12 resultaten
Wilre, van | 1429-1430
Thesauriersrekening Haarlem fol 25
Achternamenindex
jvr Lysbeth van Wilre, "ontfangen van haar uut hande Hughe Scryvers van Leyden ende die stede van Haerlem haer in voirtiden op haer renten gelient ende verleit hadde, ende so Huge voirs. hair nu ter tijt hair renten daerop betaelt heeft 17 £ 12sc"
1474-02-12 |
Inv Arch Abdij Egmond no 241
Jaartallenindex
Jan Pietersz, schout van Egmond, oorkondt dat Gheryd Enghebrechtsz erkend heeft dat hij in voirtiden verkocht heeft met zijn evenknieen aan heer Aernt Philipsz, monnik en priester t'Egmond, tbv de abdij, een stucke lants gelegen in den ban van Backum, gelijk de opdrachtsbrief inhoudt, bezegeld met het zegel van de schout van Backum, doch dat hij daarna dit land weer aangesproken heeft, waarvoor hij penitentie gedaan en vergiffenis verzocht heeft. Ende dat convent heft hem dat vergheven om Goeds willen op sulke penitentien als Jan van Egmond en Jan Pietersz, scout voerg, hem overgeseyt hebben. Hij belooft dit land niet meer te zullen aanspreken. Bezegeld door den schout (zegel: klimmende leeuw ?) in presentie van Jan van Egmont en mr Willem barbier, als getuigen
Rover van Vianen, de | 1423-07-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 60v, 64v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Heynric die Rover van Vianen met zijn vader Jan als voogd, en "versocht an ons te goeder tijt die 100 £ zwarte payments sjaers, die Jan van Zulen, knaep, heren Dircs soens van Zulen, ridder, in voirtiden van onser abdien te leen hielt erflike uit 44 morgen lants mitten huse gelegen tot Hermelen als die here Dirc van Zulen, ridder, in voirtiden van onser abdien te leen hielt"; Jan doet de eed voor zijn zoon Henric, zodra hij mondig is, zal hij zelf de eed doen; "Dese is seker mondich ende heeft dese pacht an ons versocht gelyc men in dat vierde blat hierna vynden sal"; 1425-11-13: Henric die Rover van Vyanen verzoekt nu zelf de belening
leenmannen: Jan de Coninc, Vrederic van Voerde, Tyman de Lange; 1425: Jan van Amerongen, Gysbert Godscalc
1399-09-06 | Albrechtsberg
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 611v/Reg Albr V fol 350v
Jaartallenindex
hertog Albrecht oorkondt "want ons aengebrocht is dat die van [!] Lancroft gelegen bi der capelle van Aelbrechtsberge totter fundacie van derselver capelle in voirtiden gegeven ende gemaeckt is, ende wij noch onse voirvorders onse consente noch brieven dair toe niet gegeven noch gedaen en hebben, soe hebben wij om Goids willen ende om bede van sunderlinge vrienden gegeven etc. der capelle van Aelbrechtsberge die lancroft voirs als sij gelegen is tusschen die dwij ende die meer, streckende zuijtwaert van der capelle voirs also lange als die meer begripen heeft, die of te delven. Ende alsulcke grashuer als daerof comen sal, die sal comen te baten der capelle voirs. om die mede in reke te houden ende Goids diens aldaer te doen tot ewigen dagen, behoudeliken ons onser heerlicheyt van den wijntval in t Lancroft voirs. In oirconde gegeven in den Hage"
1413-09-22 |
G.A. Haarlem Inv I no 2004 Lade Y/Arch Memoriemeesters Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat Dirc Florys erkende verkocht te hebben aan de memoriemeesters van de groote Kerk tot Haerlem totter memorien behoef, 10 sc Holl sjaers, daer hi hem die wederhelfte in voirtiden of bewyst heeft voor sinre vrunde memorie op Peter Philipszoens de backers huys ende erve gelegen in die Grote Houtstrate twisken Jan van Riedwijc den wielmaker aen die ene side, Peter Dircxz an die ander side, afterwaerts streckende aen die Gierstrate
Hughe van Riedwijc ende Jan Gael (zegel: 2 dwarsbalken, resp. beladen met 3 en 2 spitsruiten), schepenen
Kibbe | 1410-02-13
Rechtspraak Graaf van Holland II p 244
Achternamenindex
hertog Willem oorkondt dat Willem Bertout Lottynsz, zijn schout van Haarlem, toen hij ter vroegmis ging op het kerkhof doodgeslagen is. Daders: Claes Kibben kinder: Gheryt, Dirc en Willem, "ende want Claes hor broeder tot Aemstelredam hem mit enen scepe lach wachten de ende van desen moort ende quade feiten wail wiste, die oic in voirtiden mit sinen voirsz broederen enen knaep geheten Peter Nannensone binnen Haarlem in der nacht doot geslagen hadden, dair hi balling ende ellendig onser lande mit recht om geclaecht". Om dit alles worden de 4 broers voor eeuwig verbannen
Haarlem
Borssele, van | 1423-06-23
