11 resultaten

1513-08-17 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 58
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Anna Jansdochter weduwe Adriaen Ockersz overgaf tbv Jan Heynricksz Buys 6 gaerden lants, gelegen in Raemsdonck in wijlen Willem Claeszoens ambacht van Raemsdonck voors, oost: Clara Ardijns, west: Hubrecht Jansz. Met het verzoek Jan hiermede te willen belenen (vgl 1514-09-07)

Thielman van Dullekom, mr v.d. rekenkamer in den Hove van Holland, Pieter Schaert Korstiaensz, Jan Vranckenz, leenmannen

1483-03-08 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 19
Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Cornelys Symonsz erkent verkocht te hebben aan Luijt, Jan, Kathrijn, Claer en Mergrijet Jacob Hoechgers vijff kynderen, 3 R gld jaarlyksche renten ter lossing den penning 19, staende op Dirck Claeszoens huus, werff ende laen, gelegen tot Lantsmeer, dair naist bij gelegen sijn zuid: Martyn Jansz, noord: Symon Jansz, in allen schijn die proper bryef die de scout van Lantsmair bezegelt heeft, dairaff inhoudt ende begrijpt, diewelcke bryeff Cornelys vors. den voirsz. kinderen voirt opdroech, quitscout ende overgaf

1495-01-20 |

Bissch Oud Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 I fol 58v, no 119 II fol 48/A.R.A. Origineel
Jaartallenindex

scepenen binnen Scoenhoven oorkonden dat Anthonis Pietersz en Ghijsbert Pietersz als voogden van Claesgen ende Aeltgen Joest Claeszoens kinderen, bij consent van burghemeesters een manghelinge gedaen hebben teghens Dirck van Liesvelt Gherytsz van tween scepenenbrieven elcx van 1 g. Wilh Holl scilt sjaers, diewelcke Dirc ende der voirs kinderen tesamen gemeen hadden. Aldus soe sellen die voors. kinderen hebben alleen die enen brief ende den anderen brief daer desen brief doersteken is, sel hebben alleen Dirc van Liesvelt voors. Sterven beide kinderen zonder gheboerte after te laten dan zal hun brief komen aan Gheryt Dircsz rechte erfnamen ende niet op mr Claes of Fyckgen Ouwelants erfnamen, na utwysing enen scepenenbrief die van daer gesien ende gelesen hebben (vgl 1467-01-20, 1516-12-09)

Jorys Jacobsz, Anthonis Matheusz, schepenen

1470~ |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 79v
Jaartallenindex

goederen van Wyn, Dirc, Griet, Jan, Symon en Claes, Claes die Cupers kinderen: 1) in die Tong ende leyt in Dircxlant 69 gemeten lants, 2) 12 koeven met een huijs op Marken, noch 10 koeven aldaar (vercoft), noch 4 koeven en noch 3 koeven aldaar, 3) 6 koeven in Purmerlant, nog aangecoft aldaar 2 koeven, 1469, 4) 10st sjaers in Vossenbroec an landt, 9) 1/32 deel sceeps an Jan Gheijsen uit Waterlant, 12) 1/34 deel sceeps an Peter Jansz van Monikendam, 13) 1/16 deel sceeps an Claes Vels van Monikendam, 14) 1/16 deel sceeps an Symon Jan Heynenz van Monikendam, is doot: Claes Meijsing verloren te Schagen, anno 1477, 15) 1/32 deel sceeps an Claes Claes Jacobsz van Monikendam, gebleven in zee, 17) 2 R gld sjaars op Peter Claeszoens toe Zuderwoude goet, afgelost 1470, 26) ⅛ deel sceeps an Jacob Semmenz boeyen van Zuderwoude

