9 resultaten
Nachtegael | 1394-1395
R.G.P. Grote Serie no 182 p 211/Rek Rentmeester Voorne fol 31
Achternamenindex
koren- en smaltiende toebehorende aan de hofstede van Voorne, gelegen in Holland: - dat oestersche vierendeel Dirc Nachtegael, 9 £ 10 sc; - dat westersche bloc of Spikers vierendeel, Dirc Nachtegael, 5 £; - de smaltiende in Rot[te]ambacht, Dirc Nachtegael, 30 sc
1503-03-07 (1502) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 105v, 106v
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Margrieta Jan Heymanszdochter met haar man en voogd Jan Goessensz hem opdroeg tbv Jacob Aertsz een weer lants, groot ½ hoeve, ende is dat oosterste weer van den selven hoeve mitter waterkeringe, gelegen beneden Haerstrecht. Ende dat ander weer van der selver hoeve, genaamd "dat Westersche weer" is op huiden beleend aan Jacob Dirksz. En dat hij Jacob Aertsz hiermede heeft beleend. Leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een pont goets gelts. Eodem die beleent Philips, na opdracht als voren, Jacob Dirksz met een weer lands, groot ½ hoeve, ende is dat westersche weer van denselven hoeve, gelegen beneden Haestrecht. Ende dat ander weer van derselver hoeve, genoemt dat Oostersche weer hebben wij bij opdracht als voren beleend op Jacob Aertsz. Leen van Arckel
present: Claes Jansz van Vorenbroeck, Dirck van Boneem, cleene Jan Bruyn
1539-03-28 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 70v
Jaartallenindex
heer Lenart Pietersz Luyt, priester, met Frans Symonsz als zijn gecoren voogd in deze zake, droeg op tbv Andries Cornelisz een weer lants, groot ½ hoeve ende is dat westersche weer van derselver hoeve, gelegen beneden Haestrecht, uitgenomen een steenplaats, groot 1 morgen, streckende achter van de Backwateringe totter halver Yssel toe, also verre als deselve steenplaats begrepen heeft. En vervolgens wordt Andries Cornelisz hiermede beleend als leen van Arkel, onversterfelijk erfleen
leenmannen: heer Zegelyn van Laveringen heer tot Hofwegen, ridder, Cornelis Barthouds, Willem Criep, Anthonne Lebucq
1532-03-19 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 120v, 121v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Dirrick Jorisz van Vuytwijck opdraagt tbv heer Zegher van Alveringen heere tot Hofwegen, ridder, rentmeester sgraven van Nassau, ½ weer lants van 4 morgen, gelegen op Sceijdelwijck aen die westersche sijde van den gehelen weer voirs, ongedeylt, west: de erfgenamen van Jacob Snouck, oost: Aert Claessen endeling [!, streckende ?] op tot aen de Scheydelwycsche wetering toe. Leen van Arkel. Met het verzoek om heer Zeger te belenen. Eodem die beleent heer Segher voors. hiermede als leen van Arkel, tot een recht erfleen
Claes Rouf [lees: Colf, geen zegel maar handtekening], Cornelis Barthout Jansz, leenmannen van Holland
1538-03-20 (1537) |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 41v
Jaartallenindex
Karel beleent heer Lenaert Pietersz Luijt, priester: 1) 1 morgen lants uyt een weer lants groot ½ hoeve ende is dat oostersche weer van den selver hoeve mitten wateringe, gelegen beneden Haestrecht, streckende van den Backwateringe totter halver Yssel toe, also verre als die steenplaetse begrepen heeft; 2) een weer lants, groot ½ hoeve ende is dat westersche weer van denselven hoeve, gelegen beneden Haestrecht, uytgenomen een steenplaetse, groot 1 morgen lands, streckende achter van den Backwatering totter halver Yssel toe. Leen van Arkel, onversterfelijke erflenen. Als zyn gesette voocht doet Aert Symonsz de eed
Cornelis Barthouts, Willem Criep, Jan Gans, Anthonne Lebucq, leenmannen
1542-10-04 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 176
Jaartallenindex
