Bedoelde u soms?
wedene | weede | weerde | wegende | wehene | weinde | wekene | wesende | westeinde | westende | wonende

23 resultaten

Rijser | 1580-01-19

Schepenrol Monnikendam 3537
Achternamenindex

de baljuw heeft in kennis geleijt dat Jacop Jacopsz Rijsser bekent dat Mijeus Isbrantsz hem gequetst heeft, niet wetende hoe dat het toegecomen is; daarbij geweest: Thyel Fransz, jong Claes en Outger Pietersz

Spieringshoek | 1522-12-01

R.A.H. Coll Aanw 243 fol 405/2e Memoriaal Sandelyn fol 267
Achternamenindex

Jacob van Spierincxhoeck, voormalig deurwaarder van de Raad van Holland, heeft gevochten en was bij provisie uit de gevangenschap ontslagen, had vergiffenis gehad onder uitsluiting van het deurwaarderschap, "die selve suppliant die een jonc edelman is, geen ambochte wetende omme syn broot voer hem, zijn wijf ende cleene kinderen te winnen", en in aanmerking nemende dat hij dit ambacht gekocht en nog niet afbetaald heeft, verzoekt hij om herstel in zijn deurwaarderschap, wat toegestaan wordt

1465-08-02 |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 52v regest 204/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen tot Leeuwe Pieter Geritsz huijs, daer zij zat op haer stoel, wetende hoirre sinne ende machtich hoirre sprake, daer Geryt Pieter Lambrechtsz haer voecht bij ons stont, ende geliede dat zij gegeven heeft aan de kerkmeesters tbv de parochiekerk en de getydemeesters tesamen een huys metten erve gelegen over t Spaerne in Gebbenstege, belend an die een zyde: Geertruijt Wyntgensweduwe, an die ander zyde: Rissent Claesdochter, afterwaerts streckende an Ghijs .... [niet ingevuld], belast met 6 schell 6 penn Holl sjaars

Garbrant Claesz ende Claes Geryt, schepenen

1443-06-19 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/17/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen tot Griete Arntsdochter daer zij lach op haer ziecbedde wetende hoirre sinnen ende machtich hoirre sprake, daar zij, met haar man en momber Michiel Jansz, en Michiel voor zich zelf, gezamenderhand opdragen ten vrijen eigen om Godswil en voor de zaligheid van hun zielen aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis aldair een huis en erf gelegen opt Cleyne Heylige Lant tusschen Nanninc Mathijsz an die ene zijde, dat blijndesteeg aen die ander zijde, afterwarts streckende an Mychiel Allartsz, belast met 16 sch Holl (vgl 1439-12-13)

Boudijn Jan Boudynsz.z (met zijn zegel) en Jan uten Hage (zegel: ankerkruis), schepenen

1502-07-01 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 164/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

de bisschop van Utrecht antwoordt aan de Staten van Utrecht op hun schrijven dat zij bij de bestaande geschillen tussen de hertogen van Cleve en van Gelder, een overrompeling van de stad Rhenen duchten, en dus verzoeken voor het behoud dezer stad en de sloten van het Stichtte zorgen. Dat hij zelf niet kan over komen wegens merckeliken en lestige zaeken, alsmede wegens een ophanden zijnde dagvaard met die van Munster over de vordering van Arnt van Heijden, niet wetende wil die dagfaert tot fruntschap offte anders geëndet zal worden. Hij is van oordeel de stad Rhenen op slands kosten met krijgsvolk te bezetten. Gedaen slot Vollenhove

1491-03-28

folio 92 XCIII 1489-1492
Transportregister Haarlem

jvr Machtelt van Poelenburch Floris van Adrichems weduwe met Jan van Rieck als haar gecoren voogd, heeft verleden daer zij in haer bedde lach, machtich hare spraecke ende wel wetende hare zinnen alst sceen, voor scepenen die daer als versocht ende gebeden zijn tharen huyse gecomen, dat zij van wittigen sculde sculdich is haren neve Willem van Poelenburch Gerytsz, de somme van 120 R gld, te betalen binnen 2 jaar nadat zij gestorven zal zyn. Scepenen: Meer en Luytgensz. Verleden 28 Maert [1491]

