Bedoelde u soms?
jaarschot | jaarschote | jansschot

12 resultaten

1532-03-01 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 49v
Jaartallenindex

Karel beleent Daniel Jacobsz na dode van zijn vader Jacob Danielsz met de ambachtsheerlijkheid van 22 gemeten land, mitsgaders die thienden, visserien, vogelrien, 1 gr per jaar op t gemet tot jaerschot, oost: de oude dyk van Dirxland, noord: Witte Dircx lant, zuid en west: de nieuwe dyck van het voors. land. Tot een onversterfelijk erfleen. Leen van Voorne

Dirck van Assendelft, ambachtsheer van Besoyen, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1531-12-22 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 34v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor heer Gerrit van Assendelft, onse stadhouder van lenen, gecompareerd is mr Claes van Essche, onse Raad en meester v.d. rekenkamer in den Hage, tbv onse beminde Raad en baljuw van den lande van Voorne, Andries van Bronchorst heer van de Schoot opdroeg ¼ deel van den dorpe en heerlijkheid van Abbenbroeck, mit hooge, middele en lage jurisdictie, met tienden, visscherie, maelrie, jaerschot, gorsettinge. En daartoe 8 gemeten land gelegen in Kaetgen en ½ gemet geheten Spartegelt, al gelegen in de voors. heerlijkheid van Abbenbroec. En dat hij vervolgens Andries van Bronchorst hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Reserverende alleenlijk in t ¼ deel van de voors. heerlijkheid onse opperheyt, ressort ende bede in alder manieren als de voors. Claes van Essche te houden placht

mr Joost Sasbout, Raad ordinaris in de Camer v.d. Rade, Reynier Brunt, Raad en Procureur Generaal, Jacob de Jonge heer tot Baerdwijk, Vincent Dammas, onse Raden en meesteren van onse reeckening, leenmannen

1497-06-30 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 10
Jaartallenindex

ik Laureys Spernagel van Beoestenzwene Pietersz erkenne en lye dat ik wel en deugelyk verkocht heb aan heer Jan de Weert, abt van het Godshuis van St Michiel te Antwerpen, ⅛ deel van der heerlijkheid van der Middelharnesse met alle toebehoren als tienden, maelry, visserye, vogelrije, veeren, ommelopen, middeldycken huys, chijs, exchijs, jaerschot e.d. in hoge, middele en lage. Mitsgaders ⅛ deel in een helft van den Oostmeer met al zijn toebehoren die voors. Middelharnisse navolgende, met alle slyken, gorsen etc. Leen van Putten. Behalve myn Vroonen in die Middelharnasse en de voors. ½ van der Oostmeer, als nu bedyckt wesen, die in de coop niet begrepen zijn en my zullen blyven toebehoren, zoals ik nu in leen houdt ende my van mijne jonckvrouwe moeder aanbestorven zijn

1508-09-20 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 17
Jaartallenindex

Karel beleent onse lieve nichte vrouwe Anna van Borsselen vrouwe van der Veere na dode van oock onse lieve nichte vrouwe Anna van Bourgongen in haar leven vrouwe van Ravesteyn, met die ambachtsheerlijkheid van seeckeren uitgorssen ende slycklanden genaemd Rosenboom, ruitstoppelen, die weelde graefnisse, dat men noemt Betkins landt, leggende over die Zijpe nevens den stroom van den keten in Beoosterschelt in onsen lande van Zeeland, als maelrye, visscherye, vogelrije, jaerschot, veenen, ghiften van kercken, kosteryen ende ander benefitien ende ghiften ende voort alle andere rechten der ambachtsheerlijkheid volgende ende toebehorende, in allen schyn, voegen ende manyeren als dat octrooi daermede die voors. uytgorssen en slycklanden uitgegeven waren te bedycken, gegeven in onse stede van Bergen 1486-08-24, dat inhouden. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Mr Jacob Houtman doet de eed voor haar

1526-02-05 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 150v
Jaartallenindex

