8 resultaten
schilder | 1665-05-21
Transportregister Banne Westzaan 1583 fol 312
Achternamenindex
Catharina de Vries voor zichzelf en haar man Jeremias de Vries als lasthebber van Johan Molenaer, mr schilder te Haarlem, als vader en voogd van zijn kinderen verkopen aan doctor Johan Angilks, te Zaandam, soodanige portien in het huis te Saerdam op het Zilverpad, als aan de kinderen mag competeren
Haarlem; betreft de schilder Jan Miense molenaar, die echter ten recht Jan Meusz, molenaar heet
1590-08-21 (1) |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 731-735/Berkenrode
Jaartallenindex
alsoo tusschen de kinderen en erfgenamen van wijlen Floris van Alckemade Martensz ende Elisabeth Jacobsdochter boven hare scheydinge in den jare 1580 omtrent junius gedaen, noch seeckere goeden soo van haerlieder ouders als oock van haer twee moeijen Baert en Anna Jacobsdochteren, mitsgaders van haer nichte Margriet Goossens respectieve boelen in gemeen gebleven waren, daervan sij malcanderen in augustus 1582 lest rekeninge, bewijs en relique hadden gedaen van haer resp. ontfang ende uitgeef tot dien dage toe, sonder datter sedert die tyt soo door de absentie van Jacob van Alckemade als oock doort versterven van de een voor de ander enig vorder rekening of liquidatie waren geschiet. Zij besluiten nu deze gemene boedels te scheiden, dien volgende sijn bij haerluiden rekening van Niclaes en Agniese van Alkemade van haren ontfanck en utgeef sedert aug. 1582 tot der lopende maent aug. 1590 geliquideert, gesuijvert en gesloten. Elk heeft zijn portie ontvangen, mits dat Jan van Alckemade rekening overmits t proces met syn wedue ten Hove ongedecideert hangende ten utganck van t selve proces ongeliquideert blijft staen, behouden ygelycx gerechtigheijt, welcken onvermindert Jacob, Niclaes en Agniese van Alckemade elcx voor hemselven mitsgaders Anna Harcken geassisteerd met haar tegenwoordige man mr Gysbert van Nesse in den naeme van Elisabeth van Alckemade, haer onmondig dochterken bij wijlen mr Willem van Alckemade, haer eerder man, vervangende alle gelyck sowel in de voors. rekeninge ende t slot van dien als in desen de nagelaten kinderen van wijlen Jan van Alckemade, haer resp. broeder ende swager. Zij verdelen de erfenis van hun ouders en van hun moeye Baert en nichte Margareta Goosens in 5 portien en die van Anna Jcobs in 6 portien (also Agniese bij testament 2 portien gemaeckt sijn)
Molenaar | 1665-05-21
Haarlem O.R.A. fol 312
Achternamenindex
verkoper: Catharina de Vries voor zichzelf, met haar man Jeremias de Vries als lasthebber van Johan Molenaer [Mieusz], mr schilder te Haerlem, als vader en voogd van zijn kinderen, dd 28 april 1665 voor notaris Willem van Kottesteyn; koper: doctor Johan Angillis, wonende te Saendam; omschrijving: sodanige portien in het huis tot Saerdam op het Silverpad, als aan de kinderen mag competeren; koopsom: fl 500
Haarlem; betreft de schilder Jan Miense molenaar, die in werkelijkheid Jan Mieusz molenaar heet
1541-05-04 |
R.A.H. Coll Aanw 248 fol 205v, 206/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
het Hof van Holland, ontfangen hebbende zekere besloten brieven van den Prince van Orange, grave van Nassau, stadhouder generaal van dese landen, daarbij zijn E. den Hove adverteert van de gifte van een helft ofte portien van der curen der kerken van Raedorp [Ransdorp], vacerende bij willich verlaten van mr Jan Nauwons, bij hem gedaen ende geconfereert tot behoef van heer Jan Olislager, admitteert de voors. heer Jan die possessie van de voors. helft te mogen aanvaarden, welverstaande dat hij gehouden zal zijn zijn brieven van ghifte te comen vervolgen ende lichten binnen 2 maanden. Op 28 mei d.a.v ontvangt heer Lenaert Cornelisz Danse de parochiekerk van t Nyeuwelant, vacant door de dood van mr Arnoldus Henrici van Rierkerke
