16 resultaten
1541-09-05 | Oudkarspel
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 120v/Leenregister Egmond D
Jaartallenindex
Karel etc oorkondt dat wijlen Aelbert Gerritsz, in zijn leven schout van Koedijck, van hem in leen hield ½ van een stuk land geheten Saskeroort, gelegen in de ban van Outkarspel op Langedyck, groot 9 deymden, welk leen overmits aflijvicheyt binnen sjaers gebeurt, gesuccedeert is op zijn oudste zoon wijlen Pieter Aelbertsz [die het dus niet heeft kunnen verzoeken], en dat tselve mits sijn overlijden gesuccedeert ende gevallen is op Geleijn sijn oudste zoon, die nu vervolgens beleend wordt. Hulde doet voor hem zijn oom en voogd Jan Aelbertsz, daar hij onmondig is
getuigen: mr Cornelis Jansz van Alcmaer, Willem Pietersz Gijep, leenmannen van Holland
1510-05-17 |
Genealogie v.d. Does Voorburg/Familiearch Bredius/Leenregister Wassenaer D fol 37, 63, 95
Jaartallenindex
Janne van Halewijn beleent Heren Cornelis Cruesinck, ridder, houtvester van Holland, met 4 morgen lants in de woninge van Groenevelt, hem aangekomen bij dode van zijn moeder jvr Margriete Aerntsdochter van der Does, te houden van Johan van Wassenaer voorn. tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1445). Reg D fol 63: gesuccedeert op Jacob Croesinck, Reg D fol 95: op Heinrick Croesinck
1516-11-28 |
R.A.H. Coll Aanw 421 fol 172/Mem Sandelyn fol 87
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Holland Jan van Duvenvoorde, Raedt, en bekende als man en voogd van zijn huisvrouw jvr Marie van Mathenesse die gesuccedeert is in zekere leengoed, achtergelaten bij haar broeder Jacob van Mathenes, gehouden van de Grafelijkheid, jaarlijks schuldig te wesen jvr Anna van Almonde weduwe van Jacob van Mathenes, uijt de voirs leengoeden 90£ Holl sjaars, getekent voor haar duwarie, haar leven lang. Bartholomeus van Egmond als man en voogd van de voors. jvr Anna verklaart dat hij tevreden is met de 90£ sjaars. Het Hof condemneert in deze betaling
1556-09-16 |
R.A.H. Coll Aanw 259 fol 539/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alzoo jvr Marye van Coulster weduwe Anthonis van Cats als moeder-voogdes van haar kinderen bij Anthonis voorn. het Hof bij request heeft bericht, dat de voors. kinderen deur t overlijden van vrouwe Helena van der Werve weduwe Jacob van Immerzeele, ridder, sonder kinderen overleden zijnde, gesuccedeert zyn voer een portie in de goeden en erfenis van de voorn. vrouw Helena. Dat deze boedel bezwaard is met schulden die niet te voldoen zijn zonder verkoop van goederen. Dat zij aan eenen heere Constant van Halmale, wonende tot Brussel, hebben vercoft zeeckere huysinge staende buiten Antwerpen. Dat het haar evenwel niet mogelijk is het aandeel van haar kinderen volledig over te dragen. Weshalve zij willig decreet vraagt van het Hof van Holland op deze verkoop. Hetgeen verleend wordt
1544-04-01 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 165
Jaartallenindex
regering van der Veere in Zeeland oorkondt dat daar mr Jacob Croeser, doctor in de medicijnen, overleden is, achtergelaten hebbende zijn oudste wettige zoon Mathys Croeser, aan wie het nageroerde leen na rechte gesuccedeert is, en dat van node is denselven Mathijs, daar hij onmondig is, dit leen te doen verheffen, zij Jan Gerritsz en Cornelis Schrijver, medebroeders in wette, als gerechte voogden van Mathijs Croeser, ons klaarlyck gebleken is bij heurluyder besegelde brieven ons op huden vertoond. Volgt de akte dd 1543-03-29; genoemde voogden geven volmacht aan mr Balthasar van den Hogelande, advocaat, Cornelis van Haaften Herpersz en Cornelis Danckaertsz, om namens hen de lenen te verheffen tbv Mathys Croeser: 1/13 deel min 4 gemeten, 138 roeden, uit de gehele tiende van Ouwe Vosmaer, zoals de vader van Mathys die gecoft had van Anthonis van Doornick (vgl 1544-03-29, 1544-04-09)
