156 resultaten

Beets, van der | 1475

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dosssier 95
Achternamenindex

Jacob Meester Beetsz, verweerder tegen de magistraat van Zierikzee

1469-04-21 |

V.R.O.A. 1909 p 118 no 41/Arch Detmold-Brederode
Jaartallenindex

dagvaarding van getuigen voor den verweerder in een proces, hangende voor de Raden van hertog Philips, tussen de Procureur-Geneeraal als eiser, en de heer van Brederode, als verweerder, en een daaraan gehechte opgaaf van getuigen en commissie

1536-1537 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II dossier 427
Jaartallenindex

Jehan Jong[he]let, uit Brussel, contra Reynoud [III] van Brederode, heer van Vianen en Ameide. In den jaren 1536 en 1537 hadden eiser en zijn vrouw hun dochter Katherina aan verweerder, die toen voor Bethune en elders in noord-Frankrijk vocht, aangeboden. Het drietal was met verweerder mee naar Vianen getrokken. Toen Reynaud zich op het huis te Cleve bij Haarlem bevond, waren eiser c.s. vertrokken. Eiser vorderde voor de Grote Raad uitkering van een jaarlijks pensioen van 50 £ dat verweerder hem schriftelijk had toegekend. Verweerder erkende de formele geldigheid van de betreffende akte, doch niet de erin voorkomende reden van toekenning, nl diensten door eiser en zijn vrouw verricht. Verweerder stelde dat deze diensten uitsluitend bestaan hadden in het prostitueren van hun dochter. Hij achtte zich niet gebonden aan de overeenkomst omdat deze een ongeoorloofde oorzaak had. Eiser, die als bordeelhouder bekend stond, verdiende z.i. strafrechtelijk te worden vervolgd

Culemborg, van | 1500-02-22

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 354
Achternamenindex

Jasper van Culemborch contra Vrederick van Egmond: eerste aanleg, eisers grootmoeder had goederen geschonken aan de zoon van de verweerder. Eiser, haar enige erfgenaam, weigerde verweerder in het bezit van de goederen te stellen; verweerder verkreeg de goederen met geweld, waarop de Grote Raad ze sequestreerde; eiser gehandhaafd in het bezit van de heerlijkheid Schoten; verweerder gehandhaafd in het bezit van de heerlijkheden en tienden van St Maartensdijk, Scherpenisse en van het huis Oostervant in den Hage; rechten ten petitoire voorbehouden

Bloys, de | 1470-09-14

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 9, 17
Achternamenindex

Gerard de Bloys contra Gouda: evocatie na beroep tegen vonnis van het Hof van Holland, inbreuk op het veerrecht van eiser over de Yssel te Gouda, door de bouw van een brug door verweerder. Verweerder veroordeeld tot schadevergoeding, waarvan het bedrag nader zal worden vastgesteld; 1470-12-04: verweerder veroordeeld tot schadevergoeding en tot het uitkeren van een altijddurende rente voor toekomstige schade

1517-02-21 (1516) |

A.R.A. 490 no 231/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex

de weduwe van mr Dirck Potter contra mr Jacob Pynssen, voerende sekere procedueren begonst bij de voors. verweerder voir die van den gerechte van den Hage. Het Hof verklaart dat de zaak voor het Hof zal blijven en dat indien verweerder iets wil eischen dat hij dit voor het Hof moet doen

Bergen, van | 1500-08-14

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 349
Achternamenindex

Antheunis van Berghen Hughenz, schout van Zierikzee, contra Jacob van Cats, baljuw van Zierikzee: eiser had aan verweerder een geldsom geleend, welke som hij bij het verstrijken van zijn schoutsambtstermijn zou terug ontvangen. Verweerder die eiser eerst had aangesteld tot schout, ontheft hem nu van zijn ambt, maar weigert het geleende geld terug te geven; 1502-06-03 en 1502-08-12: verweerder tot terugbetaling veroordeeld

1517-08-19 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 291
Jaartallenindex

Philips van Bourgondië, heer van Fallais, en Karel van Bourgondië, heer van Bredam [Bregdam] contra Joos van Cruyningen [heer van Heenvliet, Pamele etc]. De vader van eisers, Boudewyn bastaard van Bourgondië, had Jan van Cruyningen, vader van verweerder, 1500£ Vls geleend als vooruitbetaling [?] aan de ontvanger-generaal der domeinen op een bede, die door Jan als rentmeester-generaal van Zeeland in de jaren 1497-1500 zou worden geind. Op dit bedrag werd in 1498 aan Boudewyn 100£ betaald. Eisers kwamen tot de ontdekking dat de rest niet was voldaan. Zij spraken van een hoofdsom van 1000 [?] £ waarop 100£ zou zijn betaald. Van verweerder, erfgenaam van Jan, eisten zij ± 1516 voldoening van de volgens hen nog te betalen 900£. Toen verweerder niet tijdig verscheen, vroegen zij verstek tegen hem. Een aantal stukken hierover o.a. onder e) dd 1517-08-19, waarbij verweerder het bestaan van de schuld erkende, doch uitstel vroeg

Hodenpijl, van | 1478-11-17

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 145, 149, 254
Achternamenindex

Jan van Hodenpijl gedaagd door Lodewijk heer van Gruuthuuse; eiser is in mei 1474 door verweerder uit het slot en heerlijkheid van Haemstede gestoten; verweerder stelt dat alleen leenmannen van Zeeland bevoegd zijn; verweer verworpen, herstel vorige toestand gelast; 1492-05-04: Lodewijc van Gruuthuse contra Jan van Houdenpijl, betreft de heerlijkheid van Westerschouwen en Haemstede, uit het bezit waarvan de eiser in juni 1484 vóór de opstand in Vlaanderen door verweerder met geweld was gestoten. Verweerder stelt dat de heerlijkheid bij de opstand verbeurd verklaard was; de heerlijkheid wordt aan eiser toegewezen, de verbeurdverklaring ongedaan gemaakt

Reimerswaal, van | 1492-10-05

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 260
Achternamenindex

Willem Bolle, rentmeester Beoosterschelde, contra Claes van Reimerswaal: eerste aanleg. Na herhaaldelijk te zijn gemaand betaalde verweerder een geleende som geld in termijnen in "lichten gelde" terug, zich beroepend op een schikking; verweerder veroordeeld aan eiser de som geld in eens te betalen