Karel oorkondt: alsoe onse lieve en getrouwe Raed en meester van onser reeckeninge in den Haghe, mr Claes van Essche, ons vertoont en te kennen gegeven heeft dat hij onlancx in t openbaer als meest biedende gekocht heeft ¼ deel van den dorpe en heerlijkheid van Abbenbroeck, mit hoge-, middele- en lage jurisdictie, met thienden, visserij, maelrie, jaerschot, gorsettinge en ander sijn toebehoren, daer van de vrouwe douagiere van Montfoort het andere ¾ deel van ons houdt. Ende daertoe heeft hij noch van ons gekocht 8 gemeten lands gelegen in t Kaetgen, en ½ gemet geheten t Spartegelt, al gelegen in de heerlijkheid van Abbenbroeck, gelyc als t selve ons bij confiscatie van Bouwen van Abbenbroeck aangekomen is. Allenlyck aen ons reserverende onse opperheijt, ressoort en bede, blijkens de brieven van coop dd 24 juni j.l. Hij zal die houden tot een onversterfelijk erfleen, met bovenstaand voorbehoud (vgl 1525-06-24)

heer Gerrit, heer van Assendelft, ridder, Raad ordinaris v.d. Camer v.d. Rade, Jacob de Jonge, heer tot Baertwyk, auditeur v.d. reeckeninge, Vincent Dammas, secretaris en clerck v.d. rekeninge

1529-03-01 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 31v, 33v
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Holland Adriaen Ruychrock van de Werve, verklarende dat hij heeft vercoft aan Andries van Bronchorst heer van Schoot, zekere percelen van vrije Vronen: 1) een stuck vrye Vroene groot 48¾ gemeten, 2) een dergelijk perceel groot 48¾ gemeten, al gelegen in Middelharnisse, 3) 6 gemeten 231 gemeten oock vrije vroenen in de Oestmoer in onser Vrouwenpolder ende der Stadt, en voorts alle vronen die hem toebehoren in Middelhernisse, 4) 168 roeden dyckerslant in de landen van de Stadt, 5) 6 gemeten 94 roeden dyckerslant gelegen in onse Vrouwenpoldere ende den oostmoer in den lande van Putten. Daarvan de voors. Andries van Bronckhorst bedinct heeft behoorlyk van waer-borgtocht. Hij verbindt hiervoor zijn persoon en goederen, speciaal zijn deel in de heerlijkheid Middelharnis, te weten ⅙ deel en ¼ deel van deze heerlijkheid, als maelerijen, tienden, veren, visscherij, ommeloopen, dycken, rantsoenen, jaerschot etc. Hij verzoekt hierop willige condempnatie van het Hof. Op 1529-04-08 confirmeert Karel deze akte

by den here van Malle als stadhouder v.d. lenen, heer Gerrit here van Assendelft, ridder, 1e raad in den camer vd Rade, mr Jasper Lievensz v.d. Hooglande, ridder, Raad ordinaris, mr Anthuenis van Bronckhorst, Jacob Coppier, getekend Cornelis Barthouts, leenmannen v.d. Leenhove van Holland

1532-09-02 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 196v
Jaartallenindex

Karel beleent Arent de Juede na dode van zijn vader Jan de Juede met die ambachte van de heerlickheyt [!] van Herdinxvelt, streckende van Schaluynresloot tot Giesenmonde, met haar toebehoren, met alle die breuken beneden 10 £, en van alle breuken en vervallen van deze heerlijkheid de 3e penn, "ende daertoe mede die breucken van den genen die op schepen eet spreecken of over schepenen vonnisse dingen sullen". Item die visserijen jegenwepen [? zegenwerpen] en aenwassen van den lande Scaluynresloot tot Giesenmonde toe, met toebehoren, op die noordzijde van de Merwede. Item die tiende van Bilrestege tot Ghiesenmonde toe. Item die veeren mit heuren opslagen aen beyden syden binnen de heerlickheyt van Hardinxvelt. Item die gifte en collatie van der kerke van Hardinxvelt. Item den thynse, maelerye, jaerschot, nacoop, vogelryen en twee paar oude zwanen in de voors. heerlijkheid te drijven en te houden. Leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Aert de Juede is onmondig, de naam van de voogd ontbreekt

Jacob Adriaensz v.d. Wiele alias Stalpaert, onse schout van den Hage, Pieter Boll, auditeur v.d. rekenkamer, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1519-02-11 (1518) (4) |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 12, 12v
Jaartallenindex

