12 resultaten

1530-04-06 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 110v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor Frederik van Renesse, heer tot Malle, stadhouder van de lenen in absentie van de graaf van Hoochstraten, gecompareerd is Katharina natuerlicke dochter van wijlen mr Gerrit van der Mije, met haar man en voogd Willem Jansz, opdroeg volgens akte van condemnatie gepasseerd voor het Hof van Holland dd 1529-11-19 l.l, in onsen registeren gergistreerd, tbv Engelbrecht van Scheyden alsulke 8£ gr Vls als haer vader wijlen mr Gerrit van der Mije, o.a. gemaakt en besproken heeft ende daar bij haers vaders dood verlijt en verleent waren uit de hofstede van der Mye. Vervolgens wordt Engelbert van Scheyden met deze rente beleend tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Engelbert van Scheyden deze rente weer op tbv Pieter Boll Jacobsz, die er mee beleend wordt

Jan van Renesse, Zeger van Alveringen, Cornelis Barthout, Frederick van Wulven, Jan Gans, Joachim Cornelisz, Anthone le Bucq, leenmannen

1530-02-18 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 129, 128
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat Engelbrecht van Scheyden hem opdroeg, volgens de transfix 7 morgen en 2 a`3 hont land gelegen in den ambacht van der Wateringen met een smaltiende daartoe behorende, in den ambacht van Wateringen en dat hij mr Cornelis Barthouts Janssen vervolgens heeft beleend met: a) 5 morgen lants mitter huysinge die daer opstaet, ende een smaltiende in de ban van de Wateringen, streckende mitten vooreynde aen den gemenen weg, tot een erfleen; b) 2 morgen 2 hont lands ook in het ambacht van der Wateringen, oost: het voors. leen van 5 morgen, west: de Qua wateringe, zuid: Jan van der Were [Werve ?], noord: de banweg, tot een onversterfelijk erfleen. In de hieraanvoorafgaande akte [zonder datum] oorkonden Jacob de Jonge, heer tot Baerdwijk,m Raad des keizers en meester van de reeckening, Vincent Damas en Gerit van Loo, clerck ordinaris v.d. rekenkamer, dat Engelbrecht van Scheyden het bovenstaande leen heeft opgedragen tbv mr Cornelis Barthout Jansz met het verzoek deze ermee te belenen

Dirck van Assendelft, ambachtsheer van Besoyen, Willem Pietersz Criep

1590-10-06 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 865/Berkenrode
Jaartallenindex

op naevolgende conditien sullen in echte staet vergaderen d'eersame mr Jan Berck, doctor in de rechten, en joncf. Erkenraedt van Berckenrode, naegelaten weduwe van Dirck Berck, ten overstaen van de eersame Gerard van Berckenrode, bailliu van Kennemerlant, haar oom en gecoren voogd. Eerst werdt Erkenraet gehouden mitten eersten ende voor alle ding te scheyden van haer onmondige kinderen bij wijlen Dirck Berck. Sterft haar man eerder, dan zal zij als douairie behouden 100 Kar gld per jaar; getekend binnen Dordrecht

Hone | 1423

Rechtspraak Graaf van Holland I p 209
Achternamenindex

"van den seventuych van den lande dat den dyckgrave aff ghewijst wort dat Jan Claesz van der Beke was … Item Mathys Pietersz ende Claes Hoen Pietersz van Wognem hebben geloift aen s Vitzdoms hant tot mijns heren behoeff, tot wat tijde sij van den tresorier gemaent worden dat sij dan comen sullen in den Hage of dair sij gemaent worden ende van daer niet te scheyden sij en hebben eerst gebetert sulke brueken als sij dairvan gebruect hebben"

