Bedoelde u soms?
gedeponeerde | gedeporteerd | gedisponeerd

16 resultaten

Does, van der | 1424-03-26

R.A.H. Coll Aanw 78 fol 76v
Achternamenindex

uitspraak in het geschil tussen jvr Lysbeth Jan Willem Moersz weduwe en haar stiefzoon Floris Jansz; de hierop betrekking hebbende brief zal gedeponeerd worden onder Aernt van der Does en Symon Rembrantsz

Voorburg

Pels | 1598-06-03

V.R.O.A. 1909 p 228 no h/R.A. Den Bosch
Achternamenindex

notarieel uittreksel dd 1598-06-25 uit het testament van Jan Pels Pietersz, besloten gedeponeerd op 1598-06-03 bij notaris Roelof Noppen Jansz voor zover betreft enkele legaten en de aanstelling van executeurs

Hogendorp, van | 1468-10-25

R.A.H. Coll Aanw 240 fol 1327v
Achternamenindex

kwestie tussen Jan Scout, deurwaarder, en die van Callantsoge, in verband met zijn onkosten rekening voor de executie van de sententie verkregen door de weduwe en kinderen van Thomas van Hogendorp ten bedrage van 200 R gld tbv de weduwe en kinderen. Dit bedrag was gedeponeerd te Haarlem, waar de weduwe en kinderen poorters waren en zijn

Haarlem

Cruyningen, van | 1267-03-20

Bijdr Hist Gen 1913 dl 34 p 494
Achternamenindex

4 brieven die door de gebroeders Hugo en Walterus de Cruninghe, ridders, onder abt van Ter Does gedeponeerd zijn: 1. boedelscheding tussen Petrus en H. de Borssele, milites; 2. arbitrale uitspraak hierover; 3. over tienden die Petrus de Borssele houdt van de abt van St Paulus te Utrecht; 4. over tienden die Petrus ontving van St Pieter te Utrecht

Borssele, van | 1267-03-20

Bijdr Hist Gen 1913 dl 34 p 494
Achternamenindex

4 brieven die door de gebroeders Hugo en Walterus de Cruninghe, ridders, onder abt van Ter Does gedeponeerd zijn: 1. boedelscheding tussen Petrus en H. de Borssele, milites; 2. arbitrale uitspraak hierover; 3. over tienden die Petrus de Borssele houdt van de abt van St Paulus te Utrecht; 4. over tienden die Petrus ontving van St Pieter te Utrecht. Met zegels en randschrift

1546-01-15 |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 445/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

de weduwe en kinderen van Claes van Beaumont wenden zich tot het Hof, vertonende dat de boedel van Claes belast was met diverse schulden. Het Hof had als curator benoemd Philips van Vuytwijk, secretaris van den Hove, die goederen te Gouda en daaromtrent had doen verkopen en de penningen had gedeponeerd bij het Hof. Onverkocht waren gebleven zekere camerleens die 1 st of 1 braspenn. aan huur doen en bewoond worden door arme lieden. Supplianten hadden deze weekhuren geind, daar de huur anders onbetaald bleef, doch Philips had hun dit verboden. Zelf had hij echter niets gedaan om de huur te innen die sedert ongeind waren gebleven en oninbaar geworden. Zij verzoeken het Hof nu zelf deze huren te mogen innen, hetgen wordt toegestaan. Dezelfde supplianten melden ook nog aan het Hof dat zij nog vorderingen hebben wegens levering van bier in Vlaanderen en nog een portie in zekere huijsen aldaar gelegen. Daar Philips van Uytwyck het hiervoor te druk heeft, verzoeken zij Gheryt Daem Heij, burgmeester van ter Goude of diens zoon Jan Heij Gerytsz, te willen committeeren om deze vorderingen in Vlaenderen voor hen te innen. Het Hof verleent de gevraagde commissie

1513-10-13 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 385/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