get. Jan Simonsz
1565-03-28 (1564) |
R.A.H. Coll Aanw 136 Caput Zeeland fol 173, oud fol 54
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat jhr Godefoij van Haestegt heere tot Druijnen, als man en voogd van jvr Josyne van Malsem, hem heeft opgedragen tbv Hubregt Korstenssen: 1) ½ van de ambachtsheerlijkheid van den lande van Natairs, mitten ½ van den ambachtsgevolge ende ambachtsregt, mitte ½ van de thienden en anders sijn toebehoren, 2) ½ van 20 gemeten Vroonlanden, gelegen in denselven landen ende ½ van de Middeldycken tusschen Dreyschor en Sonnemeer, gelegen tegens den landen van Natairs, daervan de wederhelft jvr Petronella van Harckesteyn Ghijs Cleewertssen dogter van ons houdende is. Uijtgesonder t stellen van schout en schepenen aldaar, die boeten tot 10£, ter visscherije en vogelrije, twelk hij comparant in t geheel opdraagt ende gemeenlick tgene wijlen Jan Splinter Claesz, grootvader van juffr. Josyna niet en heeft opgedragen gehad de voorn. jvr Petronella van Harckesteyn. Sulx als deselve leengoeden gesuccedeert ende geerfd syn op de voors. juffr. Josyna bij den overlijden van wijlen jvr Margriete Jan Splintersdochter, en dat hij de voors. Hubregt Korstensz hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen
mr Reyner Moons, onse Raad en Procureur Generaal in den Hove van Holland, Willem van Berendrecht, Dirck Adriaensz, Pieter Herwijer, leenmannen
1551-08-26 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 53, 467 fol 19/Leenregister Brederode fol 37v
Jaartallenindex
Reynoudt here tot Brederode, vrijheer tot Vianen, burggrave tot Utrecht, heer tot Haverincourt, ter Ameyde, Ridder van de oerden van den Gulden Vlies, beleent de Edele en Welgeboren onse lieve nichte vrouwe Margriet gravinne van der Marck ende van Aremberge, vrouwe van Naeltwijck, geechte huijsvrouw des Ed. Welgeboren Heer Johans van Linge grave tot Aremberge, vrijheer van Barbanson, onsen neve, oude mede broeder in der oirden van den Gulden Vlies, een thiende geheten de Huijstiende, gelegen tot Wateringen int quartier van Delfflandt, op haar gesuccedeert bij dode harer grootmoeder vrouwe Machtelt van Montfoirt, gravinne van Arenberge, vrouwe van Naeltwijck, in alle manieren als deze en haar voorouders die van de heren van Brederode gehouden hebben. Voor haar heeft hulde, eed en manschap gedaan Willem van Hooft, rentmeester van Naeltwijc, in absentie van haar man en kerkelijke voogd heer Johan van Ligne grave van Arenberge, volgens de door hem gegeven procuratie (vgl 1568-08-14, 1562-02-23)
mannen: Gheryt van Sparenwoude, zijn zoon Ysbrand van Sparenwoude
1539-11-27 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 156v
Jaartallenindex
