23 resultaten
1502-03-31 | Langdonck
Carth Raamsdonk anno 1518 fol 58v/Carthuizers Sint Geerdenberg
Jaartallenindex
rechter en heemraders in den ambacht van Raemsdonck oorkonden dat Merten Goyaertsz, Henrick Goyaertsz, Brieninck [Brievinck ?] Goyaertsz, Peter Aertsz, Ariaen Heyn Roelenz, Ariaen Jansz die Bont, Claeys h'zwagher tot Oesterhout wonende [schoonzoon van Goyaert Henricsz ?], erkennen geheel en al betaalt te zijn van 12 R gld sjaers die onse vader Goyaert Henricsz hadde op zijn lijf en na zijn doot hadde, te lossen op het Carthuizer klooster te St Geerdenberge. Welke lossinge nu geheel ontvangen hebben
Peter Willemsz, rechter, Willem Andriesz, Jan Petersz, Pieter Aertsz, Ariaen Berthoutsz, Gheerbrant Clauwaertsz, Gysbrecht Henricsz, Ancelmus Willemsz, heemraders
Lombarts | 1540, 1542
Bijdr Hist Gen dl 34 p 331, 332
Achternamenindex
Godefridus Lombarts, van 's Hertogenbosch, studeert 1540 te Orleans [mr Goyaert Lombaerts van Enckevoirt]; 1542: Guillelmus Lombarts, idem [broer van voorgaande]
Geffen, van | 1434
Taxandria jg 1923 p 254/De Raadt I p 480
Achternamenindex
Jan Baliaert, Jacob Monic, Goyart van Dommelen, Willem Reeuwe, Arnt (Arnold) Monix Ghijsbrechtsz, Jacob van Geffen, Jan Nolleken, schepenen van 's Hertogenbosch; met één zegel, nl dat van Goyaert van Dommelen
Nolleken | 1434
Taxandria jg 1923 p 254/De Raadt I p 480
Achternamenindex
Jan Baliaert, Jacob Monic, Goyart van Dommelen, Willem Reeuwe, Arnt (Arnold) Monix Ghijsbrechtsz, Jacob van Geffen, Jan Nolleken, schepenen van 's Hertogenbosch; met één zegel, nl dat van Goyaert van Dommelen
Herlaer, van | 1642-09-08
Ned Leeuw jg 1912 p 187
Achternamenindex
volmacht op Adriaan van Herlaer, wonende te 's Hertogenbosch, om landerijen te Empel te verhuren of te verkopen; volgens B.S.A. dd 1623-04-04 was hij gehuwd met Johanna Francken, dochter van Goyaert Francken en Judith van Vlierden Goyaertsdochter
s Hertogenbosch
Haestrecht, van | 1588
Taxandria jg 7 p 285
Achternamenindex
Goyaert van Haestrecht heer van Drunen en Gansoyen x Josina van Malsen: Derk van Haestrecht, pandheer van Drunen en Gansoyen, kapitein van een vendel onder zijn oom Diederick Sonoy in 1588 x Anna van Malsen (overluid Utrecht 1620-11-29)
1536-08-21 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 289, 286
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Cornelia van der Dussen, husvrouw van Goyaerts van Brecht, na dode en makinge van haar broeder Jan van der Dussen, met; 1) dat slot, huys, hofstede van der Dussen mitter manschappen, 2) dat ambachtsheerschap van Haerstwaerde ende voort alle andere ambochtsheerschappen, landen, visserijen, vogelrijen, renten, veeren, gruyten etc, uitgesondert een hoef lants leggende westwaarts van den huize van der Dusschen die hij zyne [!] zuster Hillegont, wonende te Rysl [!] daer uyt gemaecht heeft, groot 20 morgen lands, 3) dat ambacht van Monsterkerke mitten winde, veeren, visseryen, vogelryen, tiende, thynse, beeden, manschappen, gelegen in onsen lande van Zuyt Holland, aen beyden syden van de Dussen, tot een erfleen, 4) ½ Nestiende, ongedeylt mitten Canonicken van den Briele met ½ die smaltiende binnens... [rest ontbreekt, volgt op fol 286] binnensdycx gelegen ongedeelt mitter papelike prove van Monsterkercke, gelegen binnen der ambachtsheerlijkheid van Monserkerck. Voorts welke halve tiende gelegen is tussen den Gravendyck ende die Vooren tiende. Tot een erfleen, gelyk Jan van der Dusschen die te houden placht. Haar man Goyaert van Brecht doet de eed voor haar
Adriaen van den d myn [!], Cornelis Barthoud Jansz, Willem Pietersz Criep, Jan Gans, Bartoud van Outenae, leenmannen
1564-09 (3) |
Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 25/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex
