10 resultaten

1514-11-13 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 163
Jaartallenindex

Max. en Karel etc oorkonden dat Jacob van Egmont heeft opgedragen tbv Willem Evertsz 36 morgen lands gelegen in den ban van Alfen, die geheten zijn den Breden weer, daer uytgaende tot eender capelrien behoef 14 £ sjaars. Vervolgens wordt Willem Evertsz hiermede beleend tot een erfleen

Jan de Bije, Pieter Hanneman, Joris Timmer, Loijs Bruueel, Jan van Bueren

1541-09-01 |

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 26v, 27
Jaartallenindex

Over Vecht in die Broecken: leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Clement Walravensz heeft opgedragen in handen van Arent van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz als besitter van der hofstede van den Bousch, tbv Ghysbrecht Pietersz, zone van wijlen Heyndrickgen Walravensdochter, Clemens voers. outste suster, alsulcke 4 morgen lants gelegen in die Bruecken als dieselve Clement voertijts te leen ontfangen heeft gehadt van zaliger Aernt van Duvenvoerde oudevader van Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz voers. An welcke 4 morgen lants die voers. Clement alleenlyck behouden heeft zijn lijftocht. Dieselve Clement oetmodelyck bidde den voers. Aernt van Duvenvoerde Ghysbrechtsz besitter van der hofstede voers, dat hem believe den voers. Ghijsbrecht Pietersz den voers. 4 morgen lants leengoedt te verlijen; 1541-09-08: Clement Walravensz heeft opgedragen den halve breden brouck gelegen in die Broecken tussen den ouden dijck ende den Broedijck, en Ghijsbrecht Pietersz, zone van Heynrickgen Walravensdochter, is hiermee beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1548-12-10)

Baerthout van Assendelft, secretaris ordinaris in den Hove van Holland, Gheryt Keij Zegersz, leenmannen van de grafelijkheid

Spaen | 1440

Quellen Stift Xanten p 525, 626
Achternamenindex

Monemento (Mormter): Petrus Spaen alias inger Knucken de 2 à 2 ½ maldrais bi den Breden weghe, 1 mod in Monemento en 1 in Werde, tevoren Marg. de Drevenich; 1e hand heeft Peterus Spaen alias inger Knucken, 2e zijn vrouw Stina, 3e zijn dochter Arnoldus; 1449: de una area et 4 maldr et 2 mod terre abstractis de bonis Rothem 2 capones et 2 pullos et 2d, nunc habet 1e: Styna filia Gese [inger Knucken] vrouw van Petrus inger Knucken alias Spaen, 2e: hun zoon Theodericus

1391-03-22 (1390) |

Cartul St Jan Haarlem no 260, no 1134 .. (dezelfde akte)
Haarlem Algemeen

broeder Coenraet van Bruynsberch, meester v.d. St Jansorde in Duitschland oorkondt dat ander hogher muren after onser kercken ende infirmario te Haerlem vier cleyner huyserken jof kameren gehanghen en ghetimmert syn die tot onsen Goedshuyse daer hoeren. Hij maakt hiervoor een regel, nl dat deze zullen dienen voor godvreezende armen, tbv welke armen broder Diric die Roeper, broeder van de orde, gegeven heeft 10 morgen landts gelegen in den ambacht van Rijswijck in eenre woninghe die gheheten is die Brake, die belegen hebben op die oestzijde in der selver woninghe ghemengheder voeren ende onverscheyden met 2 morghen lands die H. Geest van Ryswijck, ende op die westzide Herper Coman, dat zuytende streckende aen den Breden wech, dat noorteynde streckende an dat ambacht van der Haghe. Welk land sjaar 22£ opbrengt. Met allerlei bepalingen

1563-06-18 (2) |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Sticht etc fol 5-10v, oud fol 1v
Jaartallenindex

Hendrick heere tot Brederode oorkondt: (vervolg) Ende sullen voorts aen ons wederom nemen ende behouden tot enen vrijen eygen alsulcke twee percelen van landen, te weten een geweer ende halve houve lants, ende sodeslagen ten eynden daeraen gelegen in den cleynen Hage, boven en o.w. der stede van Vyaenen ende tesamen geestimeert op 8 morgen lants. Ende noch een ander geweer lants mede leggende in den voors. quartier van den Cleynen Haghe ende met de sodeslagen daertoe behorende, ende tesamen geestimeert op 6 morgen, als wij denselven Isbrant van Spaernwoude eertyts, namelijk op 1558-04-30 tot een vrijen eigen opgedragen hebben. Ook het recht van losssing van deze twee stukken lands trekt heer Hendrik aan zich, breder in de brief dd 1562-03-03 naer gemeen schryven omschreven; 1563-06-21: koning Philips oorkondt dat Frans van Couwenhoven als gemachtigde van onsen seer lieven ende getrouwen neve heere Heynrick heere tot Brederode, Vyanen, tbv Ysbrant van Sparenwoude heeft opgedragen eenen uyterwairt genaamd "den Breden Waert", gelegen binnen die parochie van den lande van Vyanen, zoals de doorgestoken brief inhoudt. De koning confirmeert deze opdracht (vgl 1601-02-21, 1603-03-13)