verder: alle ambocht, ambochtsgevolge, thienden ende uyterdycken ende ander goederen in Duvelant ende alle die scoonissen ende vervallen die binnen den lande en heerlijkheid van Duvelant buyten den dyck, opten dyck ende daerbinnen vallen en verschynen mogen (volgt een opsomming hiervan), zoals vrouwe Anna van Borsselen en haar voorsaten dat hielden, behoudens ons recht op 15000 Vranken van 32 gr Vls per stuk, als wijlen der vrouwe van Ravesteyn bij hertog Philips van Bourgondië, onser over oudevader, in dote en medegave gegeven is geweest, onder conditie dat indien zij kinderloos overleed, dezelve somme weer zou erven op de hertog etc. Tot een onversterfelijk erfleen. Item dat land dat genaemt is cleyn Dreyschor of heren Janslant, binnensdycx, met allen gerechten, gevolge etc, zoals zijn moeder de vrouwe van der Vere dat bezeten heeft, onversterfelijk erfleen. Item de ambochtsheerlijkehid van seeckere uytgorsen ende slycklanden genaamd "Roosenboom, Ruijtstoppelen, die Weelde, Graefnisse dat men noemt Beckinslant" liggende over de Zype, nevens den stroom van den keeten in Beoisterscheld in onsen lande van Zeelandt, als maelrie, vissery, vogelrie, jaerschot, veeren, giften van kercken, costerien, en ander beneficien en giften en voort alle andere rechten der ambochtsheerlijkheid volgen. Tot een onversterfelijk erfleen, volgens het octrooi gegeven 1486-08-24 in onser stede van Brugge (vgl 1519-02-06)

mr Thielman van Dulleckem, Crispijn Jansz van Boschuysen, ontfanger van de espargne, Jan van Barry, mr Cornelis Anthuenisz, onze secretarissen, Cornelis Barthouts, leenmannen

1506-07-02 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 4v, 5v
Jaartallenindex

Karel beleent Jan Numan met die ambachtsheerlijkheid met den ambachtsgevolg, als maelrye, visserye, vogelrye, jaerschot, veeren ende allen anderen saecken der voors. ambachtsheerlijkheid volgende, van den nieuwen aenwassen, uitgorssen, slycken, rietbroeken etc, gelegen bij Stryen, streckende van der West Mase tot aen t diepte van Stryenmonde, langes den Group, w.w. tot Cromstryen toe, zuidwaert tot Wynckeen toe, oostwaert tot aen 't nieuwe landt van Essche, zoals dit tevoren bij brief gegeven was aan wijlen onsen 1e secretaris en audiencier mr Gheryt Numan, vader van de voors. Jan, aan wie deze erfpacht (leen) aangekomen bij partage gemaakt tussen zyns vaders weduwe en de erfgenamen, en ook bij consent van Jans oudste broer mr Pieter Numan. Te houden tot een onversterfelijk leen, te verheergewaden met een stoop rynwijn Haechser mate (in margine: 2 stoopen Rynwijn naar inhoud van de erfpachtbrief). Voor Jan Numan doet hulde zijn oom en voogd Jan van Outhuesden. Volgt een verklaring van Pieter Numan, licentiaat in beide rechten, dat zijn broer Jan Numan in het voorn. leen zal succederen. Hij verzoekt zijn oom Jan van Outhuesden en Dirk van Boneem, leenmannen van Holland, om voor hem te zegelen. Tot meerder zekerheid plaatst Pieter zijn handteycken hieronder (1506-10-19)

present: Dirck van Boneem, Jorden van Raemsdonck, cleene Jan Bruyn

1525-06-24 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 151v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat onse lieve en getrouwe Raad en meester van onser reeckeninge mr Claes van Essche ons te kennen gegeven heeft, hoe bij sententie dd 1525-01-16, Bouwen Hart heer van Abbenbroec uijt onsen landen van Holland, Zeeland en Vriesland gebannen is en al zijn goederen geconfisqueerd, waaronder ¼ deel van de hoge-, middele- en lage heerlijkheid van Abbenbroek, met thienden, visscherien, maelrien, jaerschot, gorsettinge e.a. toebehoren, met 8 gemeten lands gelegen in Kaetgen en ½ gemet geheten Spartegelt, gelegen in Abbenbroek. Welk ¼ deel, volgens een daarvan opgemaakt staatje, bevonden is waard te wezen 20£ 9schell groten, en 21 myten Vls, alleenlijk belast met een douarie van 5£ gr Vls per jaar, dat vrouwe Machtelt van Diemen, weduwe van heer Bouwen van Abbenbroeck, daarop haar leven lang heeft. Dat daarna Jan Heyndricsz, ontfanger van de exploicten van de voors. Rade vervolgens dit goed in het openbaar verkocht heeft, zoals die aan Bouwen Hart toe behoord hadden, daeraen voor ons reserverende de opperheyt, ressoort en bede. Dat mr Claes van Essche koper is gebleven voor 2490£. Dat mr Claes nu beducht is dat de vrouwe van Montfoort, die pretendeert dat haar de resterende ¾ delen toebehoren en dat de confiscatie van dien hier behoren te volgen alsoe verre deselve eygen goeden ende geen leenen zijn, verzoekt hij dat deze koop hem gegarandeert zal worden. Karel confirmeert vervolgens deze verkoping (vgl 1526-02-05)