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 331, 331v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Jan de bastaard van Borsele heer Vranckenz hem opdroeg die twee deel van de tiende in de parochie van Welsinge, waar de abt van Middelburg ⅓ deel in heeft, "overmits die hoge geboren grave Guido van Beloijs sal. gd. in voirtiden van onser abdien te leen helt", en Jan de bastaard van de grafelijkheid van Holland verkreeg; Jan wordt beleend tegen betaling van 6£ zwarte Tourn per jaar; "dese is doet ende dit goet heft versocht Jan Janssoen Joffer Aechten Doensdochter die sijn getruwede wijf is"; op dezelfde dag draagt Jan de bastaard de helft van dit leen op tbv jvr Marie van Middelsteijn Peter Henricszsdochter, vrouw van Jan
mannen: Gysbert Goetscalc, Heinric Valc
1442-02-28 |
Bissch Oud Arch Haarlem/Arch Klooster Regularissen te Beverwijk no 2
Haarlem Algemeen
broeder Jan die Bruijn, prior des cloesters der Regulieren OLVr in Sijon tot Beverwijc ende Geryt die Visscher, priester binnen Beverwijc, oorkonden dat jonfrou Alverijt van Assendelf Pieter Albouts wedue, voir ons geseijt heeft mit waren woirden, dat haer wel te gedenken was als dat Pieter Albout in voirtiden gecoft hadde tiegen Vranck van Zaenden een huustgen mit den erve daeran, daer nu des heren vangenisse an staet binnen Haerlem om 15 nobels. Welc gelt Gheryt Albout, Pieters voirs. vader, van Pieters wegen betaelde Vranken voirn. in ene opene herberge voer veel goeder lude als in Jan Florijs Galenz huijs. Mer want Vrank van Zaenden ende Pieter Albout voirs. in dier tijt Haerlem rumen mosten, so en werden daer gene scepenenbrieve off gemaect. Oec so seide jonfrou Alverijt mede voir ons dat Vrank voirs. dicwil Pieter voorn. toeseide dicwijl si beide buten Haerlem waren, dat hi hem van dien coep voirs. scepenenbrieve geven soude te hant als sij binnen Haerlem wederquamen. Mer want Vranck ende Pieter beide storven buten Haerlem so en warden daer geen brieff off gemaect
1410-02-13 (1409) |
R.A.H. Coll Aanw 71 fol 120/Mem B.C. fol 88
Haarlem Algemeen
hertog Willem oorkondt, want Willem Bertout Lottijnsz, onse scout van Hairlem, dair God die ziele of hebben moet, in den duuster dageraet, daer hi quam gaen om die eerste misse in der prochikerke onser stede voirs. te horen, upten vrijen kerchove aldaer jammerliken vermoert ende doot geslagen is, ende die quadien heijmeliken van den kerchoven ende voirt uyt onsen lande geruumt sijn sonder hem des te belien off yemende te openbaren in enigerwijs. Des wij na in t wair vernomen hebben dat dese moort ende dootslach gedaan hebben Claes Kibben kinder, met name Gheryt, Dirc, Claes ende Willem, gebroederen, ende want Claes hoir broeder tot Amsterdam hem nut enen scepe lach wachtende ende van desen moort ende quade faiten wail wiste, die oic in voirtiden mit sinen broederen voirs. een knaep geheten Peter Nannenz binnen onser stede van Hairlem in der nacht dootgeslagen ende vermoort hadden dair hi balling ende ellendich onser lande mit recht om geclaecht, soe hebben wij verboden ende verbieden mit desen brieve Gherijt, Dirc, Claes en Willem voirs. alle onse lande ende heerlicheden ende dair nimmermeer tot genen dage weer in te comen up hoir lijf, tensij bi wille ende gemoede van ons ende ons doden scouten magen voirs. Met bevel om hen te vangen en over te leveren
1423-09-29 |
R.A.H. Coll Aanw 77 fol 188v/Mem Ducis Johannis fol 145
Haarlem Algemeen
hertog Jan oorkondt dat wij met onsen Raden ende clerken gesien hebben een punt van eenre hantveste die onse goede stede van Haerlem in voirtiden van onsen voirvaderen vercregen heeft, in houdende also hiernae volcht: wairt oic dat diegene die in synre eygenre woning gesocht worde, manlike hem verweerde ende den huijssoecker ende alle sijne medegesellen die dair waren dootsloege, hij soude mi gelden van elken dood 4 penn. of mijn nacomers en ic of mijn nacomelingen souden sculdich wesen hem dairop te beschermen ende te versoenen jegens den dooden magen ende hem vasten vrede geven. Ende want Clais Albout gewapender hant mit een seker manninge die onse ballinge waren bi nachte binnen onser stede van Haerlem gecomen is in Herberens huijs van Foreest, om hem van lyve ter doot te brengen, dair Herberen voirn. hem also verweerde dat hij Clais voirs. werkender hant dootgeslagen heeft, also dat die sake na inhout der hantvesten voirs. an ons gecomen is, so ist dat wij dien dootslage voirs. alinge ende al an ons nemen, ende hebben dairomme Herber voirn. quytgescouden ende vergeven alle sulke bruecken ende misdaet als hij daeraan tegen ons etc misdaen mach hebben, want hij ons van denselver dootslage wail voldaen en gebetert heeft mit 4 penn. als recht is