1580-06-01 | Velsen
R.A.H. O.R.A. 955 fol 93
Jaartallenindex
schout en schepenen in Velsen oorkonden dat Symon Pauwelsz, poorter van Haerlem, erkende schuldig te zijn aan zijn kint Grietgen Symonsdochter, geprocreerd bij wijlen zijn huisvrouw Griet Elendochter, 650 Kar gld, uyt sake van des voors. kints overleden moeders erfnis, haar te betalen zodra zij mondig geworden is of getrouwd zal zijn. Onderpand: 1) ½ van een stuk land groot in t geheel vier mad en een hont in de ban van Velsen, waarvan de andere ½ aan de erfgenamen van Dammas Vranckenz toebehoort, oost: Jan Arisz, zuid: het cappelryland van mr Cornelis, west: laenwaer, noord: de middelbruycker sloot, 2) 2 maden min een hond gemeen en onderdeelt, in de ban van Velsen met de erfgenamen van Jan van Loo tot Haerlem en Dirck Arisz tot Velsen in een stuk land groot in het geheel 5 maden, zuid: die Carthuizers te Amsterdam, west: Jacob Dirksz en Claes Maertsz, noord: die Leprozen buiten Haerlem, oost: die dycksloot. In welke voors. twee portien van landen in den 2 percelen voors. bij den voirs comparant hiervoren verbonden competeert en toebehoort Maritgen Cornelisdochter, bagyne op de Grote Hof binnen Haerlem, ¼ part
Dirck Claesz Royer, schout, Dirck Engelsz en Pieter Cornelisz, schepenen
1634-05-22
R.A.H. O.R.A. 2101 fol 181
Transportregister Egmond
schout en schepenen van Egmond oorkonden dat joncheer Pieter van Mijerop heer van Calslagen, Cornelis van Mijerop en Willem van Mijerop, oud zijnde Willem van Myerop over de 25 jaren, voor haar zelven en vervangende jhr Charles van Bernagie heer van Dierendonck x Cornelia van Myerop, en verclaerden niet alleen te approberen en gestandt te doen de vercopinge van de huyse ende hofstadt van Swieten, mette bogaerden, cingelen, ommedyck, thienden, achterleenen ende verdere toebehoren, met een stuck lants "het Geertien". Mitsgaders een woninge met 33 morgen lants daertoe behorende. Alles gelegen in de ban van Soeterwoude bij wijlen jhr Hugo van Myerop heer van Calslagen, haerluyden vader beneffens mr Roeloff van Kessel aen de heer Cornelis Bicker, oud schepen van Amsterdam, gedaan, mitsgaders den transporte voor schout en schepenen van Soeterwoude gedaan. Zij beloven vrijwaring, dat de voors. percelen als vrije goederen sullen mogen strecken ende geimpreteert blijven in de legitieme ende trebellianique portien van haerluyden ouders achtervolgends daertoe ....... van den Hove van Holland daertoe geimpetreert, niettegenstaande het verbandt in de testament van wijlen haer moeder begrepen
Pieter Adriaensz Heyligendach, schout, Engel Adriaensz Coopmans en Jacob Pauwelsz, schepenen van Egmond
1535-05-13 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 24v-27
Jaartallenindex
Karel verleent Huge Pietersz, burger der stede van Dordrecht, octrooi om bij testament over zijn goederen te mogen disponeren; 1536-03-28: extract uit het testament van wijlen Huych Pietersz, ambachtsheer van de Lindt, door Anthonis Jansz, notaris en priester. Huych Pietersz maakt zijn zoon Joris: - ½ van den ambacht van de Lindt met nacoop van de lande ende renten daerinne, met dien uytergorre buyten om Swindrecht, sijn portien mit die visscherijen, die bruyckt Arien Apersz en Matheus Apersz. Dit sal Joris vooruyt hebben als leenvolger; - ½ van de hofstede te Woude met zijn toebehoren en daartoe die ½ van 4 weren lants, houdende tesamen 52 morgen lands, alsoo die gelegen zyn tussen Ryderkercken ende Slyckerveer, daarof binnensdyks gelegen zijn 11½ morgen, ende bruict Heindrick Jansz, ende 2½ morgen leens, ende bruyct Michiel Henricsz, ende 1 hont bruyct Heindrik