Jan Hobijn van Houwairt, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz

Asperen, van | 1330-05-16

Cartul Marienweerd no 370
Achternamenindex

Gysbert van Deyl verkoopt voor 500 £ verscheidene stukken land te Deyl aan Marienweerd: 3) 2 hont en 75 perticas terre in Deyl in den Cortengrijnt (Crummengrint?), belend: Marienweerd, de heer van Asperen en de kinderen van Albertus de Kuuc; 4) 3 hont en 42 perticas op Dychaer, belend: Marienweerd en heer van Asperen; 5) 5 hont land in loco dicto Tusghen den breden wech ende den smalen wech belend door Marienweerd en Asperen; verder genoemd als belending: Wolterus Wautaert, Falco zoon van Hacco, Albertus de Kuuc, zijn zoons Johannes en Albertus en de heer van Asperen

borgen: Wilhelmus de Tuul en zijn broer Ghiselbertus Hac

Flory, van | 1618-01-08

Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1452
Achternamenindex

de ridderschap consenteert in een resignatie in het bijbehorend rekwest vermeld. In dit ongedateerde rekwest meldt Anthonis van Florij, wonende te sHage, aan de Staten dat hij een van zijn zeven kinderen, met name Dierck, rechten wil laten studeren, en dat, opdat hij in de kosten daarvan tegemoet worden gekomen, de weduwe van Karel Bentinck [Adriana van Hargen] bereid is van een beneficie genaamd de Prove van den Breden Choor te Rijnsburg, door Stephana van Rossem abdis van Rijnsburg [1569-1603], aan Bentinck en zijn vrouw geschonken, afstand te doen tbv Dierick van Flory. Hij verzoekt consent aan de Ridderschap voor deze overdracht

1601-02-21 |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Sticht fol 10v
Jaartallenindex

schout, burgemeesters en schepenen der stede van Vianen dies te weten dat juffr. Cunigunda van Wees, weduwe Gerrit van Spaernwoude ende oversulcx moeder ende mombersse van juffr. Maria van Spaernwoude, geprocreert bij de voors. Gerrit van Spaernwoude, geassisteerd met Anthonis van Wees, haar broeder en gecoren voogd in deze, heeft verklaard dat alsoe die welgeboren heer Walraven heer tot Brederode, vrijheer tot Vianen etc. onsen gen. heer, aen haren handen in de qualite voors. niet haren gelde gelost heeft eenen uyterwaert genaemd den Breden Weert mit eenige landen daar aan gelegen, die haar dochter in pantschap of beleninge beseten hadde, als die helft bij loffelijke memorie heer Reynoult heer tot Brederode in belening gegeven geweest synde aan Gerrit van Sperwoude, ende die ander helft bij loffelijke memorie heer Heyndrick heer tot Brederode aan Isbrant van Spaernwoude, haer voors. dochter resp. over oude vader ende oudevader. Ende daerom machtig gemaakt heeft etc Gerrit van der Burch procureur voor den Hove van Holland, en Nicolaes van Weert om te verschijnen al waar dat behoort en de lossing te laten aantekenen op de marge van de brief. Geinsereert in een acte van 13 maart 1603 (vgl 1563-06-18, 1603-03-13, 1563-06-21)

bezegeld bij mij substituut-secretaris Get. R. Vosman

Vlowijc, van | 1473-04-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 210v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan van Vlowijc geeft te kennen dat hij vroeger gekocht heeft van Reijer Jacobsz, de ofgraft van een stuk veen, 7 ½ roede breed "ende voirt opwaert te breden gelijc syn bueren aen beyden syden", gelegen in Heserveen, en dat hem dit opgedragen is voor de schout van het gerecht van Zoes; verder dat hij toen niet wist dat het leengoed van de abdij was en hij verzoekt nu de koop te bevestigen en hem het verzuim kwijt te schelden; de abt voldoet aan dit verzoekt en beleent Jan met dit goed; "Jan van Vlowijck heeft noch een ander stuc veens als in dit boeck beneden, fol 230", "dit stuk veen en dat ander stuck veen heeft Cornelys van Vloewijc ontfangen in enen brief, ut in libro abbatis Mathei de Goch folio primo"

mannen: Evert van Heze, Jan Helmond

1390-03-23 |

Frans Halsmuseum Haarlem Coll Costeriana no 11/1
Haarlem Algemeen

wij broeder Coenraet van Bruynsberch, meester Sint Johannes ordenen in Duutschen landen des heiligen hospitaels van Jherusalem, doen kont etc ende bekenen openbaerlic also als an der hogher muren after onser kerken ende en infermerie te Haerlem 4 cleyne husekens of cameren gevangen en ghetimmert syn die tot onsen Goedshuus daer horen. So hebben wi mit rade ons lieven in Gode broeder Rutghers Pouwelsz ons stedehouders in dezen huse ende in der balie van Utrecht des selven ordens (Gode van hemelricke) etc bepaalt als dat alle weghe noettruftiche huysarmen die godvruchtich zijn en van eersamen bescheyden leven zijn in die voers. 4 huyskens jof cameren herberghe hebben en wonen zullen puerlic om Gods wille. Tot welker armen behoef onse lieve in Gode broeder Dirc die Roper ordens voers. sal. goede gedachten mit onser wille en verlof ghegheven heeft een morgen lant luttel min of meer, die gelegen zyn in den ambacht van Ryswyc in eenre woninghe die geheten is die Brake, daer die lenden of zyn op die oestzyde belegen heeft in deser selver woninghe gmeenre voren en onverscheyden mit twee morgen lands die Heilig Geest van Ryswyc ende op die westside Aper Coman dat zuyteynde an den Breden wech streckende, dat noortende streckende an dat ambacht van den Haghe. Welk land nu gelt 22£ Holl sjaars, daarmede men de voirs. vier huiskens of kameren mede in timmeringe in helen wanden en dichten dake zal houden. De rest moet gegeven worden voor de noetturf van de voors. armen. Bij gebreke moeten de huisjes overgebracht worden naar het huys van Utrecht want die een overste is des commandeurs of stadhouders van Haerlem etc