10 resultaten
1613-09-21
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 132
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Anthonis Jansz bleijcker, oud schepen in onsen banne, erkende verkocht te hebben aan zijn zoon Jan Thonisz, alle opstal, getimmerte, gereedschappen tot zijn bleijckerij behorende, sulckx als hij t selve totten huijdigen dage toe bewoont en gebruikt heeft, staende op de grond van Meyndert van Huessen tot Aelbertsberge. Koopsom 3000 Kar gld
Thonis Jacobsz, schout, Pieter Nijs en Joost Cosyn, schepenen
1630-11-23
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 71v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Willem Thijsz, onse buerman, weduwnaar van Jannetje Jans, voor hemzelf, Jan Pietersz Couhorren en Gerrit Jansz Wijt als oomen en naeste bloedvoogden over de kinderen van Willem, transporteren aan Jan Cornelisz een bleijckerij met huys etc in de ban van Aelbertsberg, noord: Pieter Wanten, zuid: Claes Symonsz Boon, oost: de Heerewech, west; Lucas van Valckenburch. Belast met 1 st per jaar Brederodes erfhuur en 200 gld capitaal. Deze blekerij zal zoveel water uit het meer van Blommendael mogen betrekken als nodig is. Koopsom 725 gld
Jan Jacobsz Dickman, schout, Noije van der Knocke en Bartel Willemsz, schepenen van Tetrode
1612-06-09
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 128v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jacques Camby le jeune, bleijcker van Camericxdoek, wonende achter t huijs te Blommendael in de ban van Aelbrechtsberg, erkende verkocht te hebben en schuldig te zijn aan Pieter van der Hooch, heer van Sprang, residerende tot Haerlem, een jaerlixe losrente van 37 gld 10st, losbaar met 600 gld. Onderpand: zijn huys en bleyckerij in de ban van Aelbertsberg, groot 1½ morgen lants tot een bleijckerij geapproprieert, oost: Willem Jacobsz, zuid: de comparant zelf met een erfpacht, west: een vrouw genaempt Pietermudt, noord: Aris Jaubsz (?). Afgelost juli 1633, getekend D. Keijser
Jan Anthonisz, schout, Gerrit Maertsz en Jan Baelen, schepenen
1604-01-06
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 59
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen te Overveen oorkonden dat Johan Colterman, Raet en rentmeester-generael van Kennemerland en West Vriesland, transporteert aan Gerret Dirckxz Slinck, onse buerman, een gaerenbleijck genaemt de Mol, gelegen in Aelbertsberg, teynden ofte neffens Heussensvaert, groot ruim 1 morgen, nu gebruikt bij Jan Maertsz en Franchois Davidts, beide uit Vlaenderen. Mitsgaders nog 1 morgen weij- en duinland benoorden de voors. bleijckerij gelegen. De bleyckerij belast met 3 gld ende de nollen ofte duinland met 30st per jaar erfpacht voor de heerlijkheid Brederode. Eodem die erkent Gerrit Dircksz Slinck aan Johan (Hans) Colterman deswege schuldig te zijn 2100 Kar gld. Borg voor hem zijn broer Jan Dircksz Slinck, schipper, poorter van Haerlem
Balthasar Cornelisz, schout, Willem Jacopsz en Pieter Willemsz, schepenen
1605-04-19
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 73v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepen in Tetrode oorkonden dat Appolonia Willemsdochter, in absentie van haar man geassisteert met haar zoon Enghel Gerritsz als voogd, en verder de voors. Engel voor zich zelf, erkennen schuldig te zijn aan St Elisabethsgasthuis een losrente van 9 Kar gld 7st 8d per jaar, losbaar met 50 Kar gld. Onderpand: 1½ morgen land gelegen bij rockaers, zuid: die wildernis, noord en west: Baert Claesdochter, oost: Anna Woutersdochter. Engel stelt tot onderpand 2 gedeelten van ⅙ part in de bleijckerij tegenwoordig gebruikt bij Jan van Lier ofte zijn zwager Dirck Jansz, gelegen in de ban van Aelbertsberg, noord: Anna Wouters, west: die wildernis, oost: die kinderen van Jan Jansz Vrijen van Staphorst, zuid: Floris Jacobsz
