10 resultaten
duinmeijer | 1622-02-22
Inv Arch Bennebroek no 25
Achternamenindex
overeenkomst tussen Gerrit Adriaensz en Schalck Adriaensz, duinmeyers, en Adriaen Jansz backer, als vaartmeesters van de nieuwe Zandvaart, gelegen aan de Roode hel bij de hofstede van Nollenburch en 53 zanders op de voors. vaart. De zanders moeten gezamelijk de voorvaart schieten van de meer af tot naar de hofstede Nollenburgh en verder tot aan het duin etc
1529-09-18 |
Arch Marquette 1106 no 179/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
prior etc der Regulieren in Leiderdorp transporteren aan heer Gherit heer van Assendelft als bezitter van de hofstede ende heerlickheit van Haerlem, alle de rechten op de collatie van een vicarie, dd 1448-08-03 door Jan Vos Dirck Hoichstratenzoon en zijn vrouw Geertruydt Willem Heynriczoensdochter, ter ere van de vijf wonden ons Heeren Jesu Christi, geapprobeerd door bisschop Rudolf van Diepholt dd 1449-05-14, hetzij deze collatie ons allene toebehoirt of gezamelijk met de Pater van St Janscamp gelegen in Overyssel. Zij verzoek hiervoor de confirmatie van den elect van Utrecht (vgl 1530-01-05)
1530-01-05 |
Arch Marquette 1106 no 180/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
broeder Amelius Jacobsz, pater te Weesp in het convent van St Jan Evangelist, generaal minister van de 3e orde van St Franciscus, transporteert aan heer Gheryt heer van Assendelft, ridder, stadhouder van de lenen des keizers in Hollandt en Vrieslandt, 1e Raad v.d. Keizer, en aan zijn nakomelingen als bezitters van de hofstede en heerlijkheid van Haerlem: alle rechten op de collatie van de vicarie gesticht dd 1448-08-03 door Jan Vos Dirck Hoichstraetenzoon en Geertruydt Willem Heynricszoonsdochter, geapprobeerd door bisschop Rudolf van Diepholt, 1449-05-14, hetzij deze collatie ons alleen toebehoort of gezamelijk met de prior v.d. Regulieren te Leiderdorp (vgl 1529-09-18)
1486-11-22 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 28/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
scepenen in Monikendam oorkonden dat voer ons ghecomen sijn Claes Claesz, Welmoet Claesdochter ende Neeltgen Claesdochter als ghehele erfnamen ende wesen van Claes Hermisz ende Hilgont sijn huusvrou was zaligher ghedachten, mit die wesevoechden als nu ter tyt wesende Jan Heynsz ende Gheryt Reijerz, en hebben gezamelijk opgedragen aan de broeders van Galilea van St Benedictusoerde biwesten van Monikendam, haer uterdyck genoemt Hilgont Aems uterdijck in die Warinc gheleghen in die ban van Monikendam op die Purmer, belend oost: Joest Jansz lant, west: Hilgont Arijs weduwe met haar kinderen lant, noord: die Purmer, zuid: die dijck. Hier hebben by over ende an geweest Adam Jacopsz ende Lammert Heijnesz, hoer naeste maghen. Opschrift: Hilgont Aems brief van die uterdijck
Jan Jacopsz ende Jacob Claesz, schepenen
1507-02-01 |
C.W. Bruinvis: Aanv Inv Arch Alkmaar p 60 onder b
Jaartallenindex
Jan de Heuyter, schout van Delft, en Jan Gerytsz, schout van Alkmaar met Gerrit Pietersz, burgemeester dier stad, overgenomen hebbend in 1503 van Claes Corf diens in 1498 van de domeinen voor 70 £ sjaars en voor 20 jaar bekomen pacht van de tol en waag te Alkmaar, en sedert van de erfgenamen van Gerrit Pietersz diens aandeel komen overeen ieder uit te schieten 350£ om, wordt hun eisch tegen den Procureur-Generaal (die met de rentmeester van Kennemerland de pacht niet geldig acht) door den Groten Raad toegewezen, in de nog te verstrijken 12 jaren gezamelijk te genieten de korting van 50£ sjaars, Corf verleend ter afbetaling ener door hem aan de landsheer gedane lening van 1000£, en verliezen zij het proces, ieders aandeel te dragen
1625-02-05
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 167
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Pietersz Couhorren, Frederick Pietersz Couhorren en Frans Huijgen, alle ooms en bloedvoogden over de twee nagelaten weeskinderen van wijlen Cornelis Claesz Schouten en Maritgen Pietersdochter, verkopen aan Willem Pietersz Couhorren, mede oom van de kinderen, en Mayke Verbeeck, weduwe van Joost Verbeeck, ⅕ part in een blekerij, daer de weduwe zelf in woont, met nog ⅕ part in een stuk weiland gelegen achter de blekerij, waarvan de cooper en coopster gezamelijk die vier gerechte vierde parten bezitten, belend west: Willem Pietersz Couhorren, noord: de erfgenamen van Fijl Ariaens, oost: de Delft, zuid: de stad Haarlem. Belast met 120 gld, koopsom van dit ⅕ part 445 gld
Jan Gysbertsz van Leeuwen, schout, Cornelis Symonsz en Claes Baertsz, schepenen
1623-03-01
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 32 (132 ?)