1545-03-09 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Sticht, Woerden, Gelre fol 66
Jaartallenindex

supplicatie van Ghysbrecht van Tuyl, ingesetene van onsen lande van Gelre, dat hij suppliant van successie bezit en gebruijckt seeckere landen in Gelre, in den kerspel van Herwynen, genaamt Malsense Coxhoeve, groot 16 morgen lands, streckende van den diepe van den Wael totten Aspersen Bloklande, die bij syn voorsaten verbuijt [verruild ?] zijn voor andere erfgoederen, niet anders wetende dan dat de Mansene [!] Coxhoeve eigen goederen waren en al meer dan 60 jaren in hun bezit. Pas onlangs heeft hij vernomen dat dit goed in 1355 verleden is geweest als leen van Holland. Dat sedertdien geen enkel verzoek of leenverheffing heeft plaatsgevonden en ook geen dienst als leenman gevraagd is. Aangezien suppliant molestatie vreest, vraagt hij voorziening t.a.v. dit wanverzoek. Karel scheldt hem dit wanverzoek kwijt en staat hem leenverheffing toe, zonder dat van betaling melding wordt gemaakt (vgl 1545-06-21)

1488-01-24 |

G.A. Amsterdam Inv 581c regest 572/Arch Carthuizers bij Amsterdam
Jaartallenindex

Jan Pietersz oorkondt dat hij heeft verkocht aan broeder Geryt Florijsz, mijn broederszoen, woonende in dat Kerthuysserscloester buyten Amsterdam, een stucke lants gelegen in Hem bij Hoern ende is leengoet ende hoert nae mijn dood den voorsz. broeder Geryt Florysz, ende ditselfde lant gelt alle jaer 16 R gld etc. Hij erkent deswege voldaan te zijn, doch verklaart deswege elk ¼ jaar van genoemd klooster 4 R gld te zullen ontvangen zoolang hij leeft. Deze koop is gedaan in tegenwoordigheid van Wijndrich Geryts,z mijn oem, wel wetende dat datselfde lant beter is dan dese voirscr. lijfrenten tot onser beyder lijff dat geve ic dat voirs. convent om Goedts willen, voor myns ouders zyel tot een eewijch testament. Ende mijn uutterste beheerte is dat die Karthuyssers dit lant eyghelick maecken willen ende vrij coepen van den heer om een eewijch testament te blijven

bezegeld door Gheryt Vrerixsoen ende Aernt van Dam (zegel: 3 wassenaars), leenmannen der graeflicheyt van Hollant

1541-06-18 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 134v
Jaartallenindex

Alsoo Adriaen Colf Claesz, oudste zoon van wijlen Claes Colf, den stadhouder van de lenen en de luiden van de reeckeninge te kennen gegeven heeft, hoe dat hij uitlandich ende van den Turck gevangen is geweest, ende dat binnen middelen tijde zijn vader Claes Colf Heindricksz deser werelt overleden is geweest, en achtergelaten heeft zekere 9 morgen leens gelegen in den lande van Arkele op te Beemte in Blocklant, maar waarmede vervolgens zijn moeder, niet beter wetende dan dat Adriaen dood was, beleend is geweest, in gevolge zeker request door zijn moeder bij de stadhouder in den jare 1538 gepresenteerd door zijn oudste broeder Jan Colf. Hij verzoekt nu het verlij op Jan Colf te niet te doen en hemzelf te belenen. Dit gebeurt en Adriaen wordt beleend met de 9 morgen op Blocklant, belend zuid: de erfgenamen van Floris van Muylwijck, noord: Jan Aertsz Pyck [= Pieck], streckende oostwaarts van den Beemtewech nederwaarts totter wateringe toe, genoemt Mickelis. Leen van Arkel, recht erfleen

leenmannen: Cornelis Barthout Jansz, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq

1510-02-23 (1509) |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Sticht fol 13v, 14v
Jaartallenindex

gesien bij den luyden van der reeckeningen in den Hage seeckere requeste gepresenteert bij Gysbert Melisz als man en voogd van Peternelle Tymansdochter, inhoudende hoe dat hij suppliant omtrent 15 jaren gelegen (!) in huwelijk vergadert is met de voorn. Peternelle, ende was hem met haer in medegave gegeven met de voorn. Tyman, seeckere 4½ morgen in t kerspell van Woerden aen den Hairdyck, zonder meer, niet beter wetende ten was eygen goet, heeft naderhant bevonden, teselve wesende quaet leen. Daar nu Tyman onlangs overleden is, is het leen nu aan de grafleijkheid gekomen "comende tot groot verdriet van de suppliant". Hij verzoekt belening. Onderzoek gedaan door Heinrick Gerritsz onder r. r in t quartier van Woerden. Tegen betaling van 31£ aan de ontvanger van de espargnes Crispyn Jansz van Boschuizen, wordt belening toegestaan. Crispyn erkent deze 31£ ontvangen te hebben voor de koop van 4½ morgen, de grafelijkheid aanbestorven bij dode van Tyman Claesz, schoonvader van de suppliant. Karel beleent Gysbert Melisz vervolgens met dit leen als heer van Woerden

present: Ysbrant van Schoten, Crispyn Jansz