11 resultaten
Haeften, van | 1446-09-28
Navorscher jg 1879 p 536/Dodt van Flensburg Arch V p 211
Achternamenindex
de magistraat van Utrecht besloot dat Aleid van Haeften 2 jaren buiten de stad moest blijven en daarenboven aan de stad een boete van 3000 stenen zou geven "omdat si enen priester in oneere enen doeck, daer menschenquaet in gebonden was, tot enen clienoot gesent heeft"
… |
V.R.O.A. 1909 p 178 no 420
Jaartallenindex
geslachtslijsten van de heeren en geslachten van Naaldwijk, Wateringen, Wassenaer, Montfoort, Kruiningen, Ameide, Teylingen, Teisterbant, Heusden, Arkel [de laatste met enige verschillen ook bij Mathaeus Analecta p 201-240], Lede en Lederdam, Heukelum, Asperen, Hagestein, Akkooi, Leienberch, Noordeloos, Zoelen, Avezaat, Alblas en Alblasserdam, Heer Arendsberg, Yselstein, Oostervant, Borssele Vere, Belois, Woerden, Vliet, Bentheim, Hennenberg, Voorne, Persyn en Waterland, Haarlem. Ook van Kulemborg, Vianen, Kruiningen, Egmond, Abcoude (geschiedenis van de stichting van Wijk bij Duurstede, Claudius Civilis enz), Renesse. Gebonden in perkament met wapenschild
Amstel, van | 1252-06-16
Van Spaen: Historie der Heeren van Amstel p 28 en 29
Achternamenindex
Gysbrecht van Amstel, Herman van Woerden, de heer van Goor, de heer van Voorst, de heer van Almelo, de graaf van Gelre leveren slag met de bisschop van Utrecht, bij de stad Utrecht, waarbij Gysbrecht en Herman aan het paard van de bisschop gebonden, gevankelijk Utrecht binnen gevoerd werden. Op verzoek van de koning en de aartsbisschop werden zij losgelaten. Gysbrecht schijnt toch spoedig gestorven te zijn: zijn zoon treedt op 22 november op als heer van Amstel
1536-1537 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II dossier 427
Jaartallenindex
Jehan Jong[he]let, uit Brussel, contra Reynoud [III] van Brederode, heer van Vianen en Ameide. In den jaren 1536 en 1537 hadden eiser en zijn vrouw hun dochter Katherina aan verweerder, die toen voor Bethune en elders in noord-Frankrijk vocht, aangeboden. Het drietal was met verweerder mee naar Vianen getrokken. Toen Reynaud zich op het huis te Cleve bij Haarlem bevond, waren eiser c.s. vertrokken. Eiser vorderde voor de Grote Raad uitkering van een jaarlijks pensioen van 50 £ dat verweerder hem schriftelijk had toegekend. Verweerder erkende de formele geldigheid van de betreffende akte, doch niet de erin voorkomende reden van toekenning, nl diensten door eiser en zijn vrouw verricht. Verweerder stelde dat deze diensten uitsluitend bestaan hadden in het prostitueren van hun dochter. Hij achtte zich niet gebonden aan de overeenkomst omdat deze een ongeoorloofde oorzaak had. Eiser, die als bordeelhouder bekend stond, verdiende z.i. strafrechtelijk te worden vervolgd
1495-08-21 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 142/2
Jaartallenindex
sententie van de Grote Raad van Mechelen (802.97): Jan van Diemen, Dirck Claesz e.a. uit Amsterdam contra Magistraat van Haarlem. In een statenvergadering van Holland besloot men in 1491 in verband met de Vlaamse opstand de visserij te beschermen. De kosten van de daartoe benodigde oorlogschepen zouden worden omgeslagen over de gevangen vis en andere goederen (last- en pondgeld). Blijkbaar maakten de andere steden, in afwezigheid van Haarlem, nadere financiële afspraken met eisers [vermoedelijk reders en kapiteins]. Eisers lieten daarna voor de omgeslagen kosten - voor Haarlem 400 R gld via het Hof van Holland beslag leggen. Zekere Clais Co[u]rf, schout van Haarlem, werd gedwongen een schuld aan Haarlem ter hoogte van het gevorderde bedrag aan eisers te voldoen . Haarlem ging hiervan in appel. Evenmin als Dordrecht en Gorcum achtte de stad zich niet door het meerderheids besluit gebonden. Uit deze kwestie kwamen nog andere geschillen voort (vgl sententie 802.62 dd 1494-10-03 en 802-77 dd 1495-02-06)
