en de zwaandrift die hij van de graaf van Hoorn [lees: Altena] in leen houdt. Hiervoor moet Cornelia binnen het jaar betalen zulke 150 R gld en 2 gld der memorien. Hij vermaakt ook aan Cornelia die wyntmolen mitten rosmolen. Des laet daerof 1£. Welke te heffen heeft enen genoemd heer Berenbrandt. Noch wil de testateur dat zijn zuster Cornelia uyter moolen rycken zal zijn twee neven van Haerdickvelt: Floris en Bruysten, die somma van 300 gld in eens. Soo sullen des goeden boven geroert weder gaen erven en besterven aen den oudsten zoon van Herdinxvelt: Aert genaamd. Is deze dan reeds aflyvig, dan te komen op diens oudste zoon