1428-06-04 |

Frans Halsmuseum Haarlem Coll Costeriana no 29/G.A. Haarlem Inv I no 1375
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Snel Jansz erkende verkocht te hebben aan heer Jan van Scoten, priester, twee renten binnen Haarlem: 1) op Alijt Willem Claes Claeszoens weduwe huse en erve daer sy nu ter tyt in woont, 21 scell en 7 penn. Holl sjaars, liggende en staende in den aftersten [?] Camp, ter ener: Geerlof Willemsz kinderen, ter ander: Willem Ysbrantsz, after streckende an Willem Ysebrantsz voirs, 2) op Moen die backers huis en erve 27 [?] schell Holl sjaars, liggende en staande in den afteren camp, ter ener: Pieter Gerritsz kinderen, ter ander: die stege, afterwaarts streckende an Pieter Gerritsz kinderen

Louwerys Jansz (zegel: klimmnende leeuw beladen met een barensteel van 3 hangers met een schuinstreep over alles heen), Willem Martynsz (een kruis ? met in elk kanton een …), schepenen

1406-01-13 | Leiderdorp

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 62v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

scepenen in Leiden oorkonden dat voir ons quamen Machtelt Vranck Diedwijnzoens erfgenamen alse Willem Dyck Petersz, Peter Petersz, Heyl Petersdochter, Mechtelt Jan Claeszoens mit haar man Jan Claesz, en Mechtelt Jan Petersz weduwe, met Wermbout, hoeren voir haer ende voir evenknyen, Beatrys Pottersdochter met haar voocht voor haer en voor haar zuster Katherijn, Floris Tornoy voor hem en voor Clemeens van Catwyck, Aecht Jan Crullen Wildyck Jansz voor hem en voor zijn evenknyen, Floris Gheritsz van Herman Bijenz weghen, Gysbrecht Petersz van zijn wijf Machtelt Pottersdochter wegen, mit gesamenderhand voer hem en hoeren evenknyen. Ende scouden quyt voir hem en hoeren nacomelingen den Sartroysen bij St Geerdenberg alle eischen etc die zij tot vandaag op hen gehad mochten hebben roerende van Machtelt Vranck Diedwienszoens erfnisse of van Vranc Diedwienzoens erfnisse, hoe en in wat manier dat wesen mochten, den voirs. Sartroysen daer nemmermeer om te mogen tot genen dagen. Bezegeld anno 1406 op St Pontiaens avond. "Item so zyn tesamen geboden 7 brieven soe quitancie en verticht brieven rurende van Vranck Diedwarenz [Diedwynsz] en van zijn erfgenamen daer sij ons mede quyt scheldinge doen etc. Ende noch een quitancie van Warmbout Jansz nageschreven" (vgl 1406-01-02, 1406-01-20)

Ysbrant Jan Vosz en Adriaen Walichsz, schepenen

1485-04-16 | Weesperkarspel

Cartul Reg St Jan fol 170
Jaartallenindex

schout en schepenen in Weesperkerspell oorkonden dat de Reg. van St Jan bij Amsterdam, Nyeze Zwaninck Claeszoens weduwe ende Egbert Boet tot Nairden, eenerzijds, Vechter Barentsz, Seijns Ghijsbertsz, Aeff Ghijsbert Lappen weduwe, Gheryt Harmansz ende Egbert Boet tot Naerden, anderzijds, erkennen dat zij die Nesse tot Utermeer gegrondeelt hebben. Die Can. Reg. zullen hebben den dyckcamp bij den groeten Drecht aen die noortsyde, ende die Crommecamp ende die Santcamp ende die Byescamp ende die Meercamp ende die Struuf ende die groete noeterdijck aen die spapenmae toe ende die cleyne noeterdyck ende die cleyne noert ende die groote noert ende die zeddyckcamp ende dat overeynde van die Ulnoess ende ½ Rynsche gld sjaers ut Gheryt Harmansz hosstede, ende die noeterdyck op die Vecht half ende daer ut te dijcken aen den dijck. Item voert die ander helffte dat is Vechter Barentsz, Seyns Ghysbertsz, Aeff Ghijsbert Lappen wedue, Gheryt Harmansz ende Egbert Boet tot Naerden sullen hebben: die groete - ende die cleyne spapen mae ende dat Voeghelslach ende die noeterdijck alsoe veer als die groete spapen mae begrepen heeft, ende die twee morghen ende die hele Jonckesweij ende die Paerdecamp ende dat neereijnde van den Ulnoess ende dat huuslant aen die cleyne Drecht aen die zuytzijde ende die noeterdyck halff op die Vecht ende dairut die dijck te maken. Komen de bosschen aen die Nesse dan zullen deze ½ om ½ verdeeld worden (vgl 1531-10-03)

Gheryt Bartsz, schout, Ghysbert Jacob Nyenzoon en Dirck Aertsz, schepenen

1417-07-11 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 73 fol 3 en 2/Mem B.B. fol 2 en ingestoken papieren tussen fol 1 en 2
Haarlem Algemeen

gravin Jacoba oorkondt "alsoo als vele onder porteren en inwonende luden van Haerlem nu een Saterdage l.l. die klocke sloegen ende mit gegaderden volcke mit eenre bannier gecontrefeyt na onser stede bannier, die sij maken deden buten ons ende onsen gerechte uijt onser voirs. stede togen en quamen ter Hage wairt om sulke opsette te volbringen als sij voir hadden, dair si ons grotelic en kenlic angebrueckt en misdaen hebben". De Raad onderzoekt dit alles. Jacoba gebiedt aan de navolgende personen vóór morgen Sonnenondergang de stad Haerlem te verlaten en te ghisel te trecken naar de aangegeven plaatsen. Naar St Geerdenberge: Lottyn Gerrytsz, Dirc Gherijtsz, Willem Gherijtsz, gebroeders, Gheryt Jansz Waterlander, Vechter Louwenz, Heynrick Nannenz, backer, Gheryt van Dam, Symon Symonsz, Jan Symonsz, gebroeders, Andries Claes Brechtenz, Jan Bartoutsz snijder, Dirc Jan Berenz. Naar Woudrichem: Willem Jan Willem Onenz.z, Daem die Verwer, Dirc Claes Raem Claeszoens broeder, Pieter Roeper, Andries Roeper, gebroeders, Jan Boude, Willem Dirc Aelwynsz.z, Zibrant Lambrechtsz de snyder, Dirc de Seijlmaker, Ysbrand Bertelmeus Claesz.z, Vechter Seijlmaker, Dirc Symon grote Claesz.z, Coppert Claes Hannenz.z, Ysbrand Symonsz op t Heyligelandt, Jan Martynsz van Hillegom, Heinric Jan Bertoutsz. Naar Vlissingen: Symon Hugen Jan Bertoutsz.z, Meijns Jordensz, JanBette Symon Dircszzoons zwager, JanBette Heynricsz, Symon Gherytsz van Egmonde, Dirc Heininck Jacobsz, Pieter Pouwelsz, Claes Vredericsz, barbier, Willem Wouter. Naar Huesden: Jan Bette schoemaker, malle Huge, Grote Vrederic, Tybaut Luytgensz, Jacob van Werve, Claes Jan Andriesz, Gheryt Janszoens schoonvader, Bartelmeus Ponsenz

1471-08-13 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186 fol 79v regest 229/Cartul Zeven Getyden Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen van Haerlem oorkonden een vonnis tussen de Getydemeesters ter eener - en Claes Jan Claesz en Adriaen van der Boechorst ter ander zyde "als dat alsulker coip als sij te samen ende elck van him gedaen hadden an Wouter Claeszoens huis en erf en an Pieter Riedtants huis en erf daer met wesen en sal alsoe als zij gecoft hebben voer zekere goeden die zij zeggen anbestorven te wesen eene professide nonne die een suster is van Geryt van Spaernwouden wijf, die zy van derselver erfnisse vuytgecoft hebben". Zij zeggen "dat den coip daer niet wesen en sal also als Dirck van Bakenes der nonnen broeder en Vranck van der Boechorst wijf recht erfnamen zijn van de nonne haer zuster, welcke nonne vóér den voer Dirc en Vrancken wijf gestorven is, en haar erfenis op deze beide gecomen is", van wien de getydemrs alle erfenisse hun aangekomen van Geertruyd hoer zuster eensdeels gekocht en deels cadeau gekregen hebben. Claes Jansz en Adriaen stellen dat de koop wel rechtsgeldig is, en dat zij professyde zuster tot Redychem uytlandig geweest is .... (?)sij in de boedel van harer zuster bestorven is. Schepenen vonnessen dat de verkoop door Claes Jansz en Adriaen v.d. Boechorst nietig is. Wordt ook gesteld dat een non geen erfenis van haar vader mag nemen. Blijkbaar stellen Claes en Adriaen dat de non het desbetreffende huis geerfd had uit de boedel van wijlen de vrouw van Geryt van Sparenwoude (vgl 1443-10-01, 1454-06-12, 1447-03-28)

Symon van Noortich, Claes Jansz van Hillegom, Wouter van Bekesteyn, Jan van Huessen Claesz, Jan van Schoten en Jan van Foreest, schepenen

1467-1575 (4) |

A.R.A. Familieregister van Spaernwoude (voorlopig) Charterdoos Fack VII van het Familiearchief Heereman van Zuydtwijck
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 9v) item so heeft Ysebrant uten Hage verhuert Dirc Jansz wijf die metselaer denselven boomgaert noch 6 jaer lanc, elc jaer om 4 ½ R g. Daer bij was een geheten van der Linde ende ic. Dese verhuringe is ghesciet int jaer van '82 des Dingsdages voir Sinte Katrijn. Int jaer van LXXXVII so sel Dirc Jansz dese boemgaert noch hebben een jaer lanc om 10 gld. Item so beloept al heel die renten ende pacht tesamen van dese XVIII morgen 85 R gld 9½st. Facit mijn moeijen helft 42½ R gld 4½st en 1 oert. Int jaer LXXXVIII opten 28e dach in Maert so heeft Ysbrant uten Hage verhuert Dirc Jansz die boombaert 2 jaer lanc, elc jaer om 5½ R gld, daer bi was Jan Bruijn ende ic; (fol 10) int jaer LXVIII den 19e dach in Meye so heeft mr Huyge van Ruyven verhuert Neel Pieter Claesz weduwe een zate lants van 33 morgen groot, gelegen in Ouderschije 10 jaar lang, elk jaar om 9 nobel etc. deze verhuringe is gesciet te Delft in die oude kerk, daer bij was myn oem Willem ende Berwout Mathysz. Ende t eerste jaar van deze huer zal wesen t jaer van LXIX. Hierop so is mijn moije van Ruyven verlijftocht op die minre helft, mer mr Huge zel hebben van hoir helft 3£ na utwijsinge een seggen en een sceydinge die sij gebleven zijn op een peen van 100 Eng nobelen of sij verbuert worden ende die te gaen gelijc die sceidinge inhout ende begrypt. Daer seggeren of geweest hebben mr Aernt van S Gravesande docktoir ende overman, mr Tyelman Henricsz, provisor van Delfland en Dirc van Swieten als zegsluyden. Deze lande voirs. houdt men te leen van Jan van Hodenpyl; (fol 11) item so heeft mr Huge dit lant weder verhuert één van Pieter Claeszoens zonen ende heeft ze gegeven om 45£ etc; (fol 11v) LXXXVII omtrent OVr Lichtmis so heeft Ysbrant uten Hage vercoft een deel elst die staet after die kersenboomgaert om 5 R gld te betalen etc. ende heeft gecoft Dirc Arisz op die boge. Voor het geld kocht hij hout en 3 appelen en 3 peren die hij plantte. Ysbrant gaf mij 24st an geld. ende wij hebben tesamen betaelt 5st die wij tot Jan Herpersz verdronken hebben