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Arent Pieter Arentsz als man en voogd van Dieuwertge Pieters, voor 13/18 part, Jan Pietersz voor hemzelve, Jan Gerritsz als getrouwd hebbende Maritgen Pietersdochter en Gysbert Pietersz voor hem zelven, ende beloven gesamntlijk te caveren en vast te staen voor Lysbeth Pietersdochter en Jacob Pietersz, haerlieder suster en broeder, onmondige kinderen so wanneer deze voors. twee kinderen tot hun mondige jaren of houwelicken staet gecomen zijn, dese vercopinge wettelijk en naar behoren zullen approberen. Alle naegelaten kinderen van wijlen Pieter Jansz Keij, elk voor 1/18 part. Zij bekennen gezamelijk getransporteerd te hebben tbv Claes Cornelisz Batten, buerman te Aelbertsberg, een stuk land groot 900 roeden, in Aelbertsberg, oost: de Delft, zuid: Anna Symons weduwe, noord en west: verkopers. Met een notweg [uitvoerig]. Koopsom 1800 Kar gld
Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Gijsbert Pietersz en Gerrit Jansz Al, schepenen
1521-07-31 |
Ons Voorgeslacht 05-1991 no 416 regest 199 p 221/Leeuwenhorst Inv 544 regest 818
Jaartallenindex
sententie van het Hof van Holland tussen deken en Capittel van OLVr capel opt Hof te 's-Gravenhage en de abdis van ter Lee, in het proces dat gevoerd is te Maasland over 9 morgen land aldaar, noord: de Lyerwatering, die geschouwd wordt door de heemraden van Delfland, oost: het land van wijlen Vrank van Dorp, zuid: de Gaechweg die geschouwd wordt door het gerecht van Maasland, west: het land dat wijlen Vrank van Dorp in leen hield van de grafelijkheid van Holland. De eerste partij bezit dit land sinds mensenheugenis. De tweede partij pretendeert de meyscharing ervan te hebben en werd door het gerecht van Maasland in het gelijk gesteld. Dit convent bezat 1 morgen land bij het huis ten Dorp, streckende voor aan de Maaslandse weg naast de 9 morgen van het kapittel, door beiden gezamelijk verpacht aan dezelfde huurder. In 1499 was deze morgen voor 10 jaar verpacht aan Jan Willemsz tegen 40sc Holl, na zijn dood aan grote Gerrit en na diens dood aan Kerstant Claesz, die betaling weigerde en in 1514 door het Hof is veroordeeld. In 1516 "ontwaardde" het convent Adriaen Claesz Brunebaert die de pacht niet aan betaald (?), omdat hij beweerde dat hij het land van het kapittel had gehuurd. Op iedere morgen mocht 2 paar beesten worden geschaard. Aan het convent wordt één morgen in de 10 morgen land toegewezen
1536-12-22 | Heemskerk
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 249
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden de overeenkomst tussen heere Gheryt heer tot Assendelft etc, ridder en mr Sebastiaen Willemsz Schouten, priester, pastoor in Castricum, met Willem van der Criep Pietersz, procureur postulant voor het Hof van Holland als zijn voogd, anderzijds, waarbij bepaald is dat de heer van Assendelft bezitten zal 1½ hoet gersten, voor hem behorende tot de paapsche prouve, te ontvangen van de buren van Castricum, gezamelijk met de 4½ hoet gerst die hij reeds ontvangt, in ruil waarvoor de heer van Assendelft overdraagt aan de paapsche prouve, landerijen in het ambacht van Eemskerck, te weten: 1) een stucke lants gehieten Pouwels thuyne ende is hier voertijts gecomen van Willem Korstensz, t welck nu ter tyt om vrij ghelt gebruyct Floris Govertsz om 4 Kar gld sjaars; 2) een stucke lants groot vier achtendeel rogsadinge ende is gecomen van Foeckel Pietersdochter van Wyck opt Zee, ende bruyckt Claes Dircxz om 3½ Kar gld sjaars. Bovendien zal heer Gerrit den pastoor nog geven 53 Kar gld voor de reparatie van de pastorie te Castricom, onder aftrek van de 40 Kar gld die hij reeds uitgegeven heeft. Heer Gerrit machtigt Bouwen Willemsz van Poelenburch Claes Jansz, schout van Castricum en Gerrit Berteleesz om voor de schout en schepenen van Heemskerk deze landen te transporteren. Mr Sebastiaen machtigt om dit te transporteren en te ontvangen heer Jan Gaeuwezoon, priester, zijn vicecureyt, en Jan Cornelisz, schout van Eemskerck (vgl 1537-02-15, 1537-03-16)
Zaenden, van | 1501-12-13
G.A. Haarlem Cartul Carmelieten Inv Hs Rijk no 34 fol 45
Achternamenindex
littera de terra nostra in Velzen: Cornelis Bolle van Zaenden en Floris Bolle, leenmannen van Holland, oorkonden dat Jan Huyghenz voor hem zelf en als gemachtigde van zijn broer Cornelis Huyghenz "voor ¼ deel en voor 1/7 deel van d'ander ¾ deel hem aengaede", ook gemachtigd voor Jan van Sevender uit naam van zijn vrouw Willem Vuyten Haghe en van Joese van Dam als voogd van zijn vrouw Aechte Vuyten Haghe; nog voor 2 zevendelen van ¾ deel: Cornelis Willemsz als man van Maritgen Gysbrechtsdochter en Jan Lourys als man van Katryn Gysbrechtsdochter: zij verkopen gezamelijk aan broeder Symon Heerman van Purmereynde, prior van het Carmelietenklooster te Haarlem: ¼ deel en 5 halve zevendelen van 2 campen land in Sybrouck in de ban van Velzen, belend west: Imgbert Florysz en Oetger Lyclaesz, tesamen, noord: Bredrodes Geest, zuid en Oost: Jan Claesz; koopsom 22 Beyers gld per jaar
Carmelieten Haarlem