1503-09-11 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier tussen 203 en 232
Jaartallenindex
Aelken Willemsdochter contra Adriaen de Smit, Aechte weduwe van Jan Adriaensz en Joost Jansz, erfgenamen van Adriaen Jansz, Hendrick Hendriksz Knobbout, en de prior van het Augustynenklooster te Dordrecht. Eiseres meende recht te hebben op de erfenis van haar tante Jutte Hermans die ± 1465 was overleden. Haar oom, later gehuwd met zekere Lyne Hermans had de boedel onverdeeld onder zich gehouden. Lyne hertrouwde later met Hughe Hille. Na haar dood [van Lyne] waren eiseres en haar zuster uit het buitenland teruggekeerd en daagden Hughe Hille voor het gerecht van Gorcum om hun erfdeel op te eisen. Het gerecht wees hun eis af doch het Hof van Holland en later de Grote Raad (sententie 1503-04-11) stelden haar in het gelijk. Na de dood van haar zuster eiste Aelke executie van de sententie. Zij kwam toen tot de conclusie dat een rente van 20 schilden gedurende 24 jaren ten onrechte aan de Augustynen te Dordrecht was betaald, terwijl weduwe en erven van Jan Adriaensz twee morgen land, 4 schilden sjaars opbrengend, in bezit hadden. Zij daagde verweerders voor de Grote Raad. verweerders wezen erop dat eiseres en haar zuster als bastaarden geen recht hadden te erven. Verder zou Jutte hen om die reden al bij haar leven 25 schilden geschonken hebben. Tevens beriepen zij zich op verjaring, waartegenover eisers stelde dat zij geen justus titulus hadden. Bovendien achtten verweerdres zich niet gebonden door uitspraken in processen tussen anderen gedaan
1562-08-08 |
G.A. Haarlem Inv Recht Arch no 83 fol 15
Haarlem Algemeen
Dyeuwer Jansdochter weduwe Jan Yeffvez draagt al haar goederen op tbv haar zoon Jan Yeffvez. Hij betaalt haar met een lijfrentebrief van 10 Kar gld. "Ende alzoe die voors. Jan Yeffvez van zijns vaders erve nyet gehadt ofte daervan genoten heeft en daerenboven hemzelven voor de voors. zyne moeder verbonden heeft te betalen Claes Pietersz Can, van Amsterdam, de som van 160 Kar gld en Geryt Henricsz, koorncoper mede van Amsterdam, de som van 117 Kar gld, ende omme andere saecken die de voors. Dieuwer daertoe porrende, zo verclaerde de voors. Dieuwer dat zij wilde ende interdiceerde Ette Yeffvendr haere dochter, met haar tegenwoordige man, ofte dien zij nog soude mogen trouwen, den voors. Jan Yeffvenz ofte zyn kinderen tot eeniger tijt te mogen maenen ofte eysschen inventaris ofte enige portie van de voors. haer vercochte goeden, ofte hem ter cause van dien enige actie te mogen moveren ten ware dat nae date van desen die voors. Dieuwer enige andere goeden opsturven ofte opquamen uyt cracht van testamente, codicille, legatie of donatie, nyet gebonden of subject zijnde restitutie, in welken gevalle diezelve goeden nae dode van haer Dieuwer voors sullen succederen en erven op te voorn. Jan Yeffvenz en Etthe Yeffvendochter zyn zuster, half ende half"
1530-02-01< (1529) |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 123, 125v
Jaartallenindex
Heyndrick Carbon, deurwaarder ordinaris bij de Grote Raad te Mechelen, certificeert dat uit cracht van zekere exec. letter in de marge v.d. leenregisters van decreten gebrocht is, geimpetreert ende my gepresenteerd by Adriaen Stalpert, rentmeester-generaal van Kennemerland en Vriesland, bij de welke leenregister van deccreten de voorn. rentmeester gedecreteert is int leengoet gevonden tot Noortich, groot 40 morgen land, tevoren toebehorende aan Dirck van der Does. En de mij getoonde quitantie daarvoor dd 1530-02-01, mitsgaders dat hij tselve leen ontvangen en verheven had, volgens certificatie dd 1530-04-29 voor Pasen, van Mei [?] 