1530-12-12 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 211, 212v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat mr Cornelis Joosten van Schoonhoven opdroeg tbv Vincent Cornelisz, Raad des keizers en eerste meester van de rekenkamer in den Hage, 8 morgen lands in het ambacht van Nieuwcoop, zuidwest: en noordwest: Dirck Willemsz van Poelgeest erfgenamen met een leen van Holland, noord: Dirck Willem Pietersz erfgenamen ook met leen van Holland, zuidoost: Dirck Aertsz erfnamen, zulcx en in alre manieren als hem die bij overgifte van Enghebrecht van Scheyden verlijt sijn geweest. Met het verzoek om Vincent hiermede te belenen. Op 1532-01-05 (1531) beleent Karel mr Vincent Cornelisz met het voorn. leen, tot een onversterfelijk erfleen

Jan Heynricsz, secretaris des keizers en ontfanger der exploicten, Thomas Cachiopyn, Cornelis Barthout, leenmannen; 1532-01-05: mr Joost Sasbout, mr Reinier Brunt

1402-07-17 | Gorinchem

R.A.H. Coll Aanw 48 fol 13/Reg 1401-1404 fol 10v
Jaartallenindex

hertog Albrecht geeft heer Gheryt joncgreve te Sayn heere tot Homberch en tot Fruesberg, om dienst wille die hij hem gedaan heeft en nog doen zal 200 Eng nobel per jaar, zolang hij leeft. En hiervoor is hij onse man geworden. Voirt so sal hi onsen hulpe werden op den edelen heer Adolff soen tot Berge, grave van Ravensberge ende op alle die gene die nu ter tyt op ten huse tot Arckel ende binnen der stat tot Gorinchem syn belegen, ende hi en sal nimmermeer daervan soenen of scheyden, het en sij dat wi mitten voirs. eerst gescheyden ende gesoent werden, soe selden wij hem mede in onse scheydinge ende soen nemen. Gegeven in den velde voir Gorinchem op 17 juli 1402

1564-09-09 (2) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 122v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

Erasmus de Vrome, prior domus en Wouter Mathysz ten Berghe [= St Geerdenberg] malcanderen voir den richter tot Drimmelen, met name Michiel Petersz alias Cock gegeven die gifte van lande gelegen in Heyn Aertsz hoeck, ons toebehorende, ende op huyden daeraff scheyden daer geen recht meer toe hebben, ende daer voir ontfangen die gifte van ⅓ deel lants in Kyfhoeck ons daervoir competerende, gelegen te Drimmelen, daer die brieven metter gifte af beschreven staen in den quartier van Drimmelen, al daer om mits dien wij hier ter plaetse gecasseert hebben, Wouter Mathysz gelevert desen doergedaen brieff maer mits dyen desen brief spreeckt van de ½ van 11 morgen lants ende 5 morgen lants, oft convent daer enige questien desen brief an toecomen, tyden [?] mocht van noode hebben sal men vinden om ons te mogen behelpen daermede, soe verre des noot zyn, vinden duer [??] erfgenamen van Wouter Mathysz als sij bij hare signature ende Cornelis Heys ons gemachtich bekenne (vgl 1440-06-03)

by my Wouter Mathysz, Cornelis Heijs, Mathys Woutersz

1534-09-12 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 316v
Jaartallenindex

Karel beleent jvr Elisabeth Cruesing, geechte huisvrouw van Roloff van Dongen, haar aangekomen bji dode van haar broeder Franchois Cruesing, met: 1) 2 morgen lants in Noortdorp in het ambacht van Zoeterwoude, oost: Mariken Dirck Pauwelsz weduwe, west: t clooster van Loosduynen, zuid: de Soeterwousche weg, noord: haar vrou moeder. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 7½ morgen lands in den ambacht van Ryswyk in eenre wooninge daer Philips de Bloote in en op te wonen plag, oost: dat klooster van Rynsburg en het clooster van Loosduynen en van Conincsvelt elk met eigen en erven onder scheyden, west: Philips de Bloote, in de voors. wooninge, onverscheyden elk van den anderen, streckende aen dat noorteynde aen dat ambacht van den Hage, aen dat zuijteynde aen eenre hoffstede die Hage en gebrechts [?] ende toe te behoren placht [Hughe Enghebrechtsz ?], te houden tot een erfleen; 3) 10 morgen in den ambacht van Voorburg, waarvan 7 belend oost: Jan Vranckenz, noord: de scheidinge, west: Aert Dirck Aertsz, zuid: die Middelweg, ende die ander 3 morgen belend west: dat Hovelynck, west: Vranck Aertsz, oost: Jan Vranckenz, zuid: de heerwech daer men rijdt naer Leiden, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Haar man Roeloff van Dongen doet de eed voor haar

mr Joost Sasbout, onse Raad ordinaris, mr Cornelis van Gent, Cornelis Barthoud Jansz, Cornelis Sael, leenmannen