Balthasar Cornelisz, schout, Crijn Jans Walighen en Jan Dircksz, schepenen
1623-10-05
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 146v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jaques Camby, bleker te Aelbertsberge, erkende dat hij voor de 600 gld bij hem op gisteren onder borgtocht van zijn zwager Pieter Jansz, van de kinderen van Tryn Stoffelsdochter ter weescamer der stad Haerlem gelicht mette rente van dien totter aflossinge toe, etc, verbonden heeft zijn bleijckerij groot 1½ morgen mette huysinge etc. in de ban van Aelbertsberg, oost en west: Willem Jacobsz, zuid: Floris Jansz, noord: Aris Jacobsz. Noch 2 morgen 2 hond erfpachtland, aldaer omtrent mede gelegen, west en noord: Aris Jacobsz, oost: de Delft, zuid: Gerrit Slinck. De voors. Pieter Jansz stelt zich borg voor zijn voors. zwager onder verband van een stuk land gelegen aan de Seijlwech in de ban van Overveen, oost: de weduwe en erfgenamen van wijlen Fredrick Ramp, west: Pouwels Jansz, streckende van de voors. Zijlwech tot Rampenvaert
Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Gerrit Dircksz en Pieter Jacobsz, schepenen
1617-10-24
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 156
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Arent Pietersz als man en voogd van Dieuwer Pieters, Jan Gerritsz als man en voogd van Maritgen Pieters, ende Maritgen Ghijsberts, moeder van de twee voorn. [dochters] en van de 4 onmondige kinderen, met name Jan, Gysbert, Lysbeth en Jacob, geprocreert bij Pieter Jansz Keij, der voors. kinderen overleden vader. Geassisteerd met Symon Cornelisz Campen, buerman tot Aelbertsberg als bloetvoogd van de voors. 4 onmondige kinderen, erkennen van wege de voorn. kinderen wel en duegdelijk schuldig te zijn aan Gerbrich Centen, weduwe van Jacob Gysbertsz, wonende tot Spaerwoude, een jaarlijkse losrente van 62 Kar gld 10st. Losbaar met 1000 Kar gld. Onderpand: een bleijckerij en zeker weyland daeraen leggende, twelk tegenwoordig gebruikt wordt bij Pieter Nijs, bleecker, gelegen in de ban van Aelbertsberg, noord: Maritgen Gysbertsz voors, oost: de Delft, zuid: de Leprozen te Haerlem, west: die wildernis. Desen voors. rentebryeff bi jde voorn. Gerrebrecht Senten besproken sijnde aen de schuldenaars van dien, wert mits desen alhyer gehouden voor geroyeert, 1637-08-03
Hans Aelbertsz Colterman, schout, Gerrit Jorisz en Pouwels Willemsz, schepenen
1602-01-12
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 28v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Reijer Ysbrantsz van Aelbertsberge, nu wonende op ten Hoorn buiten Delft, erkende verkocht te hebben aan Anthonys Jansz bleijcker, wonende tot Aelbertsberge, 1 ½ morgen lants tot een bleijckerij geapproprieerd, in de ban van Aelbertsberg, en dat zonder enige huysinge, timmering of gereedschap, alsoe tselve den tegenwoordigen huyrman Lambert le Jeune toebehoort, west: Pieter Ment, oost: Willem Jacobsz, noord: Arys Jacobsz, zuid: de comparant zelf met de landen door hem van de stad Haarlem in erfpacht genomen, met alsulcke wateringe als bij den voors. huijrman tegenwoordich gebruikt werden ende totte voors. landen behoorende syn, beginnend van de croft van Aris Jacobsz en streckende west aen tot aen den dam ofte werff van Gerrit Dirksz Slinck. Met voorwaarde dat Aris Jacobsz, Willem Jacobsz en Pieter Ment elk ten eeuwigen dage een vrije notweg over het voors. land zullen behouden. Het voors. land belast met een hoofdsom van 400 Kar gld toebehorende mr Jacob Bam (rentende 25 Kar gld). Mitsgaders nog 2 morgen 1½ hont in de ban van Aelbertsberge bij hem van de stad Haarlem in erfpacht genomen, noord: de comparant zelf en Pieter Ment, zuid: de erfgenamen van Jan Pietersz, oost: die Delft, west: Aris Jacobsz. Belast met 40 Kar gld erfpacht per jaar