11 dag der voorn. maent van April anno voors. getransporteert op het voors. leengoed en hebbe daer in presentie van leenmannen van Holland, schout en buren van Noortigh, Adriaen Stalpert voors. in het reeele bezit gestelt van het voors. leengoed, daermede begrepen die huysinge, schuren, stallen en boomgaerden in die plattinge (?) staende op het voors. leen. Gevende de voors. Adriaen Stalpert in handen t ploech staende op t ploechlant van t selve leen om dat te berysen en te beploegen. Jan Aelk gevende een beesten te weten een paert gebonden met zynen binder zeele an t hooft ende dat mit hem geleyt van weiland van t voors. leen. Ende hebben hem in teken van waerachtig possesseur gegeven eenen slot ende stuck erde ende gras mit gelt omt selfde lant te beteisen ende bewinnen ende die vruchten te ontfangen. Met bevel aan de pachter Jan Swaen voors [!] die op het leen woont om Adriaen als eigenaar te erkennen (datum ontbreekt); 1530-02-01 (1529): over hetzelfde, land te Noordwyck dat Adriaen Stalpert gekocht heeft. Adriaen wordt 5 april 1530 beleend met dit Woutersland
1571-01-09 (1570) |
G.A. Haarlem Transportregister 76/25 achter in gebonden, ongefolieerd
Haarlem Algemeen
Claes Jan Berensz heeft verkocht aan Pieter Cornelisz een huis en erf en moulterije gelegen opt Spaerne, aen d'een side: Claes Jan Berensz voorn, aen d'ander side: Claes Woutersz, achter streckende tot aan Claes Jan Berensz. Koopsom 1700 gld. Met hun handtekeningen
1467-1575 (6) |
A.R.A. Familieregister van Spaernwoude (voorlopig) Charterdoos Fack VII van het Familiearchief Heereman van Zuydtwijck
Haarlem Algemeen
(vervolg) int jaer 1500 op Sente [?] ende Modestusdach starf Evert int H. Geesthuis binnen Haerlem, ende is begraven Sinte Marien bij Sinte Janspoert (4 Nov.); (fol 14) int jaer ons Heren 1501 starf joncfr Machtelt van Poelenburch Florys weduwe van Arichem, onse moije, op St Pancrasdag tussen elve nen twaelven te Middach, requiescant in pace; in 1504 starf Henric van Spaerwoude, mijn broeder, op St Pouwelsdach Conversio des morgens te 4 uren, en starf Dirc Adriaensz van Poelenburch op S. Tuburciiavont, des Donredages na St Lambert starf Alijt Dircxdochter die maecht van onse moije van der Dues; (fol 14v) int jaer ons Heren 1432 opten tsheren Hemelvaertsdach omtrent Vespertijt ben ic geboren Ysbrant van Spaerwoude; in 1459 des dages na St Gregorius so is Haze van Poelenburch, mijn wijf, geboren. Item soe hebben wij malcander getrouwet int jaer ons Heren 1488 opten 5e dach in Julio, 1489 op St Dionisiusdach ende was op een Vridach des avonts omtrent drie uren doe wan mijn wijf een zoen die zijn naem Geryt is, ende sijn gevaderen zijn geweest heer Willem van Spaerwoude, mijn broeder, mr Jacob Boudynsz ende Joncf. Heijlwijf van Alcmade. Ende in t jaer 1494 op den 15e dach in April is hij gevormt ende mr Ysbrant heeftem voir den bissc. [?] op gebracht ende den doec gebonden ende Griet mijn dochter mede optenselven; (fol 15) int jaer 1495 opten 13 dach in Junio dat was opten beloken Pincxter avont des morgen twisken drie en vier uren soe wan myn wijf een dochter ende is geheten Claer. Hoir gevaders waren Jan van Freest, die vrou van Leijenburch ende mijn nicht Jacops wijf van Dorp. Int jaer 1496 op St Bertelmeusdach na middach te 2 uren soe wan myn wijf een zoen ende is geheten Adriaen. Syn gevaders waren die commanduer van St Jan, Dirc van Almonde, scout van Haerlem ende mijn nicht Jan die basterts wijf van Brederoe; (fol 15v) ende int jaer 1503 opten Vrydag na St Marcus soe sijn Claer ende Adriaen ghevormt, die pater Claren gevaer [= gevader] ende Adriaen: die vrouwe van Roen