1559-09-27 |

R.A.H. Coll Aanw 262 fol 3662v-364/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

zijn bij mijne Heeren van den Rade in Holland gecompareert op naemiddage in 't scheyden van de Raad des avonts na 5 uren ende enige van dien Raede uytgegaan ende wederom in de raadcamer getreden zynde, mr Aernoult Coebel, rentmeester van het gemene land van Holland, en heer Splinter van Harghen, ridder, tot hem hebbende veel van de gildebroeders van St Jorisschutterij met vaendragher, pijp en trommelslager, verclaerende last te hebben van den Coninck en de gemeen schutterij, de voors. Heeren te bidden ende te nooden bij heurluyden te willen commen des avonts ende des anderen daechs middachs ter maeltyd, ende alsoe heurluyder vergadering te helpen vereren. Frans Duijst alias Couwenhoven, procureur van den Hove, mede schutter, betwistte het recht van Coebel om deze uitnodiging op deze wijze te doen. De andere schutters bevestigden daarop dat zij last hadden van den Coninck om deze uitnodiging te doen. Met de heer van Wassenhoven pleegden zij toen ter zijde enig overleg. Intussen was heer Willem Snouckaert, ridder, mede Raad in den Hove, binnengetreden, en beklaagde zich over de injurien hem bij Coebel angeseyt. Hij begeerde dat de griffier hiervan acte zou maken. Er ontstond een felle ruzie. De heer Willem Snouckaert begeerde tenslotte toch akte, die hem de volgende dag gegeven werd

1467-04-01 |

R.A.H. Coll Aanw 222 fol (!) 5-549v/Mem Poes dl II fol 143, 144
Jaartallenindex

soe compareerde voor den Hove van Holland Jan van Egmonde, Dirck van Pruyssen en Jacob Symonsz ende namen aan zulk proces als die Proc. Gen. van Holland onlancx voor den Hove begonnen heeft tegen Willem van Rijeck, Claes van Veen, Jacob Vernou, Willem Gerritsz e.a. hoeren medegesellen, leenmannen van der vierschaer van Egmonde, ende dat gedaen zoe maecte die voirs. procureur den voirs. Jan van Egmond, Dirc van Pruyssen en Jacob Symonsz myns genadigs heren gevangen, die welck geloofden uter Hage niet te scheyden voir den tyt dat zij bij eede ende by monde geinterrogiert ende dair anders by den Hove daerop geordineert zoude zyn, ende dat up vervallen te syn in die conclusie en aensprake van de voors. Procureur. Up ten voirs. dach soe compareerden voor den Hove van Holland Jan van Egmond, Willem van Ryeck, Claes van Veen, Jacob van der Nouwe [Opschrift: Vernouwe], Dirck van Pruyssen, Jacob Steffensz, Jacob Symonsz, Joost Ysbrantsz, en Jan Symonsz en Willem Gerytsz en renuncieerden ende gingen af van alle sulke exceptie declinatoire als zij onlancx voor den Hove voors. geproponeert ende voorgestelt hebben op die aensprake en conclusie van de voirs. Proc. Gen. Zij beloven zich hiermede niet te zullen behelpen in deze zaak ende tsamen dag te antwoorden op eremptoirlic te antwoorden op die conclusie van den voirs. procureur den anderen Vrydach na Quasi mo..to naestcomende, goets tyts voor den middag. Des soe heeft die Proc. Gen. hunluyden geslaict van de voors. vangenisse. Zij beloven te zynder tijd weer voor het Hof te verschijnen