Balthasar Cornelisz, schout, Gerriet Jorysz en Aris Jacobsz, schepenen
1625-03-03
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 173v
Transportregister Bloemendaal
schepenen in Tetrode oorkonden dat Niclaes Suijcker, oude schout van de stad Haarlem, transporteert aan Lucas van Valckenburch, coopman te Amsterdam, een hooffstede van oudts genaempt "t Hoff t' Aelbrechtsberge" en nu genaempt "het huys te Bloemendael", met een stucke weijtlants, boomgaert, cingelen, laen en een seer vischryck meer ofte visscherije daeraen behorende, groot volgens de metinge van 19 November 1622 bij Hendrick Symonsz Duijndam, gesworen landmeter, 4 morgens min 27 roeden, in de ban van Aelbertsberg. Vrij patrimoniaal goed, onbeswaert. Sonder dat nochtans die bleijckerij toebehorende Outgert Pietersz, oud schepen van Haarlem, en gebruickt bij Willem Jacobsz Schuijt, enig eigendomsrecht op het voors. meer mogen pretenderen. De bleyckery den voorn. comparant toebehorende, die gebruikt wordt bij Jan Losvelt, blijft buiten de verkoping. De blekerijen van de weduwe van Symon Boon en Willem Thijsz mogen uit het meer zoveel water trekken als zij nodig hebben. Overgifte van de transportbrieven van jhr Barthout van Mechelen, vader en voogd van zijn twee zonen, geproceert bij joffr. Anna van Meetkercken c.s. ontfangen heeft. Ook wel verstaende naer dyen onder t voor. lant mede gemeten es een stuckscken ofte cleyn lasken gelegen nevens voors. meer, gecomen van de regenten van het H. Geesthuys, waarover een proces is hangende voor het Hof van Holland, de mogelijkheid bestaat dat dit aan het H Geesthuis gerestitueert zal moeten worden. Koopsom 5400 gld
Jan Gysbertsz van Leeuwen, Cornelis Simonsz en Frederik Pietersz, schepenen in Tetrode
1601-05-29
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 25
Transportregister Bloemendaal
op 29 Mei zoe zyn vergadert ten huijse van Baltasar Cornelisz schout t.o.v. schout en schepenen van Overveen, Anne Woutersdochter, wonende in de ban van Aelbrechtsberge, weduwe van Henderick Thamisz, Anthonis Woutersz en Cornelis Woutersz, haar broeders als voogden, Gerrit Willemsz Haecken en Willem Claesz Brammer, als arbiters, ter eenre zyde, ende Cornelis Thamisz, broeder van Henrick Thamisz, als oom en bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van Henric Thamisz, verwekt bij Anna Woutersdochter, Gijsbert Jansz Teylingen (er stond achter: poorter van Haerlem, maar deze woorden zijn doorgehaald) als arbiter, ter andere zyde. Om tesamen in der minne te accorderen "aengaende ende belangende den voors. naegelaten weeskinderen haere vaders ende bestemoers erve". Het accoord houdt in dat de voors. kinderen voor haar overleden vaders en bestemoers erven zullen hebben ⅙ part in "het Velletgen" achter t huijs, belend zuid: Thonis Jansz, pottebacker, noord: Cornelis Thamisz ende die weduwe van Jan Ollij, west: dat morgen dat met gerst besaijt is. Noch ⅙ part van de benen bleijckerij met die huijsgen daerop staende, oost: de voors. pottebacker, zuid: Florijs Jacobsz, west en noord: Meynert van Heussen, gelegen in de ban van Aelbertsberg. Anna Woutersdochter zal behouden en blijven zitten in de geheele boedel, van landen, huijs, huijsraet, linnen en wollen, koeijen e.a, de inschulden, waartegenover zij de uitschulden zal betalen. Anna zal verder de weeskinderen tot hun 20e jaar uit deze boedel onderhouden. Tot onderpand verbindt zij de helft van haar eigen landen in de voors. banne, belend oost: die gemeene morgen waarin aan Anna ⅙ deel competeert, zuid: Cornelis Thamisz en de weduwe van Jan Olly, west: Meynert van Heussen, noord: die Cleverlaan