Willemsz den morgen getaxeerd voor 10£ gr Vls eens, des sal t uyterlandt binnen gaan ende niet getaxeerd zijn. Hij maakt Marieken: ½ van de hofstede van de Woude met 2 weer lands, bedyckt en onbedyckt, groot wesende 20 morgen, daarof die 10 morgen lands bedyckt zijn met dien huyse gelegen tussen Ryderkerck ende Slyckerveere ende bruyct nu Pieter Pietersz, ook den morgen getaxeert voor 10£ gr Vls, ende dat buyten lant sal binnen gaen en niet getaxeert zijn. Aan zijn dochter Lysbeth: 16½ morgen lands in Swindrecht in den lande van Zuyt Holland, in een landeken geheten die Hoghenesse, den mergen getaxeerd voor 7£ gr Vls eens. Des sullen uytreycken dien kinderen voors. d'een d'ander alsoo veel als zij meer hebben, dat sij gelyck begroot mogen wesen. Aldus geextraheerd bij mij Anthonis Jansz (vgl 1537-04-28)
1537-01-12 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 66-71v
Jaartallenindex
(stilo Traject.) testament van jvr Margriete Enghebrechtsdochter van Esbroeck, huisvrouw van mr Geryt Jorisz de Bye, inwoonster van den Haghe: zij vermaakt haar man de lijftocht van al haar goederen, na diens dood te komen op haar rechte erfgenamen. De eigendom van haar leengoederen vermaakt zij aan haar zoon Philips Cornelisz van Duyvenvoorde, tbv zijn kinderen of erfgenamen, en mede dat hij daerof uytreyken zal zijn broeder Cornelis 1£ gr per jaar, en zijn zuster Kunera Cornelisdochter 1£ gr per jaar, ter losse den penning 16, na de dood van haar man mr Geryt. Sterft Philips kinderloos dan erft het leen op haar zuster Machtelt van Oyen; sterft zij kinderloos dan te komen op hun broer Cornelis van Duvenvoorde. Ende noch so wil en beggert zij dat also Machteld Floris van Oyen aen gecomen waren aen penningen 16£ gr bij dode van Willem van Berendrecht, welk geld belegd was in losrenten die echter afgelost zijn en niet weer belegd, soo sal Machteld uit haar goederen 1£ per jaar te lossen met 16£ ende dat verzekerd worden bij haar erfgenamen op al haar goederen ter tijt toe dat t selve gelost zal wesen. Machtelt zal ook mede delen in alle andere goederen die zij achterlaten zal, gelijk haar andere zusters en broeders. Na Machtelds dood te komen op haar zuster en broers. Ende haar vaders goederen zullen als dan gaan naer uytwysen het testament bij haar vader Floris van Oyen gemaakt. Zij institueert tot haar erfgenamen haar vier kinderen Philips, Cornelis, Cunera en Machteld in gelijke portien, pas na de dood van haar man. Aan haar oudste zoon mr Joost van Duvenvoorden constitueert zij 200 Kar gld eens, om door haar erfgenamen na de dood van haar man uit te betalen aan mr Joost 4£ per jaar, hij zal deze rente niet mogen verkopen. Haar huwelijksvoorwaarden met mr Gerrit die Bye moeten effect behouden, zoadat haar man geen goederen zal mogen vervreemden. Aan Thuyn dat potwyf vermaakt zij 20 scell en aan Barber dat potwyf 10 sc, also lange als sy in de huyr van de straat blijven. Aan Cunera vermaakt zij haar beste tabbert en beste faleye en een cleijn ungeley met een tafelken van diamant. Cunera en Machteld zullen haar andere kleinoden tesamen delen. Aan heer Herman, capellaan in den Hage, haar biechtvader, vermaakt zij 1 Ph gld, aan haar jonckwyf Anna 10 sch, boven haar huur en verdiend loon. Zij wil begraven worden op het hoochkoor in de St Jacobskerc in den Hage in haar ouders graf. Aan haar dochter, geprofessyt in St Caterinenklooster in den Brie,l vermaakt zij ½£ en een cralen paternoster, dat cleinste van de twee. Als executeurst test. stelt zij aan Nicasius Anthonisz en Anthonis Aertsz, beiden schepenen in den Hage, die voor hun moeite elk 2 Ph gld ontvangen (vgl 1535-06-08 en 1538-01-28)
Joducus Corvinck, notaris; getuigen: Gerrit Jansz de oude, Claes Doenz