schoutet in den ambacht van Drimmelen van de heer van Nassau en heemraden aldaar oorkonden dat Alyd Jacobsdochter, weduwe Adriaen Aertsz met haar gecoren voogd, en heer Reyner Ariaen Artsz, priester, met zijn gecoren voogd, met zijn broeders Art ende Jacop, deszelfs Adriaen Artsz zonen, overgaven aan Cornelis Heijsz, ½ van een weer lants gelegen in den ambacht van Drimmelen, in Kyfhoeck, gemeen en onderdeelt met Wouter Mathysz. De welke Adriaen Aertsz vercregen hadde bij coop van de erfgenamen van Merten Anthonisz, zuid: enige van de erfgenamen van Henrick Montens met haar erven, noord: de Chartreusen buiten St Geerdenbergen met haar erve, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyck die weeren aen beide zyden strecken. Gaven mede over ½ van een stuk lands, liggende onverdeelt mette voors. Wouter Mathysz, in Kyfhoeck, noord: Henrick Montens erfgenamen met erve dat zij verkregen hebben van wijlen Goyaert Anthonisz, zuid: de Chartreusen, west: ter halver vaart toe, oost: streckende gelyk die weeren aan weerssyden strecken. De voorn. weduwe en kinderen beloven Cornelis Heijs vrijwaring. Nota: dit land is ons over getransporteerd van deselve Cornelis Heijs in der tyt wesende onze rentmeester die hetzelve tbv het convent cofte
bezegeld door Michiel Petersz, als schoutet en tevens ter bede van de heemraden
1564-09-09 (1) |
Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 24v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex
Michiel Pietersz, schout in den ambacht van Drimmelen, myns genad. heren des princen van Orangien, en heemraders aldaar oorkonden dat heer Erasmus de Vrome, prior van de Sartroysen buiten St Geerdenberg, voor hem en zijn convent met Cornelis Heijs als zijn gecoren voocht, ter eenre en Wouter Mathysz ter andere zijde. Zij oorkonden dat zij met elkander gemangelt hebben erve om erve, lant om lant, de een gelegen inden ambacht van Drimmelen ende de ander erve in den ambacht van Stanthasen. Wouter Mathysz geeft aan het convent ½ van een weer land gelegen in het ambacht van Drimmelen in Kyffhoeck, gemeen en onderdeeld met de erfgenamen van wijlen Adriaen Aertsz en dewelke deselve Adriaen Aertsz bij coop vercregen had van de erfgenamen van wijlen Merten Anthonisz die t selve weer lants met den voors. Wouter Mathys onverdeelt had, zuid: Domis Paijmans met zijn erve en nu van Montens erfgenamen, noord: de Chartroisen met ander erve, west: streckende ter halver vaert toe, oost: streckende gelyk die weeren an weerszyden. Ende hij gaf nog over den voors. convent ½ van een stuk land liggende onderdeelt als voren, noord: de erfgenamen van Henrick Montensz erve, dat zij vercregen hebben van Goyaert Anthonisz, zuid: dezelve Chartreusen, streckende ook ter halver vaart toe, oost: de weeren aen weersyden. Wouter Mathysz belooft vrijwaring en stelt dit land als onderpand (vgl 1518-07-17, 1534)
1533 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 311, 313, 314
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij ter ootmoediger bede van Johan van der Dussen Florisz, daer moeder af was jvr Barbara van Bochem, denselven suppliant geoctroyeert heeft uyt onser sonderlinge gratie om over al zijn goederen by uiterste wil te mogen disponeren. Vervolg akte op fol 313: hij heeft geen wettige geboorte. De akte eindigt: hebben wij onsen zegel hieraan doen hangen in t jaer ons Heren 1533. Op fol 314 volgt een extract uit het testament dd 1536-01-20: hij vermaakt aan zijn zuster Cornelia x Goyaert van Brecht: - dat huys en slot van den Dussen met een hoeff lants teynden den voors. slote gelegen, synde groot 21 morgen, - die ambachtsheerlijkheid mitten mannen ende manschappen van leengoeden, gruyten, visscherijen, kerckgifte, hem althans toebehorende, - en de zwaandrift die hij van de graaf van Hoorn [lees: Altena] in leen houdt. Hiervoor moet Cornelia binnen het jaar betalen zulke 150 R gld en 2 gld der memorien. Hij vermaakt ook aan Cornelia die wyntmolen mitten rosmolen. Des laet daerof 1£. Welke te heffen heeft enen genoemd heer Berenbrandt. Noch wil de testateur dat zijn zuster Cornelia uyter moolen rycken zal zijn twee neven van Haerdickvelt: Floris en Bruysten, die somma van 300 gld in eens. Soo sullen des goeden boven geroert weder gaen erven en besterven aen den oudsten zoon van Herdinxvelt: Aert genaamd. Is deze dan reeds aflyvig, dan te komen op diens oudste zoon