keizer Karel beleent Alyt Jacob Dircxdochter na dode van haar vader Jacob Dircsz, met: 1) een steenplaetse, groot 1 morgen lants, streckende achter an den backwateringe totter halver Yssel uyt een weer lant, groot ½ hoeve lants, ende is dat westersche weer van derselver houve, gelegen beneden Haastrecht, ende heer Lenart Pietersz Luyt van ons te leen houdt aen een weer lands, mede groot ½ hoeve, genaamt dat oostersche weer, leen van Arkel, onversterfelijk erfleen; 2) noch een weer groot ½ hoeve ende is dat oostersche weer van derselven hoeve mitter wateringe beneden Haestrecht gelegen, utgenomen dat uyt een morgen lants, bij ons verlijt Dammas Cornelisz, leen van Holland, tot een onversterfelijk erfleen. Mr Lambert van Wyngaarden doet als haar voogd in deser zake de eed
leenmannen: Cornelis Barthouds, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Busschuysen
Pieter Lubbrantsz | 1532-04-16
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 24/Leenboek Egmond D
Voornamenindex
Pieter Lubbrantsz, oud ca 16 jaren, wordt beleend met een acker lants gelegen in Marschlaen, op die Hoeve, ende is die westersche acker, belend west: Dirck Maenvelt c.s, zuid: die Deel, hem aangekomen bij dode van zijn broer Symon Lubbertsz, daar hij onmondig is, heeft Vranck Boot, bewaarder van de lenen, de eed gedaan, Maerten Symonsz, van Egmond op Zee als zijn voogd
leenmannen van Holland: Anthony Lebucq, Joris Timmer
1536-09-26 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 134v, 135v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor de stadhouder van lenen Jacob Dircsz van Haestrecht opdroeg tbv Pieter Luijt Pietersz 1 morgen lants uit een weer lants groot ½ hoeve, ende is dat oosterste weer van derselver hoeve, mitter waterkeringe, gelegen beneden Haestrecht, streckende van der Backwetering totter halver Yssel toe, alsoo verre als die Steenplaetse begrepen heeft, zoals Jacob Dircsz voors. die van ons als heer van Arkel in leen gehouden heeft. En dat hij vervolgens Pieter Luyt Pietersz hiermede beleend heeft als leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Eodem die oorkondt de keizer dat Jacob Dircsz hem opdroeg tbv Pieter Luyt Pietersz een weer lants, groot ½ hoeve lants ende is dat westersche weer van derselver hoeve, gelegen beneden Haestrecht, uytgenomen een steenplaetse groot 1 morgen lands, streckende achter van der Backwetering totter halver Yssel toe, die de voorn. Jacob Dircsz daeruijt aen hem reserveert, met sulcke bepalinge als sij dat tesamen bij den gerecht van Haestrecht accorderen zullen. En dat hij Pieter Luijt Pietersz ook hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen, leen van Arkel
Cornelis Barthoud Jansz, Anthone le Bucq, Bartoud van Outena, leenmannen
1568-03-03 |
Arch Marquette 1076 fol 24/17e eeuws afschrift/Handv. van Assendelft p 136
Jaartallenindex
Jacob du Quesnoy, Raad v.h. Hof v. Holland, als commissaris, en Willem van Berendrecht, secretaris v.h. Hof als adjunct gecommitteerde, ingevolge een besloten missive van de Kon. Maj. geheime raad van 23 januari 1568 (1567) door het Hof van Holland gecommitteerd, maken een ordonnantie "waer nae de ingelanden van Assendelft hen gehouden sullen wesen te regulieren in het maken van de Achterkaede daer toe syluyden uyt cracht van sekere sententie van de voors. secrete rade dd 1567-09-09, oock lestleden gesommeert syn: in den eersten, dat men de voirsz kaede beginnen sal te leggen aen de westersche horn of hoeck van Dirck Albrechts'hoyhuys, staende op Nauwerna ofte Langenvelt binnen den ban van Assendelft, en aldaer deselve kaede met den Hoogendijck verheelen. En sal de voors. kaede voorts strecken over den dijcksloot tot aen 't land van Clas Jansz Roon c.s, aen de andere sijde van de dycksloot gelegen, en soo voorts langs de Twisch, dwars over alle de weeren en slooten beneffens de voors. Twisch in de ban van Assendelft gelegen, noortwaerts op tot de banscheydinge van Assendelft en Crommenie en van daer voorts langs de voors. banscheydinge van Crommenie uit den Oosten westwaerts op, tot den lagen-dyck toe" etc