supplicatie van Claes van Borsselen, schiltknape en leenman van het graafschap Holland, inhoudende hoe dat hij na de dood van zijn ouders Jacob van Borsselen en jvr Ursula van Foreest, zekere lenen als oudste zoon ende op hem gesuccedeert, geanveert heeft en ontfaen. Niettemin is waerachtich hoe dat tot zijn kennis gecomen is, dat sommige lenen gelegen tot Middelburch der [!] der [! bij der stede van ?] Goude in Holland, mede bij zijn ouders achtergelaten zijn, groot omtrent 100 morgen, die welke geanvaart ende geoccupeert worden bij eenen Jan Spierinck als hebbende getrout een van des suppliants susteren, so wel in haren naam als oock van hare andere zusteren. Alsoo dat overmits dezen een proces is gerezen voor die Rade in Hollant, alwaar de suppliant heeft gesuccumbeert. Nu hangt de zaak "in staat van wyzen" voor de Grote Raad te Mechelen. Het is nu mogelijk dat de tegen partij er zich op zou beroepen dat hij het leen niet verheven heeft. Verlij was hem geweigerd daar hij dit niet binnensjaar gevraagd had. De keizer beveelt nu om de suppliant terstond er mede te belenen, behoudelijk ons en een ieder zijn recht (vgl 1540-01-17)
1534-02-11 |
R.A.H. Coll Aanw 120~ Caput N.H. fol 74-76v
Jaartallenindex
request van Heindrick Gherytsz, wonende te Maesland, aan de stadhouder van de lenen en de meesters v.d. rekeninge in den Hage, dat seeckere tyt geleden de suppliant bij het overlijden van zijn vader Gerrit Henricsz gesuccedeert is geweest in 16 honden lants leengoed, gelegen in Vlaerdingerambacht. Dat hij verly verzocht, 7 Kar gld als heergewade betaalde. Maar hij werd niet beleend "overmits de oncosten niet betaald waren", hoewel dat nog binnen jaar en dag kon, zodat deze direct alsnog betaald werden. Dat zijn huisvrouw Gerritgen Jacobsdochter met pestilentie geinfecteerd werd en tenlesten drie kinderen van de suppliant hieraan stierven. zodat hij wegens besmettingsgevaar geen belening kon verzoeken. Dat suppliant onlangs daarna door de kosten van deze ziekte en de kosten en lasten van de Maeslantse dyk gecomen is in grote schulden, zodat het hem onmogelijk was het restant van de leenrechten te betalen. Hij verzoekt desondanks belening te ontvangen. Mr Cornelis Barthouts onderzoekt de zaak en bericht dat belening was toegestaan tegen betaling van 7£ 10 schell. Dat de pestilentie gecomen is en suppliant in gebreke bleef. Het advies luidt om de suppliant nu dubbel heergewade te laten betalen. De rekenkamer adviseert vervolgens de suppliant hierna te belenen
1523-03-17 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 106, 107v
Jaartallenindex
alsoe men bevonden heeft dat wijlen Adriaen Adriaensz in zijn leven van de Keizer als heer van Voorne te leen hield een leen, groot wesende omtrent 4 lynen lants, gelegen in onsen lande van Westvoirne binnen den banne van Oostdijck, ende na der dood van den voors. wijlen Adriaen Adriaensz die doot geweest is omtrent 5 of 6 jaren tselve leen gesuccedeert es op eenen synen zoon ende na der doot van denselven soon op syn dochter, die beiden verzuimden verheffing van het leen te vragen, zodat het leen wegens wanverzoek aan de grafelijkheid vervallen was. Ende hadde geweest dat eenen Jan bastert van Assendelft de luyden van der camer van der reeckeninge in den Hage te kennen gegeven en hadde van den overlyden van denselven Adriaen Adriaensz en van zyn zoon en van zyn dochter. Jan verzocht om dit leen in coop te mogen hebben, hetgeen hem toegestaan werd tegen betaling van 9£ van 40 gr Vls per pond in eens. Hij zal dit leen dan houden zoals zijn voorgangers dat gehouden hebben. Eodem die wordt Jan de bastert van Assendelft, secretaris der stede van der Goedereede, met deze 4 lynen lands in den lande van Westvoorne binnen de ban van Oostdijk beleend, zuid: Danckaert Cornelisz, noord: de Middeldyck, oost: Jacob Heynez, west: Jan Bouwenz (vgl 1523-09-04)
present als leenmannen: Dirck van Assendelft, heer van Besoyen, Vincent Dammas, cerck ordinaris, Cornelis Barthouts