7 resultaten
Nanne Tetenz | 1374-1375
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Nanne Tetenz: afterstal van de tienden van Oisterblocwere 7 £ 18 d (818 fol 22)
Pieter Tetenz | 1383-1384
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Pieter Tetenz: "hem gegeven 36 £ die mijn here die hertoge opbestorven waren van heren Dodenbastert kinderen, syns ooms" (825 fol 26); 1406: de tienden van Wydenesse 15 £, die van Westenwoude 21 £ 5sc (837 fol 8); 1408: afterstal van 1405 van de tienden van Widenesse 33sc 4d (839 fol 2v)
Willem Tetenz | 1361-1362
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Willem Tetenz: afterstal van 1361 van Vronen, van sijn selfs opslage 21 sc 10d (809 fol 28)
1510-02-04 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 56v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat Heinrick Jansz heeft opgedragen tbv Cornelis Willemsz 16 morgen lands in Ryswykerbroeck, noord: Pieter Tetenz kinderen, zuid: Jan van de Werve en dat hij vervolgens Cornelis Willemsz met dit leen beleend heeft
present: Joost van Brederode, Crispyn Jansz, Cornelis Sael, mr Jan van Gornichum
1534-09-12 | Monnikendam
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang fol 58v
Jaartallenindex
Karel beleent Cornelie Jan Tedinxzdochter na dode van haar vader Jan Joost Jan Tedincxz [Teding] met: 1) een huis en hofstad met die weer daer die hofstad inleecht, groot 4 ½ gaerden deurgaens landts ende den werff die gelegen is an die westzijde van der hofstede, streckende tussen der Wysende ende den Zwaechdijc dat op die Woude belegen plagen te hebben oost: Frederik Folkaertsz en zijn zoon Folkaert, west: Frederik Tedincsz, 2) [?] buyten Goude streckende an den Zwaechdyck, oost: Jacob die Hooge en zijn zwager Folckaert, west: Frederick Tetenz, al gelegen in de ban van Westwoude, 3) twee stucken lants geheten die Hoffennen, gelegen achter Monickendamme, zuid: Agniese Jacob Melisz weduwe met haar kinderen, ende op t ander einde streckende an die graft van der stede. Te houden tot een leen binnen aftersusterkint niet te versterven. Haar oom Cornelis Jansz doet de eed voor Cornelie
mr Joost Sasbout, onse Raad ordinaris, Roelof van Donghen, mr Cornelis van Gent, Cornelis Barthoud Jansz, Cornelis Sael, leenmannen
1569-03-27 (1568) |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 41, 42, 42v
Jaartallenindex
koning Philips beleent Jan Jansz Teedincz, zoon van Jan Pietersz Berckhoudt, van Hoorn, na dode en makinge van zijn moeder Cornelia Jan Tedincxzdochter, met: 1) ⅓ deel van een huys en hofstad, met een weer daer die hofstede inne leecht, groot 4 ½ gars, ende die werf gelegen aen die westzijde van de hofstede, streckende tusschen der Wysende ende den Zwaechdyck, dat op de Woude belegen plagen te hebben, oost: Frederick Volckertsz en zijn zoon Folckert, west: Frederick Teedincxz, buyten Goude streckende aen den Zwaechdyck ende belegen plagen te hebben oost: Jacob die Hooge en Ofolkert zyn zwager, west: Vrederick Tetenz. Al gelegen in die banne van Westwoud; 2) twee stucken lands geheten "die Hofvennen", gelegen achter Monickendam ende belegen plagen te wesen noord: Agniese Jacob Melisz weduwe met haar kinderen, zuid: Thyman Lutgersz, west: Ide Willem Melisz weduwe met haar kinderen, oost: an die graft van der stede. Ende is groot 4 deymt. Eodem die: zijn twee zusters Niese en Hillegont worden ook elk met ⅓ deel beleend. Daar hij onmondig is, doet zijn vader Jan Pietersz Berchout de eed. In margine: op 1581-01-28 heeft Jan Jansz Teedincxz alias Berckhout zelf de eed gedaan (vgl 1564-08-19)
mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan van Doesborch, leenmannen
1469 (4) |
Arch Abdij Egmond Vroonboek Vroonlanden bij Limmen fol 43
Jaartallenindex
(vervolg) item Arijs Woutersz van Coedijck als 1 voecht van Brecht Geryt Jacop Droemsdochter heeft Claes Gerytsz in dat boeck geset op voerwaerden te weten dat hij sijn lant vercopen sal binnen dese tijt ende omn. Sanct. int jaer van LXX. Item die 6 gers die Jacop Jan Tetenz gecoft heeft jegens Luijtgen die sijn gemeten voir 6 gers min 23½ roede. Item dat Ysbrant van Jacop gecoft heeft dat is gemeten voir 3 gers 1 zevendeel ende 15½ roeden. Item dat Jan Martijnsz gecoft heeft tegens Jacop dat is 2½ gers en 10 roeden. Item Pieter Jan Teeten staet in dat boeck voir syn suster Baef, behoudelic dat Baven man dat lant vercoepen sal voer omn Sanct int jaer van LXX. Item anno LXIX Barbare is gecomen Jacop Roedinc als een voecht van Claes Dircz die oud[er]ze, ende heeft belieft dat Jan Claes Olislager Claes voirs. hebben ende houden sal om sijn goet gelijcke die voervoerwaerde [!] inhout, ende Geertruyt Aernt Jansz wedu was daer bi myt haer voecht Geryt Pietersz ende scout Claes voirs. quyt ende woude hem nyet houden nae die voerwaerden voirs. ende hier sal Jan Claesz ofgeven. Item Joh. Ev. heeft Lambrecht Gerytsz gehilict an Gerburch Claes Willemsdochter. Item 19 Juni dat was feria 4 (2 ?) voir Sacramenti doe mijn here sijn tienden vercoft tot Heyloe doe overquam Arys Doeget [Doghede] mijt my dat ic Ysbrant Aerntz voir sijn soen Reyner [Reyner zoon van Andries Doghede] in dat boeck setten soude, behoudelic dat Arijs voirs dit Vroenlandt binnen sjaers vercopen soude opten 12e ende sc sg (??) of hij mochte, ende of hij dat nyet vercofte soe soude sijn soen op sijn lant comen metter woen, of dat sel dan gebleven syn an mijn here den abt ende dat coste hem 4 R gld