Jan van Egmond, gouverneur, president en Raden van Holland etc verzoeken ernstig aan dekens en kapittels ten Dom en van Oudmunster te Utrecht (onder bedreiging van verhaal op hun geestelijke en wereldlijke goederen in Holland) om ter zake van het accoord dat door hen met de heer van Brederode gesloten is over die tienden, waarbij was bepaald dat de penn, het drostambt van Hagestein en het schoutambt van de Vaart van welke de beide kapittelen de lossing sustineerden, door hen zouden worden gedeponeerd bij de uit den Hove van Holland gekozen arbiters, en dat de brieven waarop zij hun recht gronden binnen 2 maanden zouden worden geleverd, terwijl Walraven van Brederode in het bezit der ambten inmiddels zou verblijven niet te verbreken. De kapittelen hebben namelijk niet alleen andere arbiters "mits dien genouch suspect wesende" benoemd maar hadden aan Walraven een concept van een compromis toegezonden, te maken tussen hem en Jan de bastaard van Brederode, en waarbij de eerstgenoemde de brieven van bewijs en penningen aan de kapittelen zoude overleveren, alles met bedreiging van het kerkelijk interdictum ten einde hem aldus uit het bezit zyner goederen te kunnen zetten. Gedaan te Haarlem

1650-03-21

R.A.H. O.R.A. 2104 fol 21, 22, 23
Transportregister Egmond

Jan Willemsz Cranenbroeck, wonende op Cranenbroek onder de ban van Heyloo, verklaart dat hij comparant, Adriaen Adriaensz van der Mos en wijlen Jan Lourisz alias Jan Louwen, van den E. oud schepen Nicolaes Rietvelt van wege zijn kinderen, vermogens octrooi van het Hof van Holland, hebben gecoft een merckelijcke partij land in de Egmondermeer voor een merckelijke som aan penn. die volgens het octrooi ter weeskamer te Alkmaar gedeponeerd moest worden. Dat op 2 augustus 1649 opgebracht was de som van 4500 gld. Dat Rietvelt geprobeerd had deze som te lichten doch dat hij geprotesteerd had, waarover een proces was ontstaan etc. Trijn Jans, nagelaten dochter van wijlen Jan Louwen, weduwe van Jan Adriaansz Heemskerck, wonende bij de kalchoven onder Alcmaer. Mitsgaders Mies Jansz en Jacob Adriaensz, schout van Langedijk als voogden over Maertje Jans, nagelaten weeskint van Jan Louwen, leggen eenzelfde verklaring af, Adriaen Adriaensz van de Mosch idem

Loenersloot, van | 1441-08-20

Mem Rosa dl IV-VI p 624, 625
Achternamenindex

Daniel van Loenersloot en Gerrit van Vliet in geschil over een tiende buiten Oudewater; voor de Raad niet tot overeenstemming gekomen: Daniel wilden niet omdat eerst zijn broer en daarna hij de tiende al 19 jaar in bezit hadden; de tiende wordt gedeponeerd bij de burgemeesters van Oudewater totdat de Raad uitspraak heeft gedaan; 1441-08-20: de Raad beveelt aan de burgemeesters van Oudewater om de tienden in Hooncoep bouten Oudewater te verkopen en de opbrengst in "gewaerde hant" te laten, tot de uitspraak

Deijm | 1492

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 144, 161, dl III dossier 241
Achternamenindex

de magistraat van 's Gravenhage had opdracht gegeven een laantje tussen het erf van Joris, Claas en Geryt Deym en dat van het St Elisabethsklooster uit te diepen; de werklieden hadden de heg op zijn erf verwijderd en daar bagger gedeponeerd; belediging van de Haagse magistraat en gijzeling volde; 1495-1496: Gerrit Deym is borg voor Jan Symonsz in den Haag; 1511-1518: sententie 1522-12-12, Geryt Deym, crediteur van Cornelie Jansdochter die met haar man Cornelis Willem Pynsz een slecht florerende wollen